Vandaag wordt Hugo Van Laere 65 jaar. Ik geef het toe: zijn naam klinkt niet erg bekend. Maar de “telenovelas” Sara en David op VTM des te meer. In het najaar van 2017 werd ook het romantische drama “Alleen Eline” over een jonge fysiotherapeute die zich ontfermt over een jong meisje in de bioscoop verwacht. Toch ken ik hem uit een heel andere context…
Ik kijk niet naar “telenovelas” en al helemaal niet op VTM, waar ik om het kwartier een blok reclame van vijf minuten in de maag krijg gesplitst – alhoewel, met een opspelende prostaat zit ik op de VRT soms naar een reclameblok te verlangen… (*). Maar goed, ik dacht dus niet dat ik daar ooit iets zou over schrijven. Tot ik achterover viel omwille van een groot interview in Het Nieuwsblad van 3/5/2008 met de grote man àchter “Sara” en dat bleek niemand minder dan Hugo Van Laere te zijn. Nou breekt m’n klomp! De grote “theatervernieuwer” van destijds zegt nu (als grote titel): “Liever slechte kritiek en goede kijkcijfers dan andersom”. Nou ja, in de tijd toen hij o.m. door mij werd “neergesabeld”, zoals hijzelf zei, waren niet enkel de kritieken maar ook de “kijkcijfers” ontzettend slecht…
Hugo Van Laere (°Assenede, 13/3/1957) was toen aan het werk in Arca. Voor het seizoen 1995-96 werden bij Arca immers twee nieuwe vaste regisseurs aangetrokken: Bart Verschaeve van het Universitair Toneel en Hugo Van Laere van het Salon. Jo Decaluwe in “De Standaard” van 3/7/1998: “Dat waren studenten van mij op het Rits. Dat was een frisse, jonge tandem (maar het) is niet helemaal doorgegaan. Ik voel weinig behoefte om hun verwijten te maken. Misschien moet ik eerder mezelf verwijten maken, omdat ik het nog eens opnieuw met een tandem wou proberen. Het blijft mijn artistieke verantwoordelijkheid, want ik heb ze gekozen. Maar ja, dan lukt dat even niet. Ik ben een beetje bang geworden van artistieke duo’s. Dat zit vaak snel scheef.”
Op het einde van het seizoen deed “Blauwe dozen” voor mij de deur dicht. Ik maakte mij verschrikkelijk boos op Hugo Van Laere die ik een “bedrijfsspion voor het NTG” noemde, omdat hij moedwillig Arca in de dieperik hielp om de “overname” te vergemakkelijken. “Maar wat valt er nog over te nemen? Zelfs geen blauwe, maar een lége doos!“
Hiermee maakte ik een allusie op de plannen die Jean-Pierre De Decker op dat moment ontwikkelde. Hij wou alle Gentse theaters verenigen in één groot “Publiekstheater” (denk aan zijn slogan: “Een theater voor een publiek, publiek voor een theater“) met dan “professioneel volkstheater” in de Minard, jeugdtheater in de Kopergietery, klassiek repertoiretheater in het NTG, hedendaags repertoiretheater in de Minnemeers en experimenteel theater in Arca.
“Daarbij komt nog het feit dat theater, zeker in Vlaanderen, de laatste jaren waanzinnige sprongen heeft gemaakt – interessant hoor, en echt goed, maar niet te volgen voor iemand die het niet heeft meegemaakt. Wat moet je dan met een achttienjarige die een beetje afgesneden leeft van de cultuur, eens wil kijken hoe theater vandaag de dag gemaakt wordt en naar Rijkemanshuis van Ivo Van Hove gaat kijken? Die kan dat toch totaal niet volgen! Dus is het de taak van de school om een soort inhaalmaneuver te maken, om uit te leggen dat je niet meer op de bühne kunt brengen wat nu op televisie gebeurt enzovoort.” (Hugo Van Laere aan Hans Seminck van Steps)
En net op dat moment toen “het theaterlandschap door problemen overwoekerd werd, vroeg men mij om mee te schrijven aan de VRT-serie Brussel Nieuwsstraat van Walter Baele,” zegt Hugo Van Laere in dat interview in Het Nieuwsblad. Alhoewel het niet echt een succes was (“Humor is heel moeilijk. Ik heb trouwens voor mezelf beslist me nooit meer aan humor te wagen”), was Van Laere blijkbaar toch gelanceerd als scenarist. Eerst voor “Rupel” (“De politieserie Rupel oogstte lovende recensies, maar het publiek keek niet”), daarna o.a. voor “Aspe” en de film “Dennis van Rita” van Hilde Van Mieghem. Hiervoor kreeg hij in 2006 op het filmfestival van Shangai zelfs de prijs voor het beste scenario. Waarna dan “Sara” kwam, dat tijdens de allereerste uitreiking van de “Televisiesterren” de publieksprijs voor “beste serie” wegkaapte.
Ronny De Schepper
(*) Hé, da’s om ’t lachen, hé mannen! Die prostaat niet, maar dat zogezegd “verlangen” naar reclame op de VRT. Ik krijg nu al de zenuwen van al die trailers die honderden keren worden herhaald!!! Da’s bijna even erg. Nog één geluk: op de VRT onderbreekt men er de programma’s nog niet voor!
Referentie
André Grosemans, “Liever slechte kritiek en goede kijkcijfers dan andersom”, Het Nieuwsblad, 3/5/2008.
Leerde Hugo kennen via Sam Bogaerts. en het toneelstuk Onweer in de Tropen met Chris Boni. Waar is de tijd….
LikeGeliked door 1 persoon