Fons Mariën las Racisme: stop de pijn van Naima Charkaoui, Ikrame Kastit en Rozan Cools (Illustrator)
Dit boek is gericht op kinderen en is bedoeld om ze ‘racismewijs’ te maken. Auteurs zijn Naima Charkaoui, die eerder ‘Racisme. Over wonden en veerkracht’ (voor volwassenen) schreef, en Ikrame Kastit, die coördinator is van Uit De Marge vzw (een steunpunt voor kinderen en jongeren in een maatschappelijk kwetsbare situatie). Voor welke leeftijdscategorie dit boek precies bedoeld is, wordt in het midden gelaten. Toch werd getracht een heel leesbare en eenvoudige taal te gebruiken en is extra zorg besteed aan de vormgeving, met illustraties door Rozan Cools.
Op een erg toegankelijke wijze trachten de auteurs aan de jonge lezers duidelijk te maken wat racisme is, welke kwetsuren racisme veroorzaakt, hoe ze zich ertegen kunnen wapenen, hoe ze kunnen reageren op racisme en wat foute manieren zijn om te reageren. We bevinden ons op vooral psychologisch terrein als we deze benadering willen typeren. De auteurs onderscheiden verschillende vormen van racisme: zij spreken over racisme in code rood, code oranje of code geel naar gelang de ernst van de feiten of uitspraken, waarbij rood uiteraard het ernstigst is (er is duidelijk sprake van strafbare feiten). Bij code geel gaat het meestal om ‘racistische uitspraken’ die zo niet bedoeld zijn. Dit begrip komt grotendeels overeen met wat al eens ‘microagressie’ wordt genoemd. De auteurs betogen dat ook goed bedoelde uitspraken kleine kwetsuren kunnen opleveren die op de duur lastig om dragen zijn.
‘Racisme : stop de pijn’ is de jongerenversie van Naima Charkaouis boek voor volwassenen, dat ik eerder las. Dit jeugdboek lijdt dan ook aan dezelfde euvels die ik al opmerkte bij de lectuur van haar eerste boek en die ik expliciteerde in mijn eigen boek hierover. Een van mijn belangrijkste bezwaren tegen haar visie luidt dat ze geen onderscheid maakt tussen racisme om biologische gegevens (huidskleur, vermeend ras, etnische afkomst) en om culturele factoren (de auteurs vermelden vooral geloof expliciet). Nochtans is dat een fundamenteel onderscheid: biologische factoren zijn een kwestie die je meekrijgt bij de geboorte en die je zelf niet kan beïnvloeden. Een geloof krijg je wellicht mee van je ouders of het milieu waarin je opgroeit, maar kan je wel veranderen wanneer je de leeftijd bereikt om er zelfstandig en kritisch over na te denken. Een geloof is in wezen een overtuiging en geen enkele overtuiging staat per definitie boven elke vorm van kritiek. Dat vernemen we niet in dit boek, waarin geloof gewoon naast de biologische gronden van racisme geplaatst wordt. Op deze wijze wordt elke kritiek op een geloof als racistisch bestempeld. Ik weet wel dat dit boek bedoeld is voor jonge lezers en dat je in vereenvoudigde taal niet alle nuanceringen kunt aanbrengen. Maar het boek voor volwassenen dat Naima Charkaoui schreef, is in hetzelfde bedje ziek.
Ook wordt hier het omstreden concept ‘microagressie’ gebezigd onder de vorm van code geel racisme. Is het echt verstandig kinderen wijs te maken dat ze vrij onschuldige uitspraken zonder slechte bedoelingen moeten zien als racisme? Verder schrijven de auteurs veel over stereotypen en vooroordelen, maar uit de voorbeelden blijkt dat ze menen dat enkel jongeren uit minderheidsgroepen hiervan het slachtoffer zijn. Weten ze niet dat er ook stereotypen en vooroordelen tegenover leden van een meerderheidsgroep bestaan? Door het gebruik van concepten als microagressie en cultureel racisme (geloof) wordt het racismebegrip nodeloos uitvergroot. Zo lijkt het inderdaad of racisme alom en constant aanwezig is en lijkt het alsof deze kinderen en jongeren altijd in een vijandige omgeving moeten leven. Je zou voor minder paranoïde worden.
Fons Mariën
Ik vind het erg opdringerig, de reclamespots op televisie waar het ouderpaar meestal is samengesteld uit een blanke en een kleurling(e). Hopeloos vervelend en belerend, het zogezegde antiracisme wordt ons met een trechter in de slokdarm geramd. ben ik daarom een racist? Of ben ik een persoon die deze kinderachtige kul niet wenst te slikken en vindt dat de amorfe massa (kijkvoer) nog steeds wordt beschouwd als op te voeden kleuters.
LikeGeliked door 1 persoon