The Picture of Dorian Gray begon als een korte roman, gepubliceerd in het julinummer 1890 in Lippincott’s Monthly Magazine. Een Nederlandse vertaling door Elisabeth Couperus-Baud verscheen in 1893. Haar echtgenoot Louis Couperus had het boek rechtstreeks van Oscar Wilde ontvangen en zij was er diep van onder de indruk.
Wilde baseerde zijn boek op het leven van John Gray, een homoseksuele priester, die niet alleen lange tijd zijn fysieke schoonheid kon behouden, maar die er ook in slaagde dat zijn begrafenismis in 1934 werd opgedragen door de aartsbisschop. Gray deed Wilde hiervoor wel een proces aan, maar had anderzijds sommige van zijn brieven zelf met “Dorian” getekend. Gray, die pas priester werd nà zijn relatie met Wilde (en – wellicht niet toevallig – nà diens proces) schreef zelf ook gedichten en vertaalde de Franse symbolisten. De parochiekerk die hij liet bouwen werd overigens grotendeels gefinancieerd door zijn nieuwe geliefde, de Franse inwijkeling André Raffalovich.
In de eerste kandidatuur van de Germaanse schreef ik een opstel met als titel “Magisch-realisme inHet portret van Dorian Gray“.
Allereerst is het van groot belang om de werkelijke betekenis van het begrip “magisch-realisme” te benadrukken, wat wordt aangegeven door het koppelteken: de magie staat niet voorop, het realisme is minstens zo noodzakelijk. Hoewel “Dorian Gray” een typisch voorbeeld is van romantisch magisch-realisme, zijn er enkele aanwijzingen die wijzen in de richting van klassiek magisch-realisme. Romantisch magisch-realisme voelde nog steeds de behoefte aan vreemde gebeurtenissen, hoe dan ook; in een klassieke magisch-realistische roman bestaat dit niet meer, het lijkt een gewone roman, maar het magisch-realisme is te vinden in het perspectief. Ter illustratie kan ik verwijzen naar “Dorian Gray”, waarin het magisch-realisme NIET de verandering van het beeld is (dit is slechts “magie”), maar de manier waarop Dorian Gray’s handelingen worden bepaald door een voortdurend contact met “goed” en “kwaad” (wat in feite WEL door het portret wordt getoond).
Maar niet alleen het portret is een toetssteen voor Dorian, ook andere mensen en situaties zijn dat, die ik meteen ga onderzoeken. Helaas kan ik alleen de vragen stellen en hooguit een voorlopig antwoord geven, want het echte antwoord kon alleen Oscar Wilde geven.
Eerst bekijken we de relatie tussen Dorian en Sibyl Vane. Het was niet zomaar toevallig dat Oscar Wilde haar het leven schonk als actrice: het is simpelweg onmogelijk dat ze iemand anders had kunnen zijn. Het creëert de zeer vreemde, maar zeer onthullende, situatie dat Dorian niet meer van haar houdt op het moment dat ze niet meer in staat is om die prachtige personages te belichamen die Shakespeares genie heeft bedacht. Haar plotselinge onvermogen wordt veroorzaakt door haar liefde voor Dorian: ze kan niet DOEN alsof ze verliefd is, want ze IS verliefd! Wat een fantastisch magisch-realistisch effect!
Het toont ons ook twee totaal verschillende manieren van leven. Voor Sibyl Vane wordt het leven echt wanneer ze haar passie ontdekt. Dorian Gray echter, onder invloed van Lord Henry, leeft erbuiten (hier) en eronder (later). ZIJN enige connectie met het echte leven is het portret.
Ten tweede vinden we een zeer belangrijk feit in hoofdstuk achttien. Net op het punt van zijn terugkeer naar een goed leven probeert Dorian Sir Geoffrey ervan te overtuigen geen haas te schieten, maar dat lukt hem niet. Sir Geoffrey schiet, maar in plaats van de haas wordt James Vane gedood. Zo wordt Dorian van zijn grootste angst bevrijd. Freud zou meteen de reden kunnen geven waarom Dorian onbewust probeerde James’ leven te redden, of met andere woorden waarom hij James de kans zou geven hem te doden. Ik kan het niet. Maar ik vond het interessant genoeg om dit probleem te benoemen.
