Het is vandaag al vijftig jaar geleden dat de Oostenrijkse schrijfster Ingeborg Bachmann in tragische omstandigheden om het leven kwam.
Op 15/05/1993 zag ik in Arca “Malina” van Ingeborg Bachmann in een regie van Niek Kortekaas, die ook een schitterend decor had ontworpen. Op ooghoogte van de toeschouwers (maar voor Arca betekent dit dus: op zo’n anderhalve meter van de begane grond) heeft hij een labyrint van stoelen geconstrueerd, waartussen de spelers zich moeizaam bewegen omwille van de leuningen, die hen soms de weg versperren. Op het einde creëert hij ook een fantastisch beeld door een vuur onder de stoelen te laten opflakkeren, daarmee suggererend dat de dood van de schrijfster op 19 oktober 1973 door verbranding in bed (wellicht door een sigaret) misschien wel eens zelfmoord zou kunnen zijn. Anderzijds maakt de scenografie echt spel wel zo goed als onmogelijk.
Mia Grijp heeft zelf voor de bewerking van de poëtische roman gezorgd en heeft zichzelf daardoor wel nadrukkelijk op de voorgrond geplaatst. Albert van Tichelen als Malina is haar man, die haar gewoonweg “duldt” en met wie ze geen echt contact meer heeft – tenzij tijdens een vertederende wasscène na een nachtmerrie waarin ze probeert af te rekenen met haar nazistische vader. Het is een beetje onbegrijpelijk dat zijn naam als titel voor dit stuk wordt gebruikt, net zoals het anagram van “animal” onbegrijpelijk is, juist omwille van zijn extreme koelheid. Het personage van Bas Heerkens als haar Hongaarse minnaar Ivan is al niet veel beter. Buiten haar verlangen naar seks is het niet echt duidelijk wat ze bij hem zoekt.
Ronny De Schepper
