Het is vandaag al vijftien jaar geleden dat Guido Depraetere is overleden. Over hemzelf heb ik weinig geschreven. Zelfs zijn Baziel-typetje komt maar heel even ter sprake in mijn overzicht van Vlaamse humor. Maar dat zal Guido zelf wel niet erg hebben gevonden, want hij stond toch vooral bekend als één van de co-managers van VTM eind jaren 80, begin jaren 90. Samen met co-manager Mike Verdrengh stond dit duo toen bekend als “Mike & Guido”. En net als dat andere legendarische duo “Mike & Zaki” had ik, zeker in de beginfase, de indruk dat “Mike & Guido” vooral op de jeugd mikten. Dat trachtte ik duidelijk te maken in een beschouwend stukje over de pas opgestarte VTM onder de titel “Je bent jong en je wil wat” (de vroegere slogan van Veronica, toen die nog deel uitmaakte van het Nederlandse omroepbestel)…
Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Een aloud adagium. En als er één kritiek is die al die jaren heeft stand gehouden, dan is het wel dat de BRT te weinig aansluiting vindt bij de Vlaamse jongeren. Maar wat blijkt nu? Nieuwkomer VTM heeft ook geen uitgesproken « jeugdig » profiel. « Wij zijn Veronica niet! » zingen de kalende broertjes Guido Depraetere en Mike Verdrengh in koor. « Je bent jong en je wil wat? » Lees dan VTM maar in spiegelschrift…
Dé grote vedette op het VTM-openingsgala in Oostende was Tom Jones. Zelfs twintig jaar eerder toen de man op het hoogtepunt van zijn roem was, zou men daarmee bezwaarlijk kunnen uitpakken bij de jeugd. Die dweepte liever met « Strawberry fields forever » dan met « Green green grass of home ». Dat « jeugd » ook meteen zou staan voor « progressief » (hier in muzikaal opzicht, maar helaas ook op andere vlakken) is echter al lang achterhaald. Zelfs zodanig dat ook wij nu de voorkeur geven aan de Las Vegas-stem van Jones boven de mechanische dreun van de New Beat. Maar wij maken geen commerciële televisie. Onze verouderde smaak kan dan ook eventueel alleen maar in de huiskring voor discussie zorgen, lonende publiciteitscontracten hangen er niet van af.
Het is algemeen geweten: het gros van de programmatie van VTM bestaat uit films en series. Als we het eerste aanbod als richtingaangevend kunnen beschouwen, dan valt het met die filmprogrammatie wel mee: « Witness » en « Once upon a time in America » b.v., hopelijk niet onderbroken door reclamespots — wat trouwens wettelijk verboden is (*) en het spreekt vanzelf dat sommige films zich op de eerste plaats tot een jongerenpubliek richten (« Back to the future » en « Staying alive » o.a.).
Toch valt ook hier reeds op dat men vooral naar de « familiefilm » mikt (« De Paniekzaaiers », « Splash »). Men gaat er dus van uit dat men op die manier het meeste volk voor het scherm kan verzamelen : jong zowel als oud.
Nu, bij films wil dat inderdaad nog wel eens meevallen, maar bij de feuilletons ligt dat al heel anders. Zijn jongeren echt zo verhangen aan « Dallas », « Hunter », «Jake and the Fatman », « War and Remembrance », « Noble House », « Empty nest», « She’s the sheriff », « Dear John », « Taxi », « Cheers » of « Odd couple » ? Uit mijn eigen jeugd herinner ik me wel tal van series die ik niet wilde missen (« The Long Hot Summer », « Highway Patrol », « Bonanza »… ), maar mijn generatie had veel minder alternatieven. Bovendien was in die tijd de televisie nog altijd een attractie op zich. Dat er bewegende beelden waren, was bij wijze van spreken al voldoende (zoals trouwens mocht blijken toen de BRT in de reeks « de jaren zestig » een aantal van die « onmisbare » feuilletons heruitzond!). In de vooravond is er na tekenfilms voor de allerkleinsten wel een jeugdserie, maar daarna zit men al vlug in spelletjes á la « Cijfers & Letters » en « Rad van Fortuin », die ook een handelsmerk van VTM blijken te zullen worden.