Tot slot wil ik de aandacht vestigen op de figuur van Alan Campbell. Oscar Wilde vergroot opzettelijk het mysterie rond deze persoon: eerst is hij slechts een wetenschapper die het lijk van Basil Hallward moet laten verdwijnen; daarna noemt Wilde een brief die hem chanteert, maar zonder in details te treden; ten slotte lezen we, terloops, een regel waarin we ontdekken dat hij zelfmoord heeft gepleegd. Dit roept bepaalde problemen op. Mogelijk staat Campbell symbool voor iets goeds in Dorian, dat sterft wanneer hij Basil doodt (ik zal deze moord later bespreken).
Het belangrijkste magisch-realistische effect schuilt natuurlijk in Dorians dood (*). Bij het bespreken van de roman maken we vaak de fout te zeggen dat Dorian zelfmoord pleegde: dit is bewijstechnisch niet waar! Hij probeerde alleen maar van zijn verleden af te komen. De vraag is: “waarom?” en het antwoord kan een van deze twee zijn (die in feite volledig tegenovergesteld zijn): hij zou gedreven kunnen zijn door wanhoop na zijn mislukte poging om beter te worden (vergelijk zijn relatie met Hetty Merton) en weer in het stof te blijven leven, of zijn motief zou spijt kunnen zijn geweest (vergeet niet dat het portret het enige bewijs voor hemzelf was dat hem herinnerde aan het moment waarop hij zijn vriend vermoordde) en dan zouden we kunnen veronderstellen dat hij dacht: “Als ik hier overheen kan komen, zal ik beter worden.” Maar persoonlijk geef ik de voorkeur aan de eerste reden, vanwege dat kleine zinnetje op pagina 246: “Moest hij echt bekennen? Nooit” , wat zijn koppigheid in het kwaad illustreert.
We moeten af van het idee dat de foto slechts de “ziel” van Dorian was. Ik verwijs alleen naar hoofdstuk negen waar Basil toegeeft dat hij te veel van zichzelf in het portret heeft gestopt. Als we weten dat Basil de bewonderaar was van de zuivere kant van Dorian, zien we meteen de symboliek van de moord: deze daad onderlijnde dat Dorian voor het kwaad heeft gekozen en zijn goede kant achter zich heeft gelaten. We kunnen de grens ook iets verder trekken en het schilderij beschouwen als een strijd tussen de persoonlijkheden van Basil en Lord Henry (de personificatie van de slechte kant van Dorian) om de ziel van Dorian. Een strijd die Lord Henry al tijdens Dorians leven wint (het doek toont ons de kwade kant van Dorian), maar de uiteindelijke overwinning is voor Basil (de geïdealiseerde persoon is teruggekeerd).
Zo kunnen we de conclusie trekken dat (zoals Johan de Belie opmerkt in zijn essay “Magisch-realisme in de wereldliteratuur”): “Dit is de boodschap die Wilde in zijn boek impliceerde: dat het leven in feite goed is, hoewel de werkelijkheid slecht kan lijken. De magie keert alles ten goede.”
Ronny De Schepper
(*) Een gelijkaardige dood vinden we terug bij de ontknoping van de balletfilm “Black Swan” (Darren Aronofsky, 2010). Het is natuurlijk wat voorbarig om enkel en alleen op basis van deze scène te besluiten dat de film “magisch-realistisch” zou zijn (we moeten ons ervoor hoeden om elke vorm van symbolisme als magisch-realisme te interpreteren), maar het zou me toch interesseren om te weten wat iemand als Johan de Belie daarvan vindt…
(*) Zoals eigenlijk alle drama: Orson Welles die op het toneel de rol van Macbeth speelt, is niet Orson Welles, hij is ook niet Macbeth, maar hij is een PERSONA, een mix van de acteur en het personage dat hij speelt.
Het symbolisme volg ik als apart onderdeel binnen het magisch-realisme. Maar, lang niet alle symbolisten hebben m-r werken afgeleverd, en niet alle symbolistische werken van deze die het dan wél deden kunnen gecatalogiseerd worden onder de noemer. Wat volgens mij betekent dat ieder werk afzonderlijk moet bekeken worden. Dus nee, het symbolisme gelijkschakelen met het magisch-realisme of het er onvoorwaardelijk in onderbrengen zou ik zeker niet doen. Maar dat er zoveel parallellen (o.m. het feit dat België vruchtbaar is/was voor beide) zijn is ongetwijfeld niet ‘toevallig’
Johan de Belie
LikeGeliked door 1 persoon