Vijftien jaar geleden zag ik een interessante aflevering van “Taggart” (“Cold Reader”). Een jonge vrouw, kapitein van een hockeyploeg, probeert zowat alle meisjes van haar team “binnen te doen”. Wanneer er eentje weigert en nadien dood wordt teruggevonden, is het duidelijk wie “the obvious suspect” is. Zoals gewoonlijk (als je veel naar dergelijke series kijkt, kan je op de duur zelf die scenario’s bedenken) blijkt uiteindelijk iemand totaal anders de dader te zijn en heeft het motief niets met hockey of met lesbische liefde te maken.

Maar ’s nachts werd het nóg beter. Want ondanks het feit dat ik nadien nog de film “Perfume: the story of a murderer” heb gezien, droomde ik over hockey en niet over Jean-Baptiste Grenouille. In mijn droom speelde zo’n potige meidenploeg tegen een Amerikaans team bestaande uit mannen. Maar dan enkel in de geslachtelijke zin van het woord. Want omdat die mannenploeg dat blijkbaar een belediging vond, gedroegen ze zich vreselijk janetterig en hielden ze altijd opzichtig hun vrije hand voor hun kruis en zo. Dat werkte blijkbaar zo op de zenuwen van die vrouwelijke teamleader dat zij één van die aanstellers neerklopte met een hockeystick (in de serie was zij er ook van beschuldigd het slachtoffer op die manier te hebben neergeslagen) en maar bleef slaan tot de scheidsrechter en andere spelers haar in bedwang konden houden.
De Gentse stadsdichter Peter Verhelst verzamelt op dit moment dromen en eerst dacht ik hem deze nog door te sturen, maar hij legt er altijd zo de nadruk op dat hij dromen van kinderen verkiest, dat ik het maar zo gelaten heb, want daar past mijn droom totaal niet bij…

Ronny De Schepper

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.