Raymond Thielens meldt me de dood van Will Ferdy op 95-jarige leeftijd. Ik ken hem al sedert “Ziede gij mij geire?” (Will, niet Raymond) en midden de jaren zestig heb ik zelfs een epeetje (extended play, vier nummers i.p.v. twee) gekocht met daarop “De stervende”, zijn versie van “Le Moribond”. Maar dat was dan wel als geschenk voor mijn moeder, want zelf heb ik me nooit echt aangesproken gevoeld door de man. Wat niet wil zeggen dat ik zijn belang voor de Vlaamse “kleinkunst” onder de mat wil schoffelen. Ergens in de jaren tachtig schreef ik volgend stukje over Will Ferdy in De Rode Vaan. Jammer genoeg ben ik weer slordig geweest met bronvermelding…

De nieuwe Will Ferdy-elpee is er. Ze is niet via onze redactie gepasseerd en de twee mogelijke reacties daarop (1.hartstochtelijk huilen; 2.naar de platenboer snellen) zijn aan mij niet besteed, want Will is iemand die wel degelijk nog onder de noemer “kleinkunst” valt en daarover heb ik nu toch reeds in het lang en het breed mijn mening gegeven, nietwaar?
Toch is deze ongehoorde (letterlijk) elpee een goede aanleiding om twee tijdschriften aan onze lezers voor te stellen. Zowel in F-magazine (het fanblad van de Will Ferdy-club) als in Link (het homo-maandblad) wordt ze immers besproken. En tweemaal op een opmerkelijke manier. Link verrast ons vooral door een zeer positieve recensie vanwege hoofdredacteur Jan Vergauwen. Hieruit blijkt echter dat deze zich vooral laat leiden door de teksten, waarvan er twee onverbloemd naar Wills “anders-zijn” verwijzen en op zijn minst drie andere in bedekte termen.
Dit maakt de reclame-recensie in het fanblad des te merkwaardiger, want daar slaagt men erin nergens over dit aspect van de plaat te reppen. Nochtans heet ze “Autobiografisch 2” en verwijst alzo uitdrukkelijk naar de ophefmakende “Ik ben van ver teruggekomen” (1973). Merkwaardig is trouwens dat dit hele blaadje baadt in een halfzachte atmosfeer die vaag aanleunt bij het religieuze reveil dat ons de laatste tijd teistert (een kort stukje over Taizé, optredens van Will Ferdy in huwelijksmissen, Bond zonder Naam-slogans enz.).
Zou Will zelf wel gelukkig zijn met een dergelijk blad? Tenslotte heeft hij de niet geringe verdienste de problematiek in de openbaarheid te hebben gebracht via een geruchtmakend interview in 1971 als hij als eerste B.V. zichzelf op de televisie “out” als homo.
Will Ferdy: Die bekentenis, dat is mijn vorm van engagement. Ik voelde me erna vrijer, eerlijker… het was een soort van zelfbevrijding. En ik ben ervan overtuigd er andere mensen een dienst mee bewezen te hebben. Elk zijn manier van aanpak. Ik verkies de zachte tik met de handschoen. ’t Is nonsens om iets te maken waarvan je weet, dàt zal het publiek wel behagen. Ik sta achter mijn nummers, met hart en geest.

Het beste nummer van Will vind ik uiteindelijk “Christine”. Het nummer zelf zoals het is uitgebracht, maar ook nog in twee andere versies. De ene in het Gents en een tweede als “Mijn vriend”, want zo heette de oorspronkelijke versie. “Ik heb je weer ontmoet, mijn vriend, na al die lange dagen…” Maar daarvoor was de tijd (1965) toen nog niet rijp…

