Het is vandaag al veertig jaar geleden dat ik in het Gentse Arenatheater de première meemaakte van “The Rocky Horror Show”. (Bovenstaande affiche is wel van de film uit 1975, van de Arena-productie heb ik geen foto in de breedte.)
Het begin van de jaren zeventig was op popgebied angstaanjagend. Niet letterlijk, nee, het was niet omdat Alice Cooper dééd alsof-ie z’n hoofd liet afhouwen of met een slang de liefde bedreef, dat koude rillingen mij over de rug liepen. Neen, het was angstaanjagend vulgair en de muziek was navenant.
In die contekst schreef Richard O’Brien zijn « Rocky Horror Show ». Uit de verfilming zag ik destijds slechts een fragment, maar zelfs dat was genoeg om op mijn hoede te zijn voor de remake in Arena (zes jaar geleden was het stuk — naar verluidt met succes — reeds opgevoerd).
Het ligt nu allemaal achter de rug en ik kom er nog steeds niet uit. Goed of slecht, geen van de twee adjectieven is toepasselijk en de voor de hand liggende oplossing « middelmatig » is ook al niet juist. Er zijn immers elementen die elkaar doorkruisen.
Zo is er ten eerste het verhaaltje waar ik hoegenaamd niet kan inkomen al is het uitgangspunt – een maagdelijk paartje, Marijn Devalck en Norma Hendy, dat in de handen van een perverse griezel, Daan Van den Durpel (foto), valt – wel verleidelijk. Als een jong en argeloos paartje verdwalen zij tijdens een hels onweer en zoeken zij beschutting in een afgelegen burcht, met een bel die klinkt als een doodsklok, akelig knarsende deuren, geheime kamers en een uiterst merkwaardig onthaal door een gebochelde huisknecht. Waarna een stel opdringerige man- en/of vrouwzieke jonge dames volgen, waarbij zich dan de « meester » himself voegt: de biseks-vampier Dr. Frankenfurter. Als we nog vertellen dat deze laatste erin slaagt, in zijn laboratorium, een moderne Adonis (Rocky) samen te knutselen en zijn vroegere vriendje Eddy heeft opgesloten in de diepvries, terwijl het hele stel afkomstig is van een vreemde planeet, Transsylvanië, dan begrijpt u wellicht dat door de opeenstapeling van al deze clichés het genre uiteindelijk wordt doorprikt. Het resultaat is een dolle avond met heel veel kitsch, die echt als kitsch wordt geserveerd en precies daardoor plezierig zou moeten overkomen.
Hoort de opeenstapeling van onwaarschijnlijkheden wellicht bij het genre dan kick ik toch vooral af op de vulgair-exhibitionistische vormgeving (zij het dat de permanent blootgestelde kont van Daan z’n effect op de vrouwelijke toeschouwers niet miste – en hopelijk voor Daan ook op een gedeelte van de niet al te fanatieke mannen in de zaal).
Heb je daarnaast de muziek. Ook al zoiets hybridisch (opzoeken in Van Dale onder de « h » a.u.b.). De ene keer flink rockend, de andere keer tegen de smartlap aan. Maar over het algemeen goed gezongen, dat wel.
Van den Durpel had zelf voor de choreografie gezorgd en regisseur Jaak Van de Velde had hem daarbij geen strobreed in de weg gelegd zodat hij volledig in de focus kon staan. Toch moeten we ook hier vaststellen dat bijna de hele cast flink uit de voeten kon. Mogen we er één iemand uitpikken ? Dan wordt dat Norma Hendy, die overigens naast haar goede stem ook nog het meest erotisch uit de hoek kwam.
Een confrater heeft er immers reeds op gewezen dat Arena er telkenmale in slaagt erotisch bedoelde scènes te verknoeien. Alleen ga ik er niet mee akkoord dat dit uit hoofde van een nieuwe soort kuisheid zou zijn. Neen, volgens mij huppelt Arena te veel over en weer tussen erotiek en een parodie op erotiek. Aangezien ze (o.a. met « Rocky Horror ») bewezen hebben dit laatste niet aan te kunnen, raad ik ze ten tweeden male (zie “Porter to Porter”) aan ongecomplexeerd voor het eerste te opteren. Of zou het dan toch « de nieuwe kuisheid » zijn die hen ervan afhoudt… ?
Referentie
The Rocky Horror Show van Richard O’Brien / Nederlands: Hugo Heinen en René Solleveld / decor en kostuums Jacques Berwouts / choreografie Daan van den Durpel / regie Jaak van de Velde / met: Daisy Haegeman, Norma Hendy, Marijn Devalck, David Davidse, Karel Deruwe, Daan van den Durpel, Annick Christiaens, Jo de Backer en Jan de Bruyne.
Ronny De Schepper, “Rocky Horror Show”: tussen erotiek en een parodie op erotiek, De Rode Vaan nr.49 van 1983

ROCKY
LikeLike