Concertfilms zijn natuurlijk een passepartout voor alles. Dat hebben de BRT en de andere openbare omroepen ook al begrepen (vooral Télé 21, die zich trouwens wél heel uitdrukkelijk als een jongerenzender profileert). Maar het is dan toch weer typisch dat VTM startte met « Tura 2000 » , terwijl vandaag vrijdag Rod Stewart volgt, wat het hartje van ondergetekende natuurlijk wat sneller doet slaan, maar waardoor hij zich precies vaak het epitheton van « overjaarse hippie » op de hals haalt…
Anderzijds is de keuze van Will Tura uiteraard een zeer bewuste knipoog naar de fameuze « Vlaamse artiesten », een amalgaam dat reeds sinds jaar en dag tegen de BRT zit aan te schoppen. Ons inziens ten onrechte, want binnenlandse kwaliteitsproducties hebben op onze nationale zender altijd voldoende aandacht gekregen (sommige zelfs overdreven, als je ’t ons vraagt). Maar om kwaliteit is het bij die drukkingsgroep uiteraard niet te doen – waarmee we echter niet Will Tura bedoelen, die wellicht hun kwalitatief meest hoogstaande uithangbord is.
Deze slag heeft de BRT ondertussen al opgevangen door het creëren van « Moet Kunnen », een popprogramma met eigen artiesten waarin Bart Kaëll naast Soulsister « moet kunnen » staan. De voorstanders van VTM verbijten de pijn dan weer met aan te voeren: zie je wel dat concurrentie ook de BRT ten goede komt ! Wij denken daar anders over. Ten eerste lieert de BRT zich voor die programma’s op een tamelijk onzindelijke wijze met een aantal dancings die « in » zijn en ten tweede hebben wij niet zitten wachten op Tasha, Nathalie of Pascale (wie die brave borsten ook mogen zijn). Maar het is vooral de vraag of de jeugd hierop zit te wachten, vooral als men ziet dat ook « Fanclub » tot de popprogramma’s wordt gerekend. De paar keren dat wij hebben gekeken, hebben wij sprekende papegaaien gezien (of was dat dan toch Ben Crabbé?) en fietsende akrobaten en zwaarlijvige cowboys en gebrilde chansonniers, maar pop… ? Neen, geef ons dan maar de reeks « This is not a lovesong », die de BRT in het vooruitzicht stelt en die (toegegeven: alweer) de geschiedenis van de rock’n’roll nog eens uit de doeken wil doen.
VTM plaatst hier drie wekelijkse programma’s tegenover. ’s Zaterdags is er de « Clip top 30 », gepresenteerd door Koen Wauters, de zanger van de Nederlandstalige popgroep Clouseau (of elektrische kleinkunstgroep), en Francesca Vanthielen, een BRT 1-radio ontdekking. Naast de platenhandelaren doen ook de lokale radiostations hier hun duit in het zakje.
Op donderdag (vlak voor « Dallas ») is er « Tien om te Zien », een show gepresenteerd door Bea Van der Maat (foto) en Willy Sommers (het koppel van ’t jaar!). De rode draad hiervoor is de Vlaamse top tien en voor wie nu nog geen beroerte heeft opgelopen, is er alsnog een kans met de verklaring van producer Jos van Oosterwijck, dat dit een « mix moet worden tussen Op Losse Groeven en Nederland Muziekland ». ’s Vrijdags is er dan in de late uurtjes een echt rockprogramma, maar of daar naast gekochte concertfilms en clips ook nog een eigen bijdrage in zal voorkomen is nog onduidelijk.
Overigens, die « late uurtjes » mogen dan een constante zijn op alle zenders, hierbij toch de bedenking of dit wel een geschikte programmatie is. Popconcerten moet men toch keihard kunnen beluisteren? Tenzij het de bedoeling is dat men met een koptelefoon voor het scherm zit natuurlijk. En dan nog oogkleppen en je zit gebeiteld.
Referentie
Ronny De Schepper, Je bent jong en je wil wat, De Rode Vaan nr.5 van 3 februari 1989
(*) Ondertussen weten wij dat dit ijdele hoop is gebleken. Hoe is het dan mogelijk dat VTM (en later alle andere commerciële zenders) de wet zo maar mag overtreden? Omdat ze de films in stukskes hebben gekapt, waardoor de film als zodanig zogezegd niet wordt onderbroken. Vandaar die hypocriete vermeldingen: “einde van deel één” of “begin van deel twee”. Terwijl de maker dat helemaal zo niet had bedoeld, natuurlijk. Maar omwille van het smeer…