Het Evangelie volgens de Lukas (16): verdwaesing alom

Het Evangelie volgens de Lukas (16): verdwaesing alom

Inge Schelstraete valt in De Standaard over de slappe romantiek van Het Verhaal van Vlaanderen. Kleurloos “gendarmenzweet” zoals mijn moeder dat noemde. “Aan de Poortersloge in Brugge, waar een beeld van een forse beer op de gevel prijkt, zwijmelen mijn vrienden bij het verhaal: Boudewijn met de IJzeren Arm wist het beest dat de streek al jaren onveilig maakte vast te speren aan een boom en hield daar zijn stoere bijnaam aan over. ‘Geen wonder dat zijn schoonvader hem Graaf van Vlaanderen maakte!’. Nou, nee: Karel de Kale had Boudewijn al voordien tot graaf verheven”. Tommeke de leugenaar. “Het is nog vreemder om Judith aan het doodsbed te zien staan met haar zoon Boudewijn II: dan was ze waarschijnlijk al negen jaar dood”. Tommeke de fantast. De boekheidene.

Lees verder “Het Evangelie volgens de Lukas (16): verdwaesing alom”

110 jaar geleden: “Sire, er zijn geen Belgen!”

110 jaar geleden: “Sire, er zijn geen Belgen!”

110 jaar geleden schreef de Waalse, socialistische politicus Jules Destrée (1863-1936) een open brief aan de Belgische koning Albert I met de legendarische woorden: ‘Sire, er zijn geen Belgen’. Dat zinnetje kent ‘iedereen’, maar het loont de moeite iets meer te lezen van zijn ‘Lettre au roi sur la séparation de la Wallonie et de la Flandre’, zoals die verscheen in de Revue de Belgique van 15 augustus 1912:

Lees verder “110 jaar geleden: “Sire, er zijn geen Belgen!””