Guido Van Meir brengt me ervan op de hoogte dat op 20 januari Erkki Liukku is overleden. Eén dezer dagen heeft een intieme herdenkingsplechtigheid plaats, die wegens corona niet zo maar door iedereen kan worden bijgewoond. Daarom wil Guido langs deze weg hulde brengen aan Erkki en allen die hem hebben gekend zullen zich daar zeker bij aansluiten. Zoals Guido aangeeft, was Erkki al een legende op het moment dat ik in Gent ben komen studeren. Ik moet hem toen ook persoonlijk ontmoet hebben, al kan ik me dat nu niet meer herinneren. Wellicht was het via zijn broer Vesa, die op dat moment met een meisje uit de Germaanse verkeerde en op kot zat samen met een van mijn klasgenoten uit mijn collegetijd. Alleszins herkende ik Erkki zonder moeite vele jaren later toen we alle twee in het sociaal-cultureel werk waren terecht gekomen. Nog later werden we vrienden op Facebook. Meestal wil dit niet veel zeggen, maar Erkki hechtte er wél belang aan en zo ontdekten we dat we na vele peripetieën toch ongeveer op hetzelfde punt waren terecht gekomen. Op FB staat Erkki wel onder de naam “Eric Liukku”. Op bovenstaande foto uit januari 1968 in Café Club (tegenover Blandijnberg) herkennen we v.l.n.r. Walter ‘Sus’ Saey, Erkki Liukku en Guido Van Meir.

IN MEMORIAM ERKKI LIUKKU
Na het heengaan van Sieg, de uitgever, en Sann, de proeflezer, is nu ook Erkki er niet meer, de tekenaar van de Wonderboy Ekspierment Groep. Van de vier rebelse jongelui die in 1967 zo wereldtrotserend op de cover van de Wonderboy stonden (met Erkki links achteraan), ben ik nu de enige die vandaag nog in leven is. Dat is heel confronterend, en het kost mij moeite om daar stoïcijns tegenaan te kijken.
Ik heb Erkki van dichtbij meegemaakt in wat we gemakshalve maar ‘de Provoperiode’ zullen noemen. Ik schreef en hij tekende in ‘Eindelijk’, het blad van Sieg Van de Cruys (*) waarrond de provobeweging in Gent zich kristalliseerde. Hij was de énige tekenaar van Eindelijk en zijn belang voor het blad kan niet overschat worden. Ook al omdat ‘Eindelijk’ dankzij hem het nieuws haalde toen het in beslag werd genomen wegens pornografie, omdat Erkki een gangstertafereel had getekend waarop koningin Fabiola figureerde met een ontblote borst en Paul Vanden Boeynants met de loop van een kanon uit zijn openstaande gulp. Later zou hij nog veel tekenen voor De Kassei en andere activistische publicaties van Armand Sermon, voor de Studentenvakbeweging en de faculteitskring van de Psychologie toen ex-provo’s die hadden overgenomen, en hij stond mee aan de wieg van het kortlevende stripblad Papa’s Droom. De activistische sfeer aan de Gentse universiteit in die periode is voor mij – en voor iedereen die erbij was – onverbrekelijk verbonden met de tekeningen van Erkki.
Dat Erkki wat durfde als het erop aankwam bleek tijdens de legertentoonstelling op het Sint-Pietersplein in de herfst van 1966, toen hij de enige Gentse provo bleek te zijn die het aandurfde een rookbom te gooien naar een tentoongestelde straaljager. Ook daarmee haalde hij het nieuws, en helaas ook de gevangenis omdat een omstaander – dat wil zeggen een geheimagent in trainingspak en met koersfiets – hem in de loop van de avond alsnog op straat herkende. Hij werd zo schandalig lang in voorarrest gehouden dat de studenten van de universiteit uit protest een dag in staking gingen om hem vrij te krijgen. Ik herinner mij ons zwaar op de proef gestelde stakingspiket aan de faculteit van de apothekers nog heel goed, maar dankzij het gloedvolle pleidooi van mijn advocaat Piet Van Eeckhaut kwam ik ervan af met een boete van 500 frank.
Erkki was dus niet bang om zijn nek uit te steken als het erop aan kwam, maar hij was allerminst onbesuisd, integendeel, ik heb zelden mensen gekend die bedachtzamer en ernstiger waren, bij momenten zelfs wat zwaartillend en afstandelijk. In de Wonderboy Peperbak is zowat alles wat ik geschreven heb verzonnen of overdreven, maar dat zinnetje over Erkki toch minder dan de rest: ‘Hij is een individualist en draagt in zich de solitude van de Finse bossen’.
Een jaar heb ik met Erkki in hetzelfde huis gewoond, in de Van Hulthemstraat, ik in de kelderkeuken, hij in de kamer boven mij. Hij had het huis gehuurd en was dus de syndic die moest zorgen dat de lopende rekeningen op tijd betaald werden, de WC niet te lang verstopt bleef en in het algemeen de verslonzing niet de spuigaten uitliep. Regelneef was een rol die hem niet lag, maar die hij naar best vermogen vervulde, tot en met het aanbrengen van een berichtenbord in de gang en een postkastje voor de brieven. Allergisch was hij vooral voor slordige medebewoners die op zijn kamer gebruik maakten van zijn platenspeler – de enige in huis – en die verzuimden om achteraf zijn platen weer in hun hoezen te steken. Door Erkki heb ik heel vroeg Pink Floyd leren kennen en het is dus dankzij hem dat ‘the piper at the gates of dawn’ nog altijd in mijn kast staat.
Graag was ik hier geweest, graag had ik dit zelf voorgelezen, maar helaas, de situatie laat het niet toe. Maar in gedachten verblijf ik vandaag op Erkki’s kamer in de Van Hulthemstraat, en ik luister naar Pink Floyd. Erkki zit aan zijn tafel en tekent in jugendstil de affiche voor onze happening ‘Het Evangelie op de Kouter’ dat we later op de avond gaan ophangen in ’t Keetje.
Guido Van Meir – herdenkingsbijeenkomst Erkki Liukku 1 februari 2021.

(*) Sieg Van de Cruys was diegene die Miel Swillens me aanraadde om contact mee op te nemen toen ik burgerdienst wilde doen, maar aangezien mijn vader zijn adres gecensureerd had in de brief van Miel is dit contact nooit doorgegaan. (RDS)