Na het succes van Hamlet koos Laurence Olivier in 1955 voor een nieuwe Shakespeare-verfilming, namelijk van Richard III, waarbij hijzelf uiteraard de titelrol vertolkte. Hij liet zich daarvoor een neus aanmeten die Cyrano de Bergerac niet zou hebben afgeslagen. Laurence Olivier baseerde zijn karakterisering van Richard III overigens op de veel verachte theaterregisseur Jed Harris. Enkele jaren later ontdekte hij dat de animators bij Disney Harris gebruikten als basis voor de Grote Boze Wolf. 

Laurence Olivier wilde dat Carol Reed (de toenmalige Britse topregisseur in die periode) deze film zou regisseren, maar Reed sloeg het aanbod resoluut af. Het waren Vivien Leigh en Alexander Korda die hem overhaalden om zelf te regisseren. Het filmen duurde zeventien weken, terwijl het filmen van Oliviers vorige Shakespeare-film, Hamlet, zes maanden had geduurd. De muziek was opnieuw van William Walton, maar ikzelf vind er niks aan. Tijdens het filmen werd het portret van Laurence Olivier geschilderd door Salvador Dalí. Het schilderij bleef een van Oliviers favorieten totdat hij het moest verkopen om het schoolgeld van zijn kinderen te betalen (???).

Net als in de bewerking door David Garrick, begint deze film met bijna de hele slotscène van William Shakespeare’s “Henry VI, Part 3”, en gaat van daaruit verder naar de openingsregels van “Richard III”, die begint met “Now is the winter of our discontent.” In de openingsscène laat Richard III per ongeluk de kroon van de hertog vallen nadat het koninklijke gezelschap is vertrokken. Het was een fout die Laurence Olivier maakte, maar liet zitten. Het werd zelfs een doorlopende grap in de hele film.

De zin “Richard’s self again” die op de ochtend van de slag om Bosworth tegen de camera werd gesproken, is niet van William Shakespeare. Het komt uit een acteeruitgave van Shakespeare’s tekst van Colley Cibber (1671-1757). De zin van Richard III “Weg met zijn hoofd! Tot zover Buckingham” komt ook voort uit Cibbers wijziging van het stuk. Deze regels waren in de 18e en 19e eeuw goed bekend bij theaterbezoekers in Groot-Brittannië.

De Slag om Bosworth Field kon niet op de oorspronkelijke locatie worden opgenomen, omdat de regio sinds de vijftiende eeuw was gemoderniseerd. In plaats daarvan vond adjunct-regisseur Anthony Bushell een stierenboerderij buiten Madrid waar het gebladerte groen genoeg was om door te gaan voor Engeland, en verzekerde hij zich van de medewerking van het Spaanse leger (al is dat niet altijd te merken, soms moet je onvermijdelijk denken aan de problemen die Hugo Claus had om de Slag van de Gulden Sporen te verfilmen). Laurence Olivier plande de climaxstrijd voor de eerste dagen van de opnames en werkte overuren om de 500 extra’s eruit te laten zien als twee legers van in totaal 60.000 man. Dit allemaal zo’n tien jaar voordat Spanje de ‘go to’-locatie zou worden voor epische filmmakers over de hele wereld.

Vivien Leigh wilde Lady Anne spelen, maar Laurence Olivier koos in plaats daarvan voor de jongere Claire Bloom. Coproducent Alexander Korda stelde vervolgens voor om Leigh in een stille cameo te casten, een rol die speciaal voor de filmversie was gemaakt, maar in plaats daarvan overtuigde Olivier Korda ervan haar in een andere van zijn films te casten, De Lokkende Diepte, een hoofdrol die naar zijn gevoel beter bij haar talenten past. Het feit dat Leigh niet op de set aanwezig was, bleek een toevalstreffer voor Olivier, aangezien hij tijdens de opnames een affaire had met Bloom. Laurence Olivier en Claire Bloom speelden later een ander getrouwd stel, Zeus en Hera, in Clash of the Titans (1981).

Het falen van deze film om winst te maken in de VS tijdens de bioscoopuitgave, samen met de vroegtijdige dood van Alexander Korda, die de productie van deze film had gesteund, maakte feitelijk een einde aan de droom van Laurence Olivier om “Macbeth” te filmen. Hij krijgt de eer de grootste Macbeth van de 20e eeuw te zijn, maar hij heeft nooit de financiering kunnen bijeenbrengen om de film te maken na de financiële mislukking van deze. Mike Todd toonde interesse in de financiering van een Olivier-versie van “Macbeth”, maar Todd kwam om bij een vliegtuigongeluk voordat die ideeën werkelijkheid konden worden. Olivier regisseerde nooit meer een film van Shakespeare, volgens sommigen mogelijk het gevolg van de vloek van de legendarische acteurs die aan “The Scottish Play” verbonden was.

Ronny De Schepper

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.