Tien jaar geleden las ik “Op bezoek in de toekomst: een dag uit het leven van een Amerikaanse journalist in het jaar 2889” van Jules Verne. Althans zo staat het op mijn (Nederlandstalig) boek en ook op de hierbij afgedrukte kaft van de Engelstalige versie, maar ik heb gezien op het internet dat ook zijn zoon Michel als auteur wordt aangegeven. Dat zou best kunnen want het verhaal is verschenen in de bundel “Hier et demain” van 1910 en Jules Verne was al in 1905 overleden. Dus op zijn minst moet zijn zoon de hand hebben gehad in het uitgeven van het manuscript.
Nu goed, de discussie over het auteurschap interesseert me niet echt, enkel in zoverre dat het “vooruitkijken in de toekomst” toch meestal aan vader Jules wordt toegeschreven. En alhoewel het waarheidsgehalte op dit moment nog altijd niet kan worden getest (we zijn nog altijd ver af van 2889, dan moeten we zelfs eerst nog “in the year 2525” overleven!), kan men zoals gewoonlijk toch reeds aangeven dat Jules weer terecht als een “ziener” kan worden omschreven. Daarmee bedoel ik dan vooral het voorzien van uitvindingen, waarvan in zijn eigen tijd zelfs nog niet eens werd gedroomd, maar waarvan wij ondertussen in 2013 toch al kunnen vaststellen dat ze er inderdaad gekomen zijn (telefoneren, vliegen, torenhoge flatgebouwen…). Alleen is me de volgende passage opgevallen: “Gelukkig bezitten de mannen van onze tijd (d.i. 2889, want die zogezegde Amerikaanse journalist is aan het woord) heel wat meer weerstandsvermogen, dankzij de vorderingen op het gebied van de hygiëne en lichaamsoefening, die de gemiddelde menselijke levensduur hebben verlengd van 37 tot 68 jaren…” (p.146) Dus ondanks zijn capaciteiten als “ziener”, voorzag Jules Verne dat men in 2889 de levensduur zou kunnen verlengen tot… 68 jaar! Terwijl ik er nu al (in 2013 dus) van overtuigd ben, dat leeftijden als die van de 104-jarige Florke binnen ieders bereik liggen!
Ronny De Schepper