Het vrouwenwielrennen is ontstaan in Frankrijk. Toen drie zussen uit Bordeaux, Amélie, Finette en Rosita, op 1 november 1868 tegen elkaar uitkwamen, hielden ze zelfs hun familienaam geheim omdat het eigenlijk… een schending was van de openbare zeden! De jonge dames reden immers weliswaar met lange rokken aan, maar door de wind bolden deze op en waren hun blote knieën te zien! Natuurlijk zijn daar geen foto’s van overgeleverd. Daarom kan ik er hierbij ook geen plaatsen. U zal het dus moeten doen met een foto van een wielerwedstrijd georganiseerd in Temse (op de Volksplaats) in de jaren veertig. De reden dat ik in het bezit ben van deze foto is dat mijn moeder één van de deelneemsters was (de tweede van rechts, als men enkel de fietsende vrouwen telt).

Twee van de drie zusters namen een jaar later op 7 november 1869 ook deel aan de eerste wegrit van stad naar stad, Paris-Rouen (135km), maar geen van beiden bereikte de aankomst. Naast hen waren er (op 203 deelnemers) ook nog vier andere vrouwen ingeschreven, waaronder Madame E. en Nicole M. De winnaar was de Brit James Moore en twaalf uur na hem (hij had zelf “slechts” tien uur en veertig minuten nodig voor de afstand van 135km) kwam de enige vrouw binnen. Alhoewel ze als pseudoniem “Miss America” had opgegeven, was ze in werkelijkheid de echtgenote van een Britse fietsenmaker. Zij won de meeste van de twintig dameswedstrijden die in Frankrijk tussen 1868 en 1870 werden georganiseerd (en de drie in België). Haar grootste tegenstandster was “Miss Olga” uit Moscou. Geen spoor van Therese Dens die op 15 augustus van datzelfde jaar de proef voor vrouwen had gewonnen in ons eigen Hoei. We moeten ons de wielrennerij dan immers nog voorstellen als pure liefhebberij en ondanks exotische namen als “Miss America” of “Miss Olga” waren er zeker geen rensters die Europa doorkruisten om aan wedstrijden deel te nemen!
Toch was er al onmiddellijk na de eerste Ronde van Frankrijk (1903) een voorstel om het jaar daarop ook een Tour voor vrouwen te organiseren. Dat voorstel werd uiteraard afgewimpeld, maar een individuele vrouw, Marie Marvingt, bood zich in 1908 wel aan als deelneemster aan de “gewone” Ronde. Ook dat verzoek werd niet ingewilligd, maar Marie liet zich niet afschepen en reed alle ritten mee, zij het een uur na het “officiële” peloton. (*)
In de V.S. daarentegen waren er vooral zesdaagsen (**), die eigenlijk, zoals elders op deze blog wordt uitgelegd, een variante op de dansmarathons waren zoals we die kennen uit “They shoot horses, don’t they”: men reed gewoon tot men erbij neerviel en wie het laatste overbleef, was de winnaar. Toch werden bij deze “onmenselijke” wedstrijden ook vrouwen toegelaten. Toen ene Louisa Armanido in 1893 in New York beslag kon leggen op de derde plaats (weliswaar op 600 km achterstand van winnaar Albert Schock), werden er in 1895 in New York en in Londen wedstrijden uitsluitend voor vrouwen georganiseerd (in New York won Frankie Nelson en in Londen ene “miss Harwood”).

ALFONSINA MORINI
Buiten het feit dat het “onzedelijk” was, zei het volksgeloof ook nog dat vrouwen door te fietsen onvruchtbaar werden. Die “wedstrijden” waren dan ook allesbehalve officieel. Toch slaagde ene Alfonsina Morini (1891-1959) erin in Italië 36 overwinningen binnen te rijven, zodanig dat de organisator van de Giro, Emilio Colombo, haar in 1924 uitnodigde om aan de wedstrijd deel te nemen. Colombo deed dit vooral omdat de grote vedetten dat jaar zijn wedstrijd boycotten en hij bevreesd was dat de belangstelling en vooral de verkoop van de Gazetto dello Sport zou dalen.
Eerst werd Morini nog ingeschreven als Alfonsin Strada (Alfonsin om verwarring te scheppen en Strada naar haar echtgenoot, de wielrenner Luigi Strada), maar toen de Giro goed en wel van start ging, pakte Colombo uit met zijn “verrassing”. En inderdaad, het sloeg in als een bom. Morini verdedigde zich behoorlijk en werd enorm populair. Ongeveer halfweg sloeg het noodlot echter toe. Tijdens de rit van L’Aquila naar Perugia (296 km) stormde het verschrikkelijk en net als haar mannelijke concurrenten kwam Alfonsina een paar keer ten val. Hierbij brak ze o.m. haar stuur en vervolgde ze haar weg met een bezemsteel als vervangmiddel. Nog goed dat ze al de bijnaam “de duivelin” had, want anders had men haar zeker “de heks” genoemd!
Het mocht echter niet baten, samen met vele anderen kwam Alfonsina een half uur na het sluiten van de controle toe. Ondanks het aandringen van de organisator was de jury onverbiddelijk: ze vloog eruit. Toch mocht ze, buiten competitie, haar weg verder zetten. Colombo betaalde zelf voor haar hotel, haar bevoorrrading en haar verzorger. En hij wist wat hij deed, want Alfonsina was zo populair dat het publiek na de aankomst van de renners ophaar bleef wachten en haar een hartelijker ontvangst bereidde dan de winnaar.
Op het einde van de Giro klokte Alfonsina (uiteraard dus enkel officieus) een tijd op 28 uur van de winnaar, maar wel nog vóór twee renners die wel in de officiële eindstand werden opgenomen. Haar prijs (50.000 lire) overtrof ruimschoots die van eindwinnaar Giuseppe Enrici.
Een jaar later wou ze opnieuw deelnemen, maar deze keer kwamen de vedetten (met Alfredo Binda op kop) wel aan de start en die wilden haar er liever niet bij. Nog later zou Alfonsina, zoals dat vaak voorkwam in die oertijden van de fiets, overschakelen naar de motorsport, maar hierin zou ze geen potten breken.

