Inge Schelstraete valt in De Standaard over de slappe romantiek van Het Verhaal van Vlaanderen. Kleurloos “gendarmenzweet” zoals mijn moeder dat noemde. “Aan de Poortersloge in Brugge, waar een beeld van een forse beer op de gevel prijkt, zwijmelen mijn vrienden bij het verhaal: Boudewijn met de IJzeren Arm wist het beest dat de streek al jaren onveilig maakte vast te speren aan een boom en hield daar zijn stoere bijnaam aan over. ‘Geen wonder dat zijn schoonvader hem Graaf van Vlaanderen maakte!’. Nou, nee: Karel de Kale had Boudewijn al voordien tot graaf verheven”. Tommeke de leugenaar. “Het is nog vreemder om Judith aan het doodsbed te zien staan met haar zoon Boudewijn II: dan was ze waarschijnlijk al negen jaar dood”. Tommeke de fantast. De boekheidene.

Veel erger, als dat al mogelijk is, is de ideologische inkleuring van – naar het schijnt – grondig overdachte uitgangspunten. Dat Tom Waes geen Nederlands kent – heeft die wel een nationaliteitseksamen afgelegd (zoals de CVP bepleit) of een taalproef doorstaan (zoals de NVA bepleit) ? – en de simplistische tussenkommentaren van Hollandse deskundigen (in wat ?) geen enkel gegeven toevoegen, alleen platitudes herhalen, tot daar aan toe. De koudwatervrees van de Vlaamse intelligentsia doet hen baden in (zeer kristene) zelfverloochening, berouwvol schuldbewustzijn en pleinvrees. Jozef Deleu heeft er decennia lang voor gewaarschuwd, maar de meesters van de lintbebouwing en hun onwil om het miskende verleden te valoriseren willen alles vatten in een gipsen snaar.

Dat de Guldensporenslag per se een sociaal konflikt behelsde is zeer verdedigbaar. Marc Reynebeau wijst er terecht op dat het verzwijgen van de feodale maatschappijstruktuur een onvergeeflijke misser is in de reeks. Dat dit krijgsgebeuren boven het maaiveld van de talloze slagen en geslepen uithuwelijkingspolitiek uitstak hoeft geen betoog. Het huzarenstukje van het voetvolk (het “gemeen”) om een ridderheer uit te moorden, werd de jaren daarna overgedaan door de Schotten in de Slag bij Bannockburn (1314), die onder Raibeart an Bruis (Robert the Bruce) met eilandhuurlingen en hooglanders het Engelse leger van Edward II in de prak sloeg, en door het Zwitsers Eedgenootschap, dat al even ongenadig een Habsburgs ridderleger in de pan hakte in de Slag bij Morgarten (1315).

Het Verhaal van Vlaanderen munt vooral uit door de grote kaasgaten en de zeer eklektische keuze van de getoonde ‘helden’. Waes legt de grote verdienste van Vlaanderens uitbreiding bij Boudewijn II. Waar hij doodleuk aan toevoegt dat we eigenlijk amper iets tot niets afweten van de tweede graaf, behalve dat hij op latere leeftijd nogal vandoen kreeg met de invallen van de (als bloeddorstige monsters voorgestelde) Vikingen. Twee onvergeeflijke misvattingen. Het was niet Boudewijn II die Vlaanderen uitbreidde tot de Somme, maar zijn zoon Arnulf I, de Grote (889-965).

Het was niet hij die de Vikingen afhield, maar een andere Arnulf, van Karinthië, die in de Dijleslag bij Leuven de Noordse indringers tot afdruipen dwong (891). Een tweejarige veldheer gelooft zelfs mijn grootje niet. De Vikingen waren geen schurken of landveroveraars, maar gehaaide handelaars. Ze vormden zeer gedisciplineerde (zij het genadeloze) onafhankelijke clans, die met hun buit snel verdwenen, naar huis of naar versterkte plekken (zoals de voorbeeldige reeksen Vikings en vooral The Last Kingdom op BBC wel keurig en genuanceerd aanbrachten). Clans die een hoge niet-Romeinse kultuur hadden ontwikkeld, met gelijke rechten voor vrouwen, ook in de gevechten (Skjaldmær of schildmaagden, al is dat laatste wishful thinking). Hun nederlaag was overigens toe te schrijven aan het feit dat enkel hun voorhoede rond Leuven lag, aldus de Annalen van Fulda: “Arnulfus rex dimicavit contra equestrem exercitum, priusquam naves advenerant … eusque fugavit” (Marcel Mestdagh, De Vikingen bij Ons. Gent, Mens en Kultuur 1989: 253). En in de Quellen zur Karolingischen Reichsgeschichte III, (Darmstadt, Wissenschaftliche Buchgesellschaft 1960: 154) van Reinhold Rau staat hoe ze omkwamen, verzopen in de rivier: “Nordmanni fuge praesidium querentes, flumen, quod antea eis a tergo pro muro habebatur, pro morte occurrebat”.

