Na één elpee (met Burt Blanca op gitaar, Jean-Marie Blanckaert op drums en de bassist van Paul Severs) vliegt Raymond van het Groenewoud reeds aan de deur bij Johan Verminnen, omdat hij teveel aandacht op zich trekt. Het is echter niet Johan zelf, maar de nieuwe bassist Frans Ieven die daarvoor zorgt.

Als compensatie loodst die hem wel binnen bij het radioprogramma “Dagboek” van de in 1993 overleden Jan Geysen, waarvoor hij een vijftigtal liederen schrijft. Daaraan werkten o.a. ook Piet Piryns en Bert Verhoye mee. Deze laatste vertelde me in 1978 over deze samenwerking: “Vlaams cabaret bestaat niet, man! Kijk maar naar het succes dat een kwal als Raymond van het Groenewoud heeft. Wat kàn die jongen? Niks! (…) Toen we een pianist nodig hadden, werd Van het Groenewoud hiervoor aangetrokken. Af en toe wou hij dan tussendoor ook eens een nummer brengen, maar telkens werden die door Geysen naar de papiermand verwezen. En nu staat hij met diezelfde teksten nummer één!”

In 1971 mag Raymond van het Groenewoud van zijn vader Nico Gomez als verjaardagscadeau twee songs opnemen. Eén ervan is “Will drama”. Ze zullen nooit op plaat verschijnen. Belangrijker is dat Raymond dankzij zijn vader aan een aantal succesrijke platen mag meewerken (meestal als bassist), zoals “If you go” van Barry & Eileen, “Do you love me” van Sharif Dean en “Yamasuki” van… Yamasuki (eigenlijk een idee van Jean Kluger en Daniel Vangarde).
In 1972 wordt het experiment met het verjaardagsgeschenk overgedaan, maar deze keer is het bingo: Raymond was al een tijdje aan het repeteren met Louisette, een groep die hij had gesticht met Erik Van Neygen, die nog bij Pendulum had gezeten (samen met Serge De Mol van de Gazet van Antwerpen, Simon Shrimpton-Smith, nu collega van Gregory Ball, en Mich Verbelen, die we nog zullen tegenkomen in dit verhaal) en Bernard Vanderhaegen, de zanger van de Wemmelse liekesgroep ’t Goeleve. Deze brengt Johnny Dierick, basgitaar, en Eddy Verdonck, slagwerk, van Mad Curry aan, maar geeft er even later zelf de brui aan. Een goede beslissing, want pas daardoor neemt Raymond zich voor zijn composities dan maar zelf te zingen. In een productie van papa Van het Groenewoud neemt hij zo “Maria, Maria, ik hou van jou”/”Je kunt beter gaan” op.
Raymond: “Ze kan zo lekker lopen, ze kan zo lekker koken, dat is toch Chuck Berry op z’n Vlaams? Tot dan toe hadden charmezangers over ogen zo blauw gezongen en kleinkunstenaars over maagdekens, maar niemand noemde de dingen bij hun naam. Ik wel. Een taxichauffeur vertelde me ooit eens: ik heb een cadeau voor u. En dat ‘cadeau’ bleek een anekdote te zijn. Ooit moest hij immers Chuck Berry van de luchthaven naar zijn hotel voeren en toen Chuck een liedje van mij op de autoradio hoorde, vroeg hij de chauffeur om het luider te zetten.”
Een mooi verhaal, ware het niet dat ik het later nog eens heb gehoord, maar toen bleek het plotseling over “Meisjes” te gaan…
Voor de kenners was Louisette een erg goede groep, zeker nadat Erik Van Neygen de plaats had geruimd voor Jean-Marie Aerts, maar commercieel gezien was het een flop. Van “Maria, Maria, ik hou van jou” werden nauwelijks drie duizend exemplaren verkocht (*), maar dat was nog het tienvoudige van “Dademelee”/”15 maart”, dat in 1973 volgde. In “Dademelee” heeft Raymond het over een Eva (“Ik riep: Eva, doe m’n sokken ’s aan!”) en dat is Eva Mentens, dochter van Michel Mentens, de man die hem door een financieel moeilijke periode hielp en die later in “Brussels by night” zal meespelen. Eva was naar verluidt ook diegene die Raymond ontmaagde. Hij had haar voor het eerst ontmoet in de entourage van Johan Verminnen, die overigens zelf ook een oogje op haar had. Niet te verwonderen dat het later nooit meer echt goed kwam tussen die twee.
Teksten als “Maria Maria ik hou van jou” en “Dademelee” werden door de intellectueel (“hij gebaart van niets maar kijkt helemaal scheel”) als te min beschouwd en ook de klank was niet optimaal. Raymond in Oor van 6/4/1996: “Ik was gepakt door Oerend Hard. En ik had er de pest in dat die sound er al helemaal was. Ik zat toen nog in het stadium dat ik het niet voor elkaar kreeg om zo’n klank aan mijn liedjes te geven, dat ik er zelf van kon genieten. Wij zaten in een omgeving waarin je dat er niet door kreeg bij de technicus. Die zei: je hoeft mij niet te vertellen hoe ik op moet nemen, want ik ben er al veertig jaar mee bezig. Terwijl dàt juist de reden is dat hij het niet kan.”