Ronny De Schepper

Zanger/tekstschrijver/cabaretier/conférencier/acteur Will Ferdy groeide als Werner Ferdinande op aan het Nieuwland, en vrij volkse Gentse wijk, later Sluizeken-Muide genoemd. Als kind keek hij op naar de toenmalige sterren van radio, 78-toerenplaten en film en oogstte al vlug succes door hen corporeel te imiteren en hun typische accenten of stemverbuigingen bijna feilloos na te bootsen. Zijn eerste one man show gaf hij op zijn plechtige communie in 1938. Toen hij een jaar later naar Ledeberg verhuisde begon hij mee te werken – bij diverse parochiale groeperingen – aan ”Boente Oavenden” en speelde hij enkele rollen bij de Rederijkerskamer “De Ghesellen van Sint Lieven”. Enkele jaren later startte hij, het Will Ferry Cabaretgezelschap (sic). Tijdens zijn legerdienst bij de Welfaretroepen werkte hij solo onder die artiestennaam. In 1948 besloot hij voor de rest van zijn leven beroepsartiest te worden. Van 1950 af scoorde hij hits als : “Ziede gij me gere?” (1951 Jan Verbraeken/Ferdy), “Het Regent in de Straten” (1954 Ke Riema/Ferdy en Roger Berry) , “Het Schrijverke” (1960 Guido Gezelle/Ferdy) enz. Inmiddels werden er van dat laatste meer dan honderdvijftigduizend exemplaren van verkocht en het verscheen steeds weer op compilatie-cd’s in originele versie of in nieuwe bewerkingen. Ferdy was geboeid door de Vlaamse literatuur en muziek en nam langspeelplaten op met 19 Gezellegedichten, “Will Ferdy zingt Armand Preud’homme” en “Will Ferdy zingt Brel en Ferdy”, die goud haalden. In 1970 outte hij zich, als eerste Vlaamse zanger als homoseksueel. Die voor die tijd zeer moedige beslissing priveerde hem van veel optredens maar anderzijds werd hij door anderen bijzonder gewaardeerd voor zijn moedige openheid. Met “Ik ben van ver teruggekomen” (1973) liet hij een herboren Ferdy liet horen, die veelgevraagd werd voor radio- en televisiewerk. Vooral Nederland toonde aandacht voor zijn werk en talrijke televisieshows volgden elkaar op. In Nederland en in Vlaanderen kreeg hij eigen radioprogramma’s. In 1976 verzamelde hij prijzen op het Bulgaarse The Golden Orpheus Songfestival. Tot zijn grootste hits, naast bovenstaande, behoorden: “Belijdenis”, “De Laatste Zeven Dagen”, “De Straatmus van Parijs” en ook “Christine”. Hij schreef ook drie biografische boeken: “Zo ben ik nu eenmaal”, “De Waarheid” en “De Moeilijke Jaren” uitgegeven bij de Standaard Uitgeverij, Antwerpen, waarin hij met een ontwapenende openhartigheid en in een boeiende, vloeiende schrijftrant over zichzelf vertelt en getuigenis aflegt van zowel geslaagde als minder geslaagde ondernemingen en belevenissen in zijn loopbaan en in zijn privéleven. Een vierde boek, “Ik weet wat liefde is”, stond op stapel, maar door het drukke leven dat de zanger-componist-auteur en acteur tot zijn dood heeft geleid, is hij er uiteindelijk niet toe gekomen om aan die opdracht te voldoen.

Will Ferdy maakte deel uit van het radiocabaret “Kop en Staart” en gaf gestalte aan het onvergetelijke typetje “Peterke”, later aan “Flup, de Facteur” (in “De Tijd van Toen”). In 1994 speelde hij als acteur in het dagelijkse Radio 2-hoorspel “ ’t Koekoeksnest” en later bij EWT-Randstadtheater. Zijn discografie is enorm: 40 78-toerenplaten, 50 LP’s, bijna ontelbare 45-toerenplaatjes en single CD’s, 33 full CD’s in het Nederlands, het Frans, het Engels, het Duits en het Gents… Op die laatste stonden de liedjes die hij schreef of hertaalde voor zijn one man show tijdens de Gentse Feesten. In 1997 speelde hij (samen met Roxanne Sirejacobs en ’t Gensche Netje in het Koetshuis van het Cour Sant Georges/Sint Jorishotel “Gensche madaamen oender de paane” (tekst en regie Freek Neirynck) en in 2004 in “Frikandon mee kriekskes” door het Nieuw Gents Volkstoneel. In juli 2005 was Will Ferdy na 5 jaar afwezigheid helemaal terug op de jaarlijkse Gentse Feesten. Hij bracht er samen met Jürgen De Smet in het Minnemeerstheater de theatershow “Will Ferdy intiem”. In 2006 volgde op de Gentse Feesten hun show “Charme van het Chanson”. In 2007 brachten Will Ferdy en het Combo Jürgen De Smet (die ook voor hem componeerde) de Antwerpse galaconcerten “Will Ferdy 80” in de Arenbergschouwburg en in 2008 “60 jaar Will Ferdy” in de Bourlaschouwburg in aanwezigheid van de toenmalige minister van cultuur Bert Anciaux. Will Ferdy wenste zijn prachtige carrière in schoonheid te beëindigen en daarom heeft hij de beslissing genomen van einde juni 2014 een punt te zetten achter zijn concert optredens. Hij ontving voor zijn verdienste o.m. de Eugène de Ridderprijs van Sabam (1966), De Gouden Sirene – La Sirène d’ Or (1973, 1975 en 1976, Casino Middelkerke), de Medaille van de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap (1978). In 1988 werd hij Ridder in de Kroonorde. In zijn geboortestad Gent, waarmee hij nooit de banden brak, ontving hij in 1990 de Toni Fakkel Award en in 2003 een Gensch Antsje van de Gensche Sosseteit.

Freek Neirynck

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.