ELVIRE DE BRUYN
Rond de tijd dat Alfonsina motorrenster werd, werd de fakkel overgenomen door de Vlaamse (Erembodegem) Elvire De Bruyn (1914-1998). Zij was een geval van “intersekse”, wat men toen (ten onrechte) een “hermafrodiet” noemde en verkreeg in 1937 van een rechtbank gedaan dat haar geslacht van vrouwelijk in mannelijk werd veranderd, zonder dat er een medische ingreep aan te pas kwam (al doen er wel geruchten daarover de ronde). Als Willy De Bruyn heeft hij daarna zelfs nog aan wedstrijden voor mannen deelgenomen, echter zonder veel succes. Als “vrouw” is hij wel op 5 september 1934 Europees kampioene op de baan geworden. Dat was in Blankenberge. Elf dagen later zou hij in het Josephatpark van Schaarbeek officieus wereldkampioen worden (het eerste officiële WK voor vrouwen zou pas 24 jaar later plaats hebben, zie verder). Aan de start stonden deelneemsters uit Engeland, Frankrijk, Italië, Spanje en natuurlijk de Benelux. In tegenstelling met haar eerdere, lokale, wedstrijden eindigde ze niet met veel voorsprong, maar versloeg ze haar tegenstandsters in de sprint. Naar eigen zeggen deed ze dat omdat ze zich toen al realiseerde dat ze eigenlijk een man was en dus instinctief aanvoelde dat deze overwinningen niet “eerlijk” waren. Dat was ook de reden om uiteindelijk te stoppen met deel te nemen aan vrouwenwedstrijden en naar de rechtbank te stappen om echt als man te worden erkend.
Hij zou later (rond 1940) zelfs in het huwelijk treden, met een andere gewezen wielrenster (Clementine Juchters). Dat gebeurde nog in Aalst, maar nadien gingen ze in de buurt van het Brusselse Noordstation – zoals alle renners in die tijd – een café uitbaten, café Denderleeuw. Het verschil was dat het geen “gewoon” café was, noem het maar een bordeel. Toen ze “binnen” waren, gingen ze naar Antwerpen wonen, waar ze beiden ook binnen hetzelfde jaar gestorven zijn, zoals het een (h)echt paar past. Kinderen waren er evenwel niet.
EERSTE OFFICIELE WEDSTRIJDEN
Terug naar Frankrijk. Daar werden tot dan toe door uitsluitend vrouwelijke bonden twee nationale kampioenschappen gehouden omdat de officiële bond (de FFC) eigenlijk niet gesteld was op vrouwen die aan competitiesport deden. Als echter na de oorlog de linkse FSGT de beide kampioenschappen tot één verenigt en Janine Lemaire, de officieuze werelduurrecordhoudster met 39,735km/uur, de titel verovert, vindt de FFC dat het tijd wordt om in te grijpen. In 1951 wordt dan het eerste officiële kampioenschap van Frankrijk gehouden. Een zekere Benoît uit Nantes is winnares en dit vormt de aanleiding voor Jean Leulliot, de organisator van Parijs-Nice, om van een Ronde van Frankrijk voor vrouwen te beginnen dromen.
Rond diezelfde tijd werden ook in Engeland de eerste officiële wedstrijden voor vrouwen georganiseerd, onder de vorm van tijdritten. De eerste wielerclub uitsluitend voor vrouwen waren The Rosslyn Ladies. Het was onder Britse druk (vooral van Eileen Gray, de voorzitster van de BCF) dat ook de UCI records voor vrouwen begon te erkennen, nadat er in Engeland zelfs al een vrouwelijke prof was (Eileen Sheridan voor Hercules fietsen, nu opgekocht door Raleigh).
Het eerste officiële vrouwelijke record (over 500m) was ook weer Brits: Daisy Franks in maart 1955, gevolgd door een heus uurrecord door Millie Robinson in 1958 met 39,718 km. De volgende stap was uiteraard een eigen wereldkampioenschap. In 1957 richtte men in Engeland een “International Weekend” in dat eigenlijk voor het eerste officieuze vrouwenwereldkampioenschap kon doorgaan (alleen de Sovjet-Unie was afwezig), maar het eerste officiële kampioenschap moesten ze toch weer aan Frankrijk overlaten (Reims 1958).

