“Hoe zou het nog zijn met Jan Klussendorf?” vroeg ik me vijf jaar geleden af. “Ik heb al jaren niks meer van de man gehoord en zijn ‘uitvinding’ Taxistop is ondertussen een andere dimensie binnengestapt, dus daar zal hij ook niet meer terug te vinden zijn,” dacht ik. Maar kijk, onlangs heb ik hem nog eens gezien op de gewestelijke televisiezender AVS. En het had nog altijd iets met mobiliteit te maken, al weet ik niet meer wat juist. In 1983 had ik een interview met hem in de rubriek “aan het lijntje” van De Rode Vaan.
Als voorspel gaan we naar Denemarken. Als je op straat een steekproef zou houden met welk kenmerk dit land het meest wordt geassocieerd, dan zou het feit dat er zoveel Denen in Belgische voetbalclubs spelen zeker als tweede uit de bus komen…
Hoe dan ook, het idee om naar Denemarken op vakantie te gaan speelt ontelbare Vlamingen zeker door het hoofd, ook al maken ze zich wel eens zorgen over het klimaat. Niet helemaal ten onrechte (de gemiddelde temperatuur in de warmste maand bedraagt in Kopenhagen b.v. slechts 16,6°), maar al is het land, ten allen kante omringd met water, vaak ten prooi aan regen en bewolking, toch zorgt precies die oceanische invloed voor een zacht klimaat. Vooral in het voorjaar is het er droog. Een ideaal moment dus voor een « huis-ruilvakantie »…
« Huis-ruilvakantie » ? Wat is dat nu weer voor een vreselijk woord ? Misschien ben je meer te verzoenen met het Engelse « home-exchange ». « Holiday-exchange » ken je immers al. Velen onder ons hebben namelijk in hun puberteit (of misschien nu nog, voor degenen die dat stadium nooit ontgroeid zijn) hun toevlucht gezocht tot een « pen-club » en dan behoort zoiets tot de mogelijkheden : je pennevriend(in) komt bij jou op vakantie en vice versa. Met alle mogelijkheden tot culturele uitwisseling vandien…
Een « home-exchange » of « huis-ruilvakantie » werkt min of meer volgens hetzelfde procédé, alleen gaat het niet via een pen-club. En een pennevriend(in) hoef je dus ook niet te ontmoeten (wat soms grote ontgoochelingen kan voorkomen). Nee, het enige wat men ruilt (voor de duur van een vakantie welteverstaan) is z’n woning.
In Denemarken bestaat dat systeem reeds meer dan tien jaar. Oorspronkelijk sprongen enkel de zuinige Hollanders mee op de wagen, maar sedert de crisisperiode weten ook de Vlamingen waar de klepel hangt. Bij Taxistop namelijk, of in dit geval is de « officiële » benaming misschien beter aangewezen: het Centrum voor Positieve Aanwending.
Ja maar, zal je misschien opmerken, ik heb gehoord dat het in Denemarken zo duur is ? Dat kan inderdaad niet worden ontkend. Een brood kost er zo’n zestig frank en alcohol en vlees zijn haast niet te betalen. Maar precies daarom kan zo’n « huis-ruil » voordelig zijn, je kan vanalles meenemen, je hoeft niet op restaurant…
En kinderen zijn natuurlijk ook vaak « dure » klanten. Die moeten immers kunnen spelen. En veelal betekent dat dan naar (dure) pretparken trekken enz. Alweer niet zo in het geval van « huis-ruil ». Er wordt immers zoveel mogelijk voor gezorgd dat het gezin waarmee je ruilt ongeveer gelijkaardig is samengesteld als het jouwe. Dus jij hebt kinderen, zij ook. Speelgoed in overvloed met andere woorden.
Maar hoor ik je nu alweer mopperen ? Precies dat spelen me andermans speelgoed doet je een licht opgaan : wat zullen ze allemaal niet in mijn huis uitrichten… Tsja, dat is een kwestie van wederzijds vertrouwen natuurlijk. En belangrijke papieren die mag je nooit laten slingeren.
