Het is vandaag ook al vijf jaar geleden dat Jean-Philippe Smet – beter gekend als Johnny Hallyday – in de buurt van Parijs is overleden aan de gevolgen van longkanker.

Toen hij de zestig was gepasseerd herinnerde Johnny Hallyday alias Jean-Philippe Smet zich plotseling zijn Belgische afkomst. Volgens waarnemers was het enkel maar omdat hij zich dan in Monaco zou kunnen vestigen en van het belastingvoordeel genieten (dat geldt immers niet voor Fransen), maar kom, de populairste zanger van Frankrijk was blijkbaar toch welkom in ons land, al verkoos-ie uiteindelijk Zwitserland om hetzelfde doel te bereiken. Wellicht tot groot genoegen van Marc Moulin. Die was immers helemààl niet gelukkig met Hallyday: “C’est un peu à cause de lui que la chanson française est devenue un sous-produit anglo-saxon. Hallyday, c’est le plan Marshall.” (Le Vif, 12/10/1990)
Inderdaad, Hallyday, de naam zegt het zelf al (zij het dat deze naam reeds de artiestennaam was van zijn stiefvader, Lee Ketcham, een danser uit Oklahoma). Toch woont hij de eerste twee jaren van zijn carrière in bij niemand minder dan Charles Aznavour, ook al is die op dat moment nog niet echt beroemd. Aznavour spoort hem aan om ook wat “ernstige” nummers te zingen en niet enkel “yeh yeh”. Samen met zijn schoonbroer George Garvarentz schrijft hij voor Hallyday dan ook “Retiens la nuit” en later voor zijn vrouw Sylvie Vartan “La plus belle pour aller danser”.
Ondertussen heeft Johnny Hallyday het ook proberen maken in Engelssprekende landen. “King for tonight” wordt voor hem geschreven door Artie Wayne en Ben Raleigh en Hallyday neemt het op in Nashville in 1962. Het zal echter pas worden uitgebracht in 1990, omdat het Engels van Johnny toch niet je dàt was. Het nummer werd dan maar ingezongen door ene Matt Collins, een Franse Joegoslaaf die bij het zelfde label zat. Het wordt echter ook geen succes en daarom wordt het getranscribeerd voor een meisje en aan de piepjonge Helen Shapiro gegeven. Die was zelf nog op tournee geweest met The Beatles en John Lennon en Paul McCartney hadden voor haar dan ook “Misery” geschreven. Dat werd echter terzijde geschoven voor “Queen for tonight”.
Voor die “Engelse” carrière had Johnny Hallyday natuurlijk ook een begeleidingsgroep nodig. Vier nog redelijk onbekende snaken boden zich aan, maar volgens de legende werden ze door Johnny afgewezen. Wist hij veel dat die broekjes later nog van zich zouden laten horen als… The Beatles!
Geen wonder dat Hallyday in die beginfase werd uitgespuwd door de intellectuelen en de alternatieven. Zodanig zelfs dat hij van Ferre Grignard “My crucified Jesus” stal om er met “Cheveux longs, idées courtes” een antwoord op te verzinnen voor de sneer van Antoine, die hem in zijn “Elucubrations” “en cage à Medrano” wilde steken. Kort daarop, in 1966 na de opname van “Noir, c’est noir” en op het moment dat David, de zoon die hij heeft verwekt bij Sylvie Vartan, één jaar oud is, probeert hij zelfmoord te plegen. Show of zit het hem werkelijk zo hoog?
Alleszins keren de kansen dankzij… mei ’68. De studenten zoeken aansluiting bij de arbeidersklasse en sacraliseren de arbeiderscultuur. En wie is hun groot idool? Jawel! Jacques Duvall (tekstschrijver voor Lio): “Il a chanté pas mal de textes idiots, mais il reste le plus grand interprète français de tous les temps. Plus que Montand ou Piaf parce que, sans jamais avoir bénéficié de la caution des intellectuels, il a toujours touché les gens.” (Le Vif, 12/10/1990).
En Johnny, qui n’est pas un ange, wil desondanks wel een beetje tegemoet komen: hij laat zijn haar nu ook groeien en “Que je t’aime” is gebaseerd op een thema van Mozart. En bingo, het ijs is gebroken!
Voor wie deze klassieke link een beetje vreemd voorkomt, is er de volgende anekdote, die de Gentse operazangeres Rita Gorr met destijds vertelde:“Weet u dat ik op de scène gedurende een korte tijd de moeder ben geweest van Johnny Hallyday? Hij weet dat zelf niet eens meer, denk ik. In 1952 zong ik voor de televisie ‘Amahl and the night visitors’ van Giancarlo Menotti, een kerstopera waarin ik de moeder was van een kreupele zoon. De rol was bedoeld voor de jonge Johnny Hallyday, maar tijdens de repetities begon zijn jongensstem te ‘breken’ zoals men zegt en hij werd afgevoerd.”
Men kan zich natuurlijk afvragen hoe Rita Gorr wist dat ze de toekomstige Johnny Hallyday tegenover zich had, als hij die naam nog niet gebruikte, maar daarbij dient opgemerkt dat de kleine Jean-Philippe Smet wel degelijk al faam maakte als kindacteur. Zo was hij in 1954 te zien in “Les Diaboliques” van Henri-Georges Clouzot.
Later heeft Hallyday ook nog een dochter met filmactrice Nathalie Baye. In tegenstelling tot David Hallyday, gebruikt zij wel haar échte familienaam (Laura Smet) en in 2004 stapt zij in het voetspoor van haar moeder met een zeer eervolle vertolking in “La demoiselle d’honneur”, een film van Claude Chabrol.
Zelf is Johnny Hallyday in 2006 te zien in (en als) “Jean-Philippe”, een Franse komedie van Laurent Tuel. De échte hoofdrol is echter weggelegd voor Fabrice Luchini, die een man speelt die eveneens Fabrice heet en een enorme fan is van… jawel! Op een dag echter krijgt hij een klap op zijn hoofd en als hij weer bij bewustzijn komt, blijkt hij in een parallel universum terecht gekomen te zijn, waar – o ramp! – Johnny Hallyday helemaal niet blijkt te bestaan…

Ronny De Schepper (met dank aan Raymond Thielens, Olivier Deplus en Arnold Rypens)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.