En dus miskent Waes het vernuft, de leepheid, en de uitbreidingspolitiek van Arnulf I, die het échte Groot-Vlaanderen schiep ten koste van Karel de Kletskop. Hij speelde eerst perfekt de onderlinge rivaliteit van de Franse troonpretendenten, Carlus Simplex en Robrecht I van West-Francië, uit, schipperde moeiteloos tussen de Engelse koning en de Lotharingse edelen (die nogal wat van zijn dochters trouwden), en hield zo ook een vinger in de pap van het heilige Roomse Rijk. Hij was de man die Vlaanderen uitbreidde tot de Somme (niet Boudewijn II), van zijn broer Adeloft Boonen erfde, de citadel van Montreuil veroverde, Eu innam en Willem Langzwaard (de hertog van Normandië) liet vermoorden en zo de Vikingen handig afhield – ze hebben hem uiteindelijk wel vermoord in 965 – , Amiens overweldigde, Artesië, Ponthieu, Dowaai in Ostrevent en de abdij van Sint-Vaast inpalmde. Wie gelooft er dan die mensen als Waes nog ?

Hij gaat dan wel “op zoek” naar het graf van Judith in Gent, terwijl hij eigenlijk moest weten dat Arnulf I begraven ligt in de kerk van de Gentse Sint-Pietersabdij. Onder hem ligt natuurlijk geen parking. Grappig, ware het niet zo amateuristisch aangepakt. Marc Reynebeau die je eerder nooit dan soms van flamingantisme kunt verdenken, stelt het scherp in De Standaard: Waes bezondigt zich aan al dan niet bewust vooringenomen taalgebruik (“Franse bezetters”, “Onderdrukte Vlamingen”, “inlijven” tegenover “bevrijden” en zo meer, zij het dat in 1300 het graafschap effektief onder rechtstreeks gezag van de Franse kroon werd geplaatst).

Wat veel pijnlijker tegen de borst stuit is de in repen opengehakte kontekst. “De ambachten revolteerden in die tijd niet alleen in Brugge of Ieper, maar ook in Gent, Brussel of Luik”. En behalve de klassenstrijd der ambachten en de groeiende macht van de steden, vergeet Waes gemakshalve ook dat de rest van het huidige Vlaanderen, Zeeland (waarvan een oostelijk stuk onder het Duitse Rijk viel overigens), Friesland en een stuk van Wallonië even erg betrokken waren bij de Guldensporenslag. “Gent (…) kwam op 11 juli 1302 niet opdagen, in Kortrijk omdat de stad al apart de plooien met de Franse koning had gladgestreken. (…) Brabanders vochten aan Franse kant, Henegouwen kwam het Vlaamse leger versterken”. Godevaart van Brabant, die naam had gemaakt in de Slag van Woeringen (1288) tegen Gelre en de aartsbisschop van Keulen, leidde de Brabantse huurlingen (die trouwens om hun genadeloosheid berucht waren en gretig werden aangetrokken door latere Franse koningen). Hij zou sneuvelen onder de goedendags. (Willem van Gulik, Limburgse kleinzoon van Dampierre, deed het hem na in de Slag op de Pevelenberg, 1304, die de Vlamingen wonnen, maar omdat ze hun zege roemrijk gingen doorspoelen in de kroegen, bleven alleen de Franse overlevenden over, en wie blijft die schrijft de geschiedenis. Frankrijk vertelt dus in alle boekjes dat zij de strijd gewonnen hadden).

De echte oproerkraaiers waren De Coninck en Van Gulik. En wat nu “genaast Vlaanderen” is (het Houtland, Duinkerke, de Vlaamstalige gebieden onder Kassel tot aan Dieppe) had even grote ekonomische belangen als kern-Vlaanderen. De in Compiègne vastgehouden graaf, Gwijde van Dampierre, kreeg natuurlijk steun van Jan I van Namen, zijn zoon, maar evengoed van zijn andere zoon Gwijde van Namen, die de troepen van het Brugse Vrije aanvoerde, van Willem van Gulik (de echte Leeuw van Vlaanderen, niet Robrecht van Bethune), Willem van Saeftinghe (onbekend voor Waes), Jan Borluut die hulptroepen uit Oudenaarde en Aalst meebracht (wat Waes vanzelfsprekend vergeet), Jan van Renesse met de reservetroepen. Een selektief geheugen heet dat. Alleen wist hij terecht Jan Breydel uit (behalve voor diens Franstalige nazaten).

