In mei 2025 heb ik “Sister Carrie”, de debuutroman van Theodore Dreiser (1871–1945), gelezen.
Dreiser was een Amerikaanse schrijver en journalist die vaak wordt geassocieerd met het naturalisme, een stroming in de literatuur die voortbouwt op het realisme, maar daarbij sterk inzet op het idee dat de mens bepaald wordt door krachten buiten zijn controle: afkomst, omgeving, economische omstandigheden, enzovoort.
Hij schreef met een onversneden eerlijkheid over de Amerikaanse samenleving, met bijzondere aandacht voor de spanningen tussen arm en rijk, tussen droom en realiteit. Dreiser geloofde niet in morele oordelen of traditionele verhaallijnen met helden en slechteriken – hij wilde tonen hoe het leven werkelijk is, zonder opsmuk.
Over Sister Carrie (1900)
Het is Dreisers debuutroman, en tegelijk een mijlpaal in de Amerikaanse literatuur, al veroorzaakte het boek bij verschijnen nogal wat controverse. Het was zogezegd “onzedelijk” omdat de hoofdpersoon, Carrie Meeber, zich op een manier ontwikkelt die niet strookt met de conventionele moraal van die tijd. Toch is het tegenwoordig een klassieker en wordt het gezien als een van de eerste echte naturalistische romans in de VS (*).
Over het begin van het verhaal (zonder spoilers)
In de eerste veertien hoofdstukken maak je kennis met Caroline “Carrie” Meeber, een jong meisje dat uit een klein stadje vertrekt om haar geluk te zoeken in Chicago. Ze is, zoals velen van haar leeftijd en klasse, een beetje naïef maar niet dom, en ze droomt van iets “meer”: schoonheid, geld, elegantie, liefde.
Je ziet hoe ze in contact komt met twee mannen die haar op verschillende manieren beïnvloeden: Drouet, een vlotte vertegenwoordiger, en Hurstwood, een man van iets hogere sociale status. De dynamiek die zich tussen hen begint te ontwikkelen, is subtiel, maar je voelt al hoe Dreiser de maatschappelijke verhoudingen scherp observeert: de macht van geld, de kwetsbaarheid van jonge vrouwen zonder middelen, de verleiding van een luxueuzer bestaan.
Stijl en thematiek
In deze vroege hoofdstukken is al veel te merken van Dreisers stijl:
- Hij schrijft met een zekere afstandelijke, bijna journalistieke toon, maar met een scherp oog voor detail.
- Hij is vooral geïnteresseerd in de innerlijke wereld van zijn personages: hun verlangens, twijfels, hoop, en hoe ze reageren op wat de wereld hen biedt.
- Dreiser wijst niet met een moraliserende vinger, maar observeert. Hij laat de lezer zelf nadenken over goed en kwaad.
Een opvallend kenmerk van zijn stijl is ook dat hij soms filosofeert over menselijke motieven, alsof hij de lezer wil meenemen in zijn reflecties over oorzaak en gevolg. Het boek onderscheidt zich van tijdgenoten doordat het een vrouw centraal stelt die haar eigen levenspad probeert uit te stippelen – zonder gestraft te worden volgens de normen van de tijd.