I Know Where I’m Going! is een Britse film uit 1945 onder regie van Michael Powell en Emeric Pressburger.
Als de jonge Joan Webster (Wendy Hiller) wil trouwen met de veel oudere industrieel Robert Bellinger (Norman Shelley), huurt hij het Schotse Hebrideneiland Kiloran (*) af voor de bruiloft. Door weersomstandigheden moet Joan haar scheepsreis echter staken op het eiland Mull. Daar ontmoet ze Torquil MacNeil (Roger Livesey), een officier bij de marine. In afwachting tot de storm gaat liggen brengen Joan en Torquil hun tijd samen door. Joan gaat zo twijfelen aan haar aanstaande bruiloft.
Alhoewel ik de film nog niet zo lang geleden heb gezien (ongetwijfeld op BBC2), weet ik er al niet genoeg meer van om er dieper op in te gaan. Ik vind het namelijk altijd interessant om te zien hoe in “luchtige” films (men noemt het zelfs een komedie, maar zo ver zou ik niet willen gaan) dergelijke delicate switches worden getoond (denk maar aan “Holiday affair” van enkele dagen geleden). Het helpt natuurlijk al dat de “veel oudere industrieel” nooit in beeld komt (men hoort enkel zijn stem aan de telefoon). Een andere aanduiding is dat in 1947 Emeric Pressburger, die het scenario in slechts vier dagen schreef, het hoofd van de scriptafdeling van Paramount ontmoette, die hem vertelde dat de studio deze film gebruikte als voorbeeld van het perfecte scenario en dat de film werd vertoond aan schrijvers die vastliepen op inspiratie of die een lesje in scenarioschrijven nodig hadden. Zoals gezegd, ik herinner me er te weinig van om hier dieper op in te gaan, maar dit lijkt me toch schromelijk overdreven! Maar misschien ligt het aan mij want deze film heeft een score van 100% op basis van 17 recensies van critici op Rotten Tomatoes!
In een interview met de BBC sprak Michael Powell over het belang van filmen op locatie voor het dramatisch effect: “We wilden laten zien hoe een slimme jonge vrouw, die precies weet waar het leven om draait en precies weet wat ze ervan wil, kan ontdekken dat het leven in feite veel meer te bieden heeft. Voor mij is de film dus het proces waarin ze tijdloze waarden leert begrijpen die ze niet tijdens haar opvoeding heeft meegekregen. En natuurlijk was de setting van de Western Isles, met al zijn ruige mysterie, de perfecte katalysator waardoor de hoofdpersoon tot dit begrip kon komen. We hebben veel risico’s genomen met de studio door die film in Schotland te draaien, omdat het een erg dure locatieopname was en Rank daar niet blij mee was. Maar ik wist gewoon dat als het verhaal goed verteld moest worden en het personage deze spirituele awakening moest bereiken, het noodzakelijk was om een setting te hebben die een echte spirituele resonantie had. Er zijn niet veel plekken die deze magische, tijdloze kracht bezitten. Dat was erg belangrijk voor mij…”
Tijdens de productie werd Emeric Pressburger overigens officieel nog steeds als een vijandelijke vreemdeling beschouwd in oorlogstijd. Omdat hij positief propagandawerk verrichtte, behield hij zijn vrijheid, maar mocht hij slechts een week in Schotland verblijven tijdens de opnames. Hij moest zich dagelijks melden bij het plaatselijke politiebureau, waarvoor hij een speciale ontheffing had gekregen.
Hierboven staat Pamela Brown speciaal vermeld ondanks dat ze maar een bijrol vertolkte. Misschien is het een latere toevoeging want op dat moment was deze actrice nog geen dertig jaar en had ze nog geen memorabele rollen vertolkt, dat zou later nog komen.
Let ook op de 12-jarige Petula Clark (voordat ze een moedervlek in haar gezicht kreeg) die Cheril speelt. Alle scènes van Petula Clark werden overigens in een studio gefilmd, dus ze had geen idee dat de film zich in Schotland afspeelde. Petula Clark herinnerde zich wel dat ze lange tijd moest staan en zo bang was voor Michael Powell dat ze niet durfde te vragen of ze naar het toilet mocht, waardoor ze in haar broek plaste. Ze bracht haar lunchpauze door met het drogen van haar broek aan een radiator.
De productie kostte £30.000 meer dan het oorspronkelijke budget van £200.000. Het totale budget voor alle acteurs bedroeg £50.000, waarvan een derde naar Wendy Hiller ging. Gelukkig was de film een van de grootste successen van het jaar in het Verenigd Koninkrijk. De productiekosten werden ruimschoots terugverdiend met de opbrengsten in eigen land.
Een wistjedatje: James Mason was oorspronkelijk gecast als Torquil, maar weigerde toen hem werd verteld dat hij op de eilanden een “primitief” bestaan zou moeten leiden. Ironisch genoeg is Roger Livesey nooit naar de eilanden gegaan, omdat hij destijds in een West End-show speelde. Voor de lange shots werd een stand-in gebruikt en alle close-ups werden in de studio opgenomen. Mason heeft altijd beweerd dat het de tegenzin van Michael Powell was om de onkosten van Masons vrouw tijdens de opnames op locatie te betalen. Deborah Kerr en James Mason waren aanvankelijk de eerste keus voor de hoofdrollen, maar Kerr kon niet onder haar contract met MGM uitkomen, waardoor haar rol naar Wendy Hiller ging . Dit was enigszins ironisch, aangezien Hiller zich ook moest terugtrekken uit The Life and Death of Colonel Blimp (1943) nadat ze zwanger was geraakt, en haar rol(len) gingen toen naar… Deborah Kerr.
Ronny De Schepper (op basis van de Internet Movie Database)
(*) Hoewel andere namen authentiek zijn, bestaat er geen eiland met de naam Kiloran. Het is echter een baai op het eiland Colonsay, dat nergens wordt genoemd, behalve in de aftiteling. De kaart met Kiloran erop is in feite een kaart van Colonsay. Corryvreckan is de op één na (of op twee na, afhankelijk van de bron) grootste draaikolk ter wereld. Hij ontstaat in de Golf (of Straat) van Corryvreckan, een smalle zeestraat tussen de eilanden Jura en Scarba, voor de westkust van Schotland. Tijdens vloed creëert de natuurlijke topografie van het gebied, in combinatie met de sterke waterstroming, draaikolken, staande golven en andere effecten op het zeeoppervlak. Volgens de biografie van Emeric Pressburger door Kevin Macdonald werd de draaikolkscène opgenomen in een enorme tank, met behulp van een techniek met geleiachtig water die was overgenomen van Cecil B.DeMilles klassieke ‘Parting of the Waters’ in De tien geboden (1923). De achtergrondprojecties werden gefilmd door Erwin Hillier, die zei: ‘Ik en de cameraman gingen in een boot het water op en verdronken bijna in de draaikolk om dat materiaal te verzamelen!’ Nog volgens de biografie van Emeric Pressburger, “The Life and Death of a Screenwriter” van Kevin Macdonald, waren de inwoners van het eiland Mull verbaasd toen ze hoorden dat de crew hun eigen regenmachine had meegenomen. ‘Die gaan jullie niet nodig hebben!’, lachten ze.