Het is jammer dat Rolf Falter zijn stuk in Knack niet vooraf was geschreven, dan had al dat gestuntel niet gemoeten, en had men allicht een degelijke voorbereidingstijd uitgedokterd. Falter vat de uiteenlopende kritieken rustig samen met een aanbeveling die meer nog dan Waes het Vlaams regeerakkoord en zijn zompig taalgebruik tot de orde roept: “Geschiedschrijving vereist ook het streven naar objectiviteit over hoe mensen in hun tijd die discriminaties aanvoelden, en hoe dat in hun tijd wel of niet algemeen als kwaad werd gepercipieerd. Wie es eigentlich gewesen ist, zo luidde de maxime van Leopold von Ranke, twee eeuwen geleden de aartsvader van de moderne geschiedschrijving. Anders gaat men raaskallen, en het verleden kneden naar de eigen inzichten, zoals in elke propere dictatuur.” En daar staan we dicht bij. Gelukkig had Jo Röpcke destijds genoeg droge humor om de (overigens minder slechte dan voorgewend) film De Leeuw van Vlaanderen (1984) van Hugo Claus de doodsteek te geven: “De paarden hebben hun best gedaan”. Zolang het maar geen ezels zijn. Want die blijven koppig staan. Ezels zijn blij met wat ze in de bek gegoten krijgen. Dat dacht ik toen “deskundige” akademika Lisa Demets in De Morgen zelfgenoegzaam besloot: “Ons verleden is gedeeld, dus iedereen mag er iets over zeggen. Dat is het mooie aan dat programma: iedereen praat erover”. Zoals over het weer. En over voetbal. De vergelijkende sakosjenkoopjes. Dieptegraad nul.

Zoals bij de media die u geheel en al willen verstrooien, ook als toogpraat u tegen heug en meug wordt opgelepeld. De natte droom van Voka, want er moet toch voor de massa gewerkt worden, steeds harder, want verbruiken is heilig en dus nuttig. Maar u nooit uitnodigt om zelf plezier te beleven aan geschiedenis en spontaan opzoekwerk te doen ter vermaak én lering. Ik heb er mezelf aan bezondigd. Ik praat mee en ben toch gaan zoeken. Kon ik mezelf maar afhouden van dit soort onoverdacht vertier.

Gelukkig ben ik lang niet de enige. Erevoorzitter Tim Trachet van SKEPP (Studiekring voor Kritische Evaluatie van Pseudowetenschap en het Paranormale, die al dertig jaar nepnieuws, komplotteorieën en bijgeloof ongenadig op de rooster legt en ontkracht) valt als sterrenkundige achterover van Waes’ onzin. Wat een lulkoek, scheert hij langs de aarde. Een heldere vallende ster die je niet kunt missen, de komeet van Halley, die Willem van Gulik zou gezien hebben. In 1301 (zelfs met de Juliaanse kalender zit je er dan flink naast). De komeet van vijftien op acht meter legt tienduizend jaar al hetzelfde pad af, “om de zon en tot voorbij Saturnus en weer terug. Om de 75 tot 76 jaar”, vertelt de geschiedenisboer wijsneuzig. “Een heldere vallende ster die je niet kunt missen” (natuurlijk zegt Waes “kan”). Pardon ? Een komeet een vallende ster ? Moet dat geen meteoor zijn ? Geen wonder dat Trachet – zelf een beëdigd sterrenkundige – zijn bloed begint te koken. Simpel: “Een meteoor is maar enkele sekonden te zien, een komeet kan wekenlang waarneembaar zijn. En de fameuze staart van een komeet is niet hetzelfde als het lichtspoor dat een meteoor achterlaat”. En langs de aarde scheren ? Zestig miljoen kilometer in 1986, dat is geen kinderkak. Zelfs niet te zien. In 1910 was het drie keer dichter, in 837 (het jaar waarin de eerste Graaf van Vlaanderen geboren werd) kwam Halley tot op 5 miljoen kilometer, “nog altijd 13 keer de afstand aarde-maan”. Waes kan alleen niet spreken, hij kan ook niet tellen.