Weg die frons in je voorhoofd ? Opgelucht dat gemoed van je ? Dan wil je natuurlijk nog weten hoeveel het je kost. Wel, bij het indienen van je aanvraag (die dus tegelijkertijd een aanbieding is voor Denen) betaal je sowieso 700 fr. Administratiekosten, dat spreekt. En als alles dan in orde is, komt er nog eens 1.300 fr bij. Tenslotte leeft ook een Centrum voor Positieve Aanwending niet van lucht en liefde. Alles bij mekaar dus 2.000 fr. Zeg nu zelf. Voor 2.000 fr naar Denemarken. In mijn buurt kun je die slechts een straat verder reeds kwijt zijn…
Kortom, ik zie hem nog altijd zitten in dat televisieprogramma met Johan Anthierens. Een witte vlaskop met sympathieke walrussnor die even kwam uitleggen hoe « Taxistop » precies in de haak zat. En ik dacht : vlotte knul, beetje idealist, idee op zich niet slecht, maar waar haalt-ie het in godsnaam uit om te denken dat dit ooit zal verwezenlijkt worden ? Nu, zoveel jaren later (vijf ?), moet ik ongelijk bekennen : Taxistop is stilaan een begrip in Vlaanderen en zelfs daarbuiten. Daarom, op een moment dat het openbaar vervoer nog in staking is, aan het lijntje Jan Klussendorf.
— Hoogdagen zeker ?
J.K. :We hebben inderdaad zeer veel oproepen gehad van mensen die vervoer nodig hadden.
— Denk je dat dit enkel een tijdelijk verschijnsel is of dat er nu een aantal mensen zich blijvend op Taxistop zullen beroepen, vooral dan via het systeem van carpool (samen van en naar het werk rijden) ?
J.K. : Ik denk dat mensen die normalerwijze over geschikt openbaar vervoer beschikken, hiervan gebruik gaan blijven maken. Uiteindelijk is carpool toch nog altijd een noodoplossing, in die zin dat het toch een aantal problemen met zich meebrengt. Mensen moeten b.v. afspraken maken om zowel ’s morgens als ’s avonds altijd op tijd met elkaar mee te rijden, dat kan tot karakteriële problemen leiden, want men is ook verplicht om bij elkaar te zitten en sommige mensen hebben gewoontes die anderen dan weer niet appreciëren enz. Onze ervaring is dan ook dat men maar overstapt naar carpool als men echt met het openbaar vervoer bijna niet op het werk kan geraken wegens ellenlange afstanden of wachttijden. Maar om concreet op je vraag te antwoorden : ik denk dat gewone gebruikers inderdaad weer op het openbaar vervoer zullen overstappen, maar sommige mensen die al problemen hàdden en die nu een manier gevonden hebben waardoor zij gemakkelijk op hun werk kunnen geraken, zullen toch misschien carpool gaan prefereren.
— Afgezien van die staking kan men misschien wel stellen dat men de weg naar Taxistop stilaan heeft gevonden ?
J.K. : In elk geval. Dat merkten we o.a. aan het feit dat van zodra de staking was uitgebroken, we overstelpt werden met telefoontjes van mensen die vervoer nodig hadden. Niet alleen om naar hun werk te gaan, maar ook van buitenlandse toeristen die hier nu geblokkeerd zaten. Trouwens, wat het vervoer van en naar het buitenland betreft, dat heeft werkelijk grote proporties aangenomen. Deze zomer waren onze vier telefoonlijnen constant bezet en waren zes, zeven mensen met niks anders bezig. We hebben daarvoor zelfs een computer ingeschakeld. Vroeger moesten wij bij een aanvraag de adressen van de aanbieders telefonisch doorgeven, wat telkens zo’n tien á vijftien minuten in beslag nam, nu krijgen die mensen een tiental dagen voor ze willen vertrekken een computerlijst met alle adressen van mensen die ze kunnen contacteren.