Winnares werd de Luxemburgse Elsy Jacobs (1933-1998), die prompt een profcontract kreeg aangeboden bij St.Raphael-Geminiani (later zou ze ook nog voor Pelforth en Peugeot rijden).
Pas een jaar later (in 1959 dus) wordt overigens in België voor het eerst een kampioenschap voor vrouwen betwist (gewonnen door Victorine Van Nuffel).
De allereerste wegwielerkoers voor dames in Nederland werd op dinsdag 23 juni 1959 verreden in het in West-Brabant gelegen dorp Ossendrecht. Wielercomité Ossendrecht, met als voorzitter Camiel Mattheeussens, organiseerde deze dameskoers. Onder zeer grote belangstelling werd deze koers gewonnen door de toenmalige wereldkampioene Elsy Jacobs die in de sprint haar medevluchtster, de Belgische wielrenster Victoire van Nuffel versloeg. Van deze dameskoers heb ik enkele foto`s ter beschikking gesteld. Aldus John van Dooren op mijn blog op 29 april 2016. Hieronder de daad bij het woord: winnares Elsy Jacobs!
48 1959- 1e Dameskoers Ossendrecht
RONDE VAN FRANKRIJK
In 1984 vond dan de eerste “echte” Ronde van Frankrijk voor vrouwen plaats, niet toevallig gewonnen door de Amerikaanse Mary-Ann Martin, want in Amerika bestonden er met de Coors Classic en de Ronde van Texas al rittenwedstrijden voor vrouwen. Het was dan ook logisch dat zij ter gelegenheid van de Olympische Spelen van Los Angeles er datzelfde jaar voor zorgden dat de wegrit voor vrouwen ook op het programma werd genomen.
Buiten de selectie gevallen voor de Olympics van 1984, moest Mary-Ann zelfs smeken om te mogen invallen in een Amerikaans clubteam geholpen door een Franse sponsor. Zij was immers lang ziek geweest, zonder sportief te presteren.
In de Franse zon deed zij het uitstekend, en met haar klimmerskapaciteiten veroverde zij de Gele Trui in de 14de rit. De 14de rit, jawel, want deze Tour werd samen met die van de mannen verreden! (Alleen de eerste week had men laten passeren.) Als eerste winnares van een Tour voor vrouwen werd zij te Parijs op les Champs Elysées door twee miljoen toeschouwers gefeliciteerd, aldus Wilfried Journée op de Wielersite.
In 1989 werd de Tour de France Féminin opgedoekt… omdat de dames “in de weg” reden van de publiciteitskaravaan die de “echte” Tour voorafging! In 1992 kwam er weliswaar een nieuwe organisatie onder de benaming Tour Cycliste Féminin, maar blijkbaar was dit geen organisatie van ASO. De ritten gingen dan ook niet vooraf aan die van de mannelijke Tour, maar het was een totaal aparte organisatie. ASO ging dan ook prompt dwarsliggen en eiste dat de naam werd veranderd in Grand Boucle Féminine Internationale. Ze haalden hun slag thuis in 1998. In 2008 startte de Grande Boucle in Gent op de Vrijdagsmarkt. Ik ben nog naar de ploegenvoorstelling en de start gaan kijken en nadien even binnengesprongen in de Casa Rosa, waar de Gentse lesbiennevereniging een tentoonstelling over vrouwenwielrennen had georganiseerd, mede geïnspireerd door mijn blog, zoals ze zelf toegaven.

Ronny De Schepper
(met dank aan Gisèle De Block)

Referenties
Brecht Castel, Wielerheld tussen man en vrouw, Knack 26 september 2018
Mariska Tjoelker, Mien, 2016 (over Mien van Bree, een Nederlandse concullega van Elvire De Bruyn)

(*) Feargal McKay, The Complete Book of the Tour de France, Londen, Aurum Press, 2014, p.38
(**) Datzelfde boek van McKay oppert de veronderstelling dat het feit dat de eerste Tour uit zes ritten bestond, terugging op het feit dat zesdaagsen als “de ergste marteling die een mens kon ondergaan” werden beschouwd en dat is wat Henri Desgrange en zijn medewerker Géo Lefèvre ook wilden bereiken op de weg (p.xiv).

3 gedachtes over “155 jaar geleden: de eerste wielerwedstrijd voor vrouwen

  1. Beste Ronny, leuk artikel, ik werk aan aan docu rond damenswielrennen, als je meer info en/of beeld hebt van je moeder als fietser mag je me zeker contacteren. met vriendelijke groet, gunter segers (gus@scarlet.be/www.guntersegers.be)

    Like

    1. Wat mijn moeder betreft is dit de enige foto van haar wielerexploten, Gus. Over het dameswielrennen staan nog wel wat andere artikels op mijn blog. Jammer genoeg werkt mijn interne zoekmachine niet meer, maar ik denk dat ze er via google ook wel uit te voorschijn komen. Succes!

      Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.