Hij verstaat ook geen Vlaams, al beweert hij Brabants te spreken. Dat heeft mijn gabber Luckas Vander Taelen – de enige (ex)politikus die Vlaanderen nog verdedigt, in Brussel toch – hoog zitten. Geen woord over het taalimperialisme van de Franstaligen, dat is toch godgeklaagd. En dat loopt van Boergondië tot de taalwetgeving van 1963. Of moet ik zeggen 10 april 1967, het jaar waarin voor het eerst officieel de Nederlandstalige Grondwet verscheen ? (Een officieuze vertaling werd wel opgenomen in krakkemikkig Nederlands in het  Bulletin Officiel des Lois et Arrêtés Royaux de la Belgique, maar had geen kracht van recht, evenmin als de vertaling van 1925). Er was een tijd dat links de sociale kant van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd erkende, herkende, en voluit steunde – ze hebben dat in de jaren dertig van de vorige eeuw totaal verkwanseld en de retoriek van uiterst rechts vrij spel gegeven. Oliedom. De kunstmatige schepping van België was daar in grote mate debet aan, omdat Verlichting onterecht gelijkgesteld werd met ontvoogding, en Ultramontanisme met zieleheil. “De zogenaamde revolutionairen gedroegen zich als arrogante, zelfingenomen imperialisten”, zegt Vander Taelen (hij had ook “arrivisten” kunnen schrijven). “Nu zouden ze als kolonisatoren worden afgebrand”. Tja. Al eens de lijst van de rijkste families in dit land bekeken ? Protserige adel, renteniers uit het stalen tijdperk, en omhooggevallen (verfranste) bedrijfsleiders maken de dienst uit. Ze spijzen de banken en hun eigen rekening. Waes werd het al helemaal zwart voor de ogen, zoiets zeg je toch niet hardop ? Nee, “het Brussels publiek werd opgewonden door een opera, makkelijker om in beeld te brengen”. Vander Taelen haalt er niet de Nolsloketten in Schaarbeek bij om het dédain van taalomvormers te takseren, ook niet de ziekenhuizen die weigeren te helpen als je hun bargoens niet spreekt, of de flagrante wetsovertredingen bij politie, post of hulpdiensten – de taalwetten gelden alleen buiten Brussel. En dan nog. Overigens staat Vander Taelen niet alleen met  zijn ervaringen, als hij schrijft: “Het diploma van mijn Aalsterse vader was nog in het Frans opgesteld. (…) Als er geen taalstrijd was geweest, zou Tom Waes ons nu in het Frans L’Histoire de La Flandre verteld hebben”. Het doet me altijd denken aan de uitdagende titel, geript van een autentieke uitspraak door Jules Destrée, uit het boekje Ils Nous Ont Pris la Flandre (2013) van Rik Van Cauwelaert.

En het kan nog erger. De maag van mijn vriend Piet Chielens, Westhoekkenner bij uitstek vanuit zijn In Flanders Fields Museum in Ieper, keerde ettelijke keren om, toen hij tegen de muren kletste als ingehuurde deskundige om de Groote Oorlog te duiden. “Er zijn in de Eerste Wereldoorlog 600.000 doden gevallen in België. Het programma had het over 40.000 in Vlaanderen. Tja, dan overdrijf je toch wel een beetje”, vergoelijkte hij nog in Knack. “De Menenpoort, Langemark, Vladslo enzovoort: ze komen in het hele stuk niet voor. Ook dat zag ik, naast die internationale context, helemaal ontbreken toen ik het scenario las”. En zijn raad in spontane dovemansoren viel. “Wat doe je met het feit dat heel Europa bij die katastrofe betrokken was? Er is maar één land beter geworden van de Eerste Wereldoorlog: Amerika. Wat doe je daarmee in zo’n programma? Niets? Wel, dan krijg je een achterhaald verhaal”. Chielens is er nog niet goed van, heeft zijn schopje en harkje genomen, en is gaan voortgraven in de modder van Passendaele. Ik voel er veel voor om mee te gaan. En produktiehuis DeMensen vergeten, die ons een geschiedenis zonder mensen wil oplepelen. Als ze maar kartonnen helden van ’s Lands Glorie afleveren, tussen de reklames door. Historia had er destijds 534 prentjes voor over. En dat klopt, zegt SKEPP, we hebben ze nageteld. Ten minste één ding waarover ik tevreden mag zijn (en die Waes, niet verwonderlijk, alweer miste).

Lukas De Vos

Een gedachte over “Het Evangelie volgens de Lukas (16): verdwaesing alom

  1. Volgens Lukas mogen de Vikings dan al “geen schurken of landveroveraars, maar gehaaide handelaars” geweest zijn, de Scandinavische Nobelprijswinnares Sigrid Undset heeft er geen problemen mee te erkennen dat ze dat wél waren. Wie gelijk heeft, laat ik in het midden. Maar op een bepaald moment kwam daar een einde aan en niemand (allé, althans ik toch niet) had zich ooit afgevraagd hoe dat kwam. Volgens Undset (zelf een bekeerlinge tot het katholicisme en je weet hoe dat dan gaat met bekeerlingen) was dit te danken aan de bekering tot het christendom, dat hen leerde dat je andere volken niet zomaar mocht bestelen. Dat betekende dan meteen ook het einde van hun “hoge niet-Romeinse kultuur (…) met gelijke rechten voor vrouwen” (Lukas).

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.