« Sinterklaas kapoentje, leg wat in mijn schoentje, leg wat in mijn laarsje, dank u Sinterklaasje ». Een schlager uit het gouden hitverleden, die nu stilaan een plaatsje mag krijgen in één of ander museum. Als kinderen immers nog geloven in Sinterklaas dan vinden zij hem zeker niet langer een « kapoentje », wegens bezuinigingen kunnen schoen en laars niet meer beide worden gevuld maar dienen er prioriteiten vastgelegd en een bedankje kan er dan ook nauwelijks nog af.
Aan dit alles heeft kameraad Nicolaas natuurlijk weinig schuld. Indien zijne haren van pure ouderdom niet reeds spierwit waren geworden, dan zouden ze nu wel grijs zien van wat ene Wilfried in dit landje allemaal uitspookt en dat nog wel terwijl hij zich met de naam tooit van Nicolaas’ grootste concurrent inzake vrijgevigheid, de heilige Maarten.
Een en ander kan als mogelijk gevolg hebben dat ook de werkzekerheid van de goede Sint in het gedrang komt. En aangezien « heilige » geen erkend beroep is door de RVA, zou het wel eens kunnen dat we eerlang Nicolaas in de goot aantreffen met zijn schoen voor zich om wat geld in te werpen (een mijter kan je nu eenmaal moeilijk op z’n kop zetten). « Leg wat in mijn schoentje » kan dan beter worden omgevormd tot « leg wat in zijn schoentje ».
HET AANGENAME AAN HET NUTTIGE PAREN
De diverse inleveringen die de regering Martens aan de gezinnen oplegt mogen dan voor het gezagsvriendelijke blad « De Standaard » geen beletsel zijn voor kooplustige ouders (« Op budget speelgoedaankopen leveren de gezinnen niet in » DS 25/11/82), een kleine mini-enquête van onzentwege levert evenwel een heel ander resultaat op, zeker als men er rekening mee houdt dat de prijzen in deze sector soms tot dertig procent gestegen zijn.
Een werkloze : Vroeger kon je nog « echte » geschenken kopen, puur speelgoed dus, nu wordt het vaak gecombineerd met een « nuttige » aankoop, iets dat men zich toch moet aanschaffen b.v. Ik denk aan klederen en schriften of zelfs een digitale horloge want dat is nogal goedkoop.
Een bediende : Een ramp is het. Pas enkele dagen geleden verneem ik nog dat het alimentatiegeld voor mijn kinderen moet worden aangepast aan de index, terwijl dit met mijn loon — gezien de maatregelen van Martens — niet het geval is. Ook ondervind ik pas nu de weerslag van mijn vakantie die ik immers met cheques had betaald. Het gevolg is dat ik eigenlijk geen Sinterklaasgeschenk zal kunnen kopen en evenmin een kerstgeschenk of een nieuwjaarsgeschenk. Vroeger vielen ook nog de verjaardag van mijn vrouw en onze huwelijksverjaardag in deze maand (*), daarvoor moet ik nu gelukkig niet meer in mijn zak schieten. Maar de kinderen, dat is een probleem natuurlijk, die verstaan dat niet. En zelfs « Playmobil » (foto), wat ik pedagogisch uitstekend speelgoed vind, is verschrikkelijk duur.
Een kuisvrouw : Zelf heb ik geen kleine kinderen meer. Mijn zoon heeft al de leeftijd bereikt dat hij liever met levende poppen speelt. Maar mijn buurvrouw heeft het in deze periode wel hard te verduren. Omdat er hier geen werk voor hem was, is haar man naar Duitsland gaan werken. Buiten het feit dat dit natuurlijk grote problemen schept op het relationele vlak, kan men niet echt zeggen dat die mensen nu uit de nood zijn, aangezien de vrouw achterblijft met drie kinderen om voor te zorgen. Zoals vorig jaar zullen de buren dan ook bijspringen om de Sint ter hulp te komen.
OOK DE HANDELAARS
We hebben ons oor ook eens te luisteren gelegd aan de andere kant : die van de verkopers. En op een paar nieuwigheden na die steeds op een novelty-effect mogen rekenen (zie “Game over“), horen we hier hetzelfde klaaglied.
Niet te verwonderen als men er rekening mee houdt dat dit jaar niet minder dan twee grote namen verdwenen in de speelgoedsector in ons land. Christiansen werd opgekocht door de groep GB-Inno-BM en Lesneg-België (Matchbox) werd door de Britse multinational schandelijk aan z’n lot overgelaten ondanks de 35 miljoen netto-winst die het bedrijf in 1981 wist binnen te rijven.
Hoe groot de macht van de multinationals, ook binnen de speelgoedsector, wel is, wordt overigens bewezen door het feit dat het wetsvoorstel betreffende de veiligheid van het speelgoed (waarover we het vorig jaar in ons Sinterklaasnummer uitgebreid hebben gehad) onder druk van deze drukkingsgroepen werd verworpen. Dat er daartegenover een wetsvoorstel om de productie en verkoop van oorlogsspeelgoed af te remmen, wel doorkwam, is maar een magere troost.
Of overigens al die speelgoedhandelaars die zo de mond vol hebben van « verantwoord speelgoed » en wat weet ik allemaal, zo progressief zijn als ze lijken, is nog zeer de vraag (en dat niet alleen omwille van de peperdure prijzen). Zo weigerde een dergelijk iemand ons te woord te staan (zelfs naamloos) omdat we van De Rode Vaan waren. Dat is niet verantwoord, vinden we…
We vroegen het dan maar aan een boekhandelaar. Maar ook hier vingen we tot tweemaal toe bot. Deze keer niet wegens een vorm van boycot of zo, maar omdat het (op 27 november !) zogezegd nog te vroeg zou zijn om bepaalde conclusies te trekken. Als u het ons vraagt, is dit eerder een aanduiding dat althans de boekenverkoop niet schitterend verloopt. Of dit ten voordele is van ander speelgoed kunnen we dus uit onze rondvraag niet opmaken. Maar alleszins is het blijkbaar niet omdat de ouders hun geld aan kinderfietsen besteden !
Een fietsenhandelaar : Twee. Juist geteld twee gezinnen zijn bij mij in de winkel geweest met een kind, waarbij er in kryptische termen gesproken werd over « ja, dat moet ge dan maar in uw brief aan de Sint schrijven » of « als ge braaf zijt, zal de Sint die fiets dan wel brengen ». Nu neem ik wel aan dat het er een beetje uit is om die mythische figuur van Sinterklaas als een levend iets te blijven beschouwen, want kinderen krijgen nog wel cadeautjes in die periode maar geloven niet echt meer in die man met zijn baard, maar ik vind het toch typisch. En men kan niet zeggen dat de fietsenindustrie niet inspeelt op de jeugdige markt, hé ! Kijk maar naar al die soorten dure crossfietsen. En dat verkoopt ook wel, maar dan eerder in de zomer.
Referentie
Jan SEGERS, Leg wat in zijn schoentje, De Rode Vaan nr.49 van 1982
(*) Hé, ik kén deze “bediende”!