Het is vandaag al 45 jaar geleden dat de Hollywood-scenarist Dalton Trumbo is overleden.

In 1947 weigerde Trumbo als lid van de zogenaamde Hollywood Ten (de scenaristen Albert Maltz, Lester Cole, Samuel Ornitz, Ring Lardner jr, Dalton Trumbo, John Howard Lawson, de producer Robert Adrian Scott, de journalist Alvak Bessie en de regisseurs Herbert Biberman en Edward Dmytryk) te getuigen tijdens een hoorzitting van de House Committee on Un-American Activities (HUAC), dat toen communistische invloeden in de filmindustrie onderzocht. Daardoor belandde hij gedurende dertien jaar op de zwarte lijst van Hollywood. Tijdens die periode schreef hij scenario’s onder een pseudoniem of werden andere schrijvers als dekmantel ingeschakeld, een zogenaamde “front man”, d.i. een stroman die ervoor zorgde dat geschrapte scenaristen toch nog aan de slag konden. “The Front” is trouwens een film van Martin Ritt uit 1976 met in de titelrol Woody Allen. Het scenario was geschreven door Walter Bernstein, die eveneens tot de uitgestotenen behoorde. Op die manier won Trumbo in de jaren 50 twee Academy Awards. Zo b.v. voor Roman Holiday in 1955. Hij kreeg die oscar echter pas in… 1993, vijftien jaar na zijn dood.  En zo kwam het dat de oscar oorspronkelijk in ontvangst genomen werd door zijn vriend Ian McLellan, die als “front” optrad. Niet veel later zou McLellan zelf op de lijst komen te staan.
Dalton Trumbo heeft in 1956 als “Robert Rich” ook een oscar behaald voor het script van “The brave one”, een film van Irving Rapper. Onnodig eraan toe te voegen dat “mijnheer Rich” zijn prijs nooit is gaan afhalen… Trumbo kreeg hem wel overhandigd in 1975, één jaar voor hij op 71-jarige leeftijd aan kanker overleed.

Trumbo schreef ook “Tender comrade” voor Edward Dmytryk. Op the Internet Movie Database schrijft men: “This film was introduced as evidence when director Edward Dmytryk and writer Dalton Trumbo were hauled before the House Un-American Activities Committee, which was investigating them on suspicion of being Communists. Despite the film’s many flag-waving speeches, the communal living arrangements of the ladies in the film was cited as evidence of how Dmytryk and Trumbo attempted to brainwash unsuspecting American moviegoers with Communist “propaganda”. As even more damning “evidence”, there was the use of the word “Comrade” in the title.
Screenwriter Dalton Trumbo and director Edward Dmytryk were known for their left-wing political beliefs – they were among the infamous “Hollywood Ten” blacklisted during the McCarthy-era anti-Communist hysteria after the war – and leading role Ginger Rogers, a staunch Republican
(zij steunde b.v. “The Motion Picture Alliance for the Preservation of American Ideals” van John Wayne, Ward Bond, Hedda Hopper en Roy Brewer), began noticing what she interpreted to be “anti-American” speeches in her dialog. Upon complaining, the speeches were given to other actresses.
Although there was a Los Angeles premiere on December 19, 1943 to make the film eligible for the 1943 Academy Awards – particularly Ginger Rogers’ performance, which would fail to be nominated – the movie was not released nationally until June 1944. After the Los Angeles opening, new footage which altered the ending was shot between January 7 and 9 and then on January 20, 1944.”

Meer dan zeventig jaar na de feiten lokt deze film op de IMDb nog altijd heftige discussies uit, waarbij het opvalt dat de redactie van IMDb de linksgetinte commentaren systematisch schrapt, zodat alleen de extreem-rechtse reacties blijven staan.
Van 1951, toen zijn naam als scenarist werd geschrapt van de aftiteling van “The Prowler”, tot 1960, toen Otto Preminger het verbod aan zijn laars lapte en hem voor “Exodus” toch op de generiek plaatste, zag Dalton Trumbo zich dus verplicht onder pseudoniem te werken (b.v. voor “The boss” over de connecties tussen de regering en de maffia). Dalton Trumbo maakte zijn “come-back” dankzij Kirk Douglas in een “communistische” film als “Spartacus” (een slavenopstand!). ‘t Is te zeggen: het script werd Douglas onder een andere naam (Sam Jackson) aangeboden, zoals dat toen gebruikelijk was. Toen Douglas (producer én hoofdrol) hoorde dat achter het pseudoniem Dalton Trumbo schuilging, eiste hij dat diens echte naam op de generiek zou komen. En zo werd voor het eerst de Zwarte Lijst doorbroken.

In 1971 kreeg Dalton Trumbo (deze keer ook als regisseur) bijna de Gouden Palm in Cannes voor “Johnny got his gun”, omdat die in alle hevigheid de gruwel van deze oorlog weerspiegelde. Het is een pijnlijke illustratie van het feit dat de “negatieve” wetenschap (de moderne versie van “zwarte magie”) verder stond dat de “positieve”. Met andere woorden: de vernietigingswapens die de legers ter beschikking stonden, waren reeds zeer “geavanceerd”, maar de medische wetenschap bijvoorbeeld hinkte achterop. Aangezien plastische chirurgie op dit niveau nog onbestaande was, lapte men kapotgeschoten gezichten op de meest primitieve wijze op (een buisje i.p.v. een neus en zo meer).

In 1972 the filming of “Papillon” started without a completed script. Director Franklin J. Schaffner would get up at 4 a.m. and meet with co-writer Dalton Trumbo for an hour or so for a last look at the pages to be filmed that day. When the day’s shooting was finished, Schaffner returned to the hotel to meet with Trumbo until late in the night to see what he had written that day. Dalton Trumbo never grumbled about the demanding schedule, but illness forced him to leave the production before the script was completed. He was found to have lung cancer, scotching any possibility that he could return to the set after visiting his doctors in California. The script was completed, under a fortuitous arrangement with the Writers Guild, by Trumbo’s son Christopher, who already had one movie and some television credits by that time.

Dustin Hoffman based his character in “Papillon” on Dalton Trumbo, particularly his withdrawn and shy mannerisms which had inspired Hoffman when meeting Trumbo for the first time. Hoffman once said of Trumbo: “He’s a real feisty man and he’s got a combination of toughness and sophistication and integrity that I felt were right for Dega. So I said, why didn’t he write the character of himself, so to speak?”

The movie Trumbo (2015), starring Bryan Cranston, Diane Lane, John Goodman and Helen Mirren, chronicles the life of screenwriter Dalton Trumbo from 1947 to 1970.

Ronny De Schepper

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.