In de zomer van 1974 wordt “Zij houdt van vrijen” uitgebracht (Pink Elephant 6884Y) dat veel later een enorme meezinger worden, maar op dat moment kan hij de single (met op de B-kant “Als ik jou niet had”) alweer niet aan de straatstenen kwijt, ondanks het feit dat Peter Cnop in Knack van 26 juni 1974 er een kort maar hevig pleidooi voor had gehouden: “Polderpop: Raymond Van Het Groenewoud. Slow langs de ene, ferme rock langs de andere kant! Goed gemaakt. Lichtelijk mislukt. Toch aangeraden. Anders zitten we binnen 10 jaar nog met Miel Cools. Slechts 85 frank. Laat u niet kennen voor zo’n ampel bedrag. Vlaming. Denk na.”
Zelf was ik op dat moment nog geen journalist, dus ik zou onschuldig kunnen pleiten, maar – zoals gewoonlijk – ben ik enkele jaren later (in 1980 om precies te zijn) in De Voorpost ontstellend eerlijk over zo’n zaken: “Erg miskend brengt ene Raymond van het Groenewoud met zijn groep Louisette een paar singles uit (Maria ik hou van jou, Dademelee, Zij houdt van vrijen), die – als ze op een elpee waren uitgebracht (**) – nummer één zouden hebben gestaan (in mijn jaaroverzicht van 1974, bedoel ik). Al geef ik ridderlijk toe dat ook ik in die tijd Raymonds talent niet heb opgemerkt – o.m. omdat we de platen nooit te horen kregen op de BRT en omdat de plugging door de platenfirma onvoldoende was.”
Ter illustratie van dit laatste: uit de bespreking van Peter Cnop blijkt duidelijk dat oorspronkelijk “Als ik jou niet had” als hitkant werd gepromoot.
In de jaarlijkse pop poll van Humo was “Zij houdt van vrijen” in het single-lijstje (aangevoerd door “Laat me nu toch niet alleen” van Johan Verminnen vóór “De wilde boerendochter” van Ivan Heylen (***) en… “Schele Vanderlinden” van The Strangers!) geen sprake, evenmin als van Raymond zelf in het lijstje van de Vlaamse zangers (Will Tura vóór Verminnen en Heylen). Louisette zelf bracht het met 38 (!) stemmen tot net in de top tien van de Vlaamse groepen, lijst die werd aangevoerd door Raymonds lokale idolen The Pebbles, zij het dat die op dat moment op sterven na dood waren. “Wie er de opvolging zal waarnemen is nog niet duidelijk,” schrijf ik in De Voorpost in 1980. “Magenta staat tweede en dat is haast ongelooflijk, evenzo voor de nummers drie en vier, Octopus en The Strangers. Op vijf staat Kandahar, een soort van jazzrockgroep van Karel Bogaert en Jef De Visscher, die met een single uit hun eerste elpee (Survivin’ boogie) hoog scoren in Toppers voor Tobbers. Ook Vuile Mong oogst voor de eerste maal singlesucces met zijn berucht ‘Apekot’ en de folkgroep Rum blijkt ook aan te slaan bij popliefhebbers.”
Het gevolg van de flop van Louisette is dat Roland Kruger het niet meer ziet zitten met de “rocker” Raymond van het Groenewoud maar als deze hem “Mijnheer de postbode” laat horen, is hij onmiddellijk bereid hem een eerste solo-elpee “Je moest eens weten hoe gelukkig ik was”, te laten opnemen voor RKM. Maar ook deze elpee kreeg niet de aandacht die ze eigenlijk verdiende, al staat er in feite niet één zwak nummer op en zijn songs als “Bleke Lena” (****), “Waar Ik Niet Tegen Kan”, “Middenstandsblues” en “Je Moest Eens Weten…” beter dan gelijk wat er in die periode bij ons en bij onze Noorderburen gemaakt werd. Inmiddels is die eerste echte Vlaamse rock-lp nagenoeg onvindbaar, maar nadat ze eerst in gewijzigde vorm opnieuw werd uitgebracht als “Het Beste Van Raymond van het Groenewoud” (op IBC), is ze nu opnieuw ruim verspreid op CD, dankzij een actie van Humo.

Ronny De Schepper

(*) Dat is dan wel in tegenspraak met een anekdote die Raymond vertelde in het programma “Louis Neefs, twintig jaar later”. Daarin onthulde hij dat hij Louis Neefs éénmaal was tegengekomen en dat was n.a.v. een optreden in een soort Vlaamse top tien. En dan liet Louis luidkeels zijn onvrede horen over het feit dat “Maria” zijn “Margrietje” van de troon had gestoten…
(**) Alle hits van Louisette staan wel op een kant van de eerste live-elpee van Raymond, “Kamiel in België”. En nog eerder, in 1976, werden “Maria” en “Zij houdt van vrijen” nog eens op één single uitgebracht, maar zelfs zo’n fantastisch aanbod mocht niet baten.
(***) Wat veel te weinig geweten is, dat is dat Raymond in 1973 ook het arrangement heeft geschreven voor de “plaatselijke wereldhit” van Ivan Heylen, “De Werkmens”.
(****) Deze ode aan Lena De Meerleer van de BRT-sportredactie is één van de weinige teksten van Raymond waarbij het bij wishful thinking bleef. Guy Polspoel was hem immers vóór…

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.