— Nog even terug naar de staking. Op een bepaald moment heb je je het verwijt van stakingsbreker op de hals gehaald…
J.K. : Ik heb dat ook gelezen in « De Morgen », ja. En inderdaad, die vraag kàn zich stellen. Zo hebben wij vooraf ook een vergadering gehad met onze groep om ons daarover te bezinnen. Maar uiteindelijk hebben we besloten om de mensen toch maar te helpen omdat onze werking uiteindelijk toch marginaal blijft. Bovendien vind ik ook wel dat de mensen van het openbaar vervoer die een zeer cruciale functie hebben in ons land, onvoldoende hebben voorzien in een soort van nooddienst. Denk hierbij b.v. aan de postdiensten die ondanks de staking tòch de pensioenen ronddragen omdat zij terecht van oordeel zijn dat ze deze mensen niet in de kou mogen laten staan. Op die manier vind ik dat het openbaar vervoer ook een hulpdieet had moeten oprichten voor mensen die echt problemen hadden. Denk maar aan die buitenlandse toeristen b.v.
– Wat schuilt er verder nog allemaal achter de Taxistopgevel?
J.K. : Je hebt dus eerst Taxistop. Verder carpool, mensen die vanaf een bepaald punt samen en kostendelend naar het werk of een bepaalde bestemming rijden. Vanaf februari gaan we die gegevens met een eigen computer verwerken. Tot nu toe gebeurde dat op de computer van de RUG. Vroeger werkten we met postcodes, maar dat is onnauwkeurig. Nu hebben we alle Belgische kruispunten genummerd, dertienduizend in totaal, de coördinaten ervan berekend en ingebracht in de computer. Nu kunnen we dus van kruispunt tot kruispunt werken en kan de computer ook de snelste weg berekenen. Want ook het soort weg hebben we genoteerd. Omdat we de gegevens voorheen slechts één keer per maand verwerkten, moest een carpooler soms een maand op antwoord wachten. Nu kunnen we meteen antwoorden. Er zijn nu 3.000 gebruikers. Een aantal dat gevoelig kan opgedreven worden, want wij bereiken slechts het topje van de ijsberg, de „moeilijke gevallen”. Veel mensen regelen dat spontaan met elkaar. De VAB heeft net een studie verricht naar het carpoolverschijnsel en zo’n 45 plaatsen geregistreerd waar er blijkbaar duchtig gecarpool wordt. Samen met de VAB, waar nu ook een meer consumentgerichte wind waait, gaan we actie voeren om de nodige voorzieningen zoals parkeerruimte, beveiliging enzomeer op die plaatsen aan te brengen.
De minder mobielen centrales daarentegen zijn heel traag op gang gekomen, maar nu vlot het. Er zijn reeds 23 centrales. Vrijwillige automobilisten, vooral huisvrouwen en gepensioneerden houden een welbepaalde periode per week vrij tijdens dewelke zij zich ter beschikking houden voor mensen met verplaatsingsproblemen. Dat zijn voornamelijk oudere mensen, zieken, minder-validen. Zij betalen 6 frank per kilometer. Er is wel een beperking. Gebruikers mogen maximum 2,5 keer het bestaansminimum verdienen. We houden ons daar strikt aan want willen geen problemen met de taxi’s. We trachten vooral met plaatselijke besturen te werken, hen te stimuleren een telefooncentrale op te richten. Dat duurt wel even, maar eens de wagen rolt… In sommige gevallen betalen ziekenfondsen die kosten reeds terug.
— En verder ? Nog nieuws van het Taxistop-front ?
J.K. : Wij hopen binnen enkele maanden in het hele Vlaamse land een soort lifthaltennet te realiseren. Tot nu toe hebben reeds een zeventigtal gemeenten toegezegd om op hun grondgebied één of meerdere lifthaltes op te richten.
Bespaar je dus de moeite van een contactadvertentie en begeef je sito presto naar zo’n lifthalte met of zonder wagen. Ha, ’t leven heeft ook nog z’n schòne kanten !
Referentie
Jan Draad, Jan Klussendorf aan het lijntje, De Rode Vaan nr.40 van 1983
Ronny De Schepper, Met Taxistop een Deen(se) in huis halen, De Rode Vaan nr.13 van 1984