35 jaar geleden had ik een telefonisch interview met Daan Bauwens van het Kunstencentrum Vooruit voor de rubriek “Aan het lijntje” in De Rode Vaan. In tegenstelling tot vandaag, waar ik bovenstaande foto heb ontleend aan de site van Canvas, beschikte ik toen niet over een foto van Daan, zodat het interview als volgt begon…

64 bob hoskins

De man op de foto is niet René Verreth in « Den Dronkaard », maar evenmin Daan Bauwens van het Gentse Cultureel Centrum Vooruit die alvast klinkt op het succes van het Poolse Festival dat hij aldaar heeft georganiseerd van 13 tot 24 november. Nee, het is een acteur van de groep Provisorium die op donderdag 19 november tweemaal te zien zal zijn. Voor meer details verwijzen we u overigens naar onze rubriek « aktivaria », hier willen wij het met organisator Bauwens eerder hebben over de onderliggende cultuurpolitiek… in Polen, maar ook hier bij ons ! Maar eerst en vooral dus Polen. Daan Bauwens reisde tot nu toe als een soort talentscout Vlaanderen af om eigenzinnig talent naar de Vooruit te lokken. Nu is hij dus ook buiten de grenzen getreden. Meer bepaald naar Polen. Een toevallige ontdekking of een bewuste keuze?
Daan Bauwens: Ik ben niet « zo maar » in Polen terechtgekomen. Het was bij wijze van spreken een optie die hier in huis is genomen en dat vanuit twee motieven. Tien jaar terug kwamen er uit Polen heel wat dingen die zeer interessant waren en waar een vrij enthousiast Vlaams publiek voor bestond (denk maar aan voorstellingen in Proka), maar de laatste jaren was dit tot nul herleid. Wij gingen er echter van uit dat het niet kon dat alles daar ineens « uitgestorven » was en daarom zijn we dat ter plaatse eens gaan bekijken, met in het achterhoofd wel de mogelijkheid om echt goede of vernieuwende zaken naar hier te halen. En een tweede motief om dan precies Polen te nemen en niet Italië b.v. kwam voort uit een beetje onvrede met bepaalde trends die men binnen de programmatie hier te lande kan vaststellen. Het is ons eerste festival dat we organiseren en we wilden ons eigenzinnige karakter dan ook profileren.
— Terecht stel je dat Polen tien jaar geleden wél goed in de markt lag. Dat hing dan nauw samen met politieke gebeurtenissen (Solidarnosc e.d.). Heb je nu bij je zoektocht in Polen de indruk opgedaan dat, althans wat cultuur betreft, er een soort van glasnost heerst?
D.B.:
Het was voor mij alleszins een grote verrassing — en dan heb ik het niet enkel over theater, maar ook over plastische kunst, muziek, video enz. — hoe goed zij op de hoogte zijn van de meest avant-gardistische trends, die er op wereldvlak bestaan, onafgezien of het nu in Japan of in Amerika of in Tsjechoslovakije is. En zij schakelen zich ook heel goed in die nieuwe trends in, zodat het stereotiepe beeld van de Poolse cultuur die vooral op een politieke en een religieuze pijler zou zijn gebaseerd, in mijn ogen compleet doorbroken is. Die kunst is even universeel, even modernistisch als gelijk waar ter wereld. Misschien staan ze zelfs nog verder dan andere landen. In ons festival hebben we dat willen aantonen met een muziekgroep, een tentoonstelling en een reeks theatervoorstellingen, die enerzijds willen laten zien hoe een aantal gezelschappen zijn geëvolueerd (Scena Plastyczna komt b.v. met een oude voorstelling die zowat de doorbraak betekende op de internationale markt, maar ook met een voorstelling die pas een paar maanden geleden in première is gegaan) en anderzijds natuurlijk ook een nieuwe generatie theatermakers aan bod wil laten komen.
— Kort samengevat, worden de artiesten die u brengt gestimuleerd, getolereerd of tegengewerkt door de overheid ?
D.B.:
Tegengewerkt niet. Gestimuleerd of getolereerd is vergelijkbaar met wat hier gebeurt. Die oudere gezelschappen — die ik nu voor het gemak zo noem want zou je in onze contekst het NTG een « ouder gezelschap » noemen b.v.? — hebben natuurlijk een soort van institutionalisering ondergaan. Dat zijn nu eenmaal mensen die bewezen hebben wat ze kunnen en die worden dan ook gesteund om bepaalde dingen te kunnen doen, waar een jongere generatie nog totaal niet aan toe is. Tegengewerkt worden deze laatsten ook niet, maar ze worden niet gesubsidieerd en daardoor werken ze wel een beetje in de marge, zoals ook bij ons heel veel mensen op hun zolder theater moeten maken. Eens ze echter naam hebben gemaakt, b.v. in het buitenland, dan komt de overheid wel over de brug, hier zowel als ginder.
— Financieel zal het festival voor Vooruit wel een harde dobber zijn. Is het desondanks betaalbaar gebleven voor het publiek ?
D.B.:
Op één uitzondering na, namelijk de voorstelling in het Gravensteen waar slechts 120 mensen binnen kunnen, vragen wij voor alle voorstellingen de normale prijs van 250 à 300 fr. We hebben dus wel een groot risico genomen, want pas in september heeft het ministerie van cultuur toegezegd dat, als er verlies is, zij op de een of andere manier wel zullen tussenkomen. Voor ons is dit festival echter een statement naar de overheid toe, een visitekaartje dat ons zou moeten toelaten uit het sukkelstraatje van BTK-statuten en vrijstelling van stempelcontrole te geraken.
Het publiek moet alvast niet meer worden overtuigd, nu nog de minister en we zijn er. Allez, vooruit!

Referentie
Jan Draad, Daan Bauwens aan het lijntje, De Rode Vaan nr.46 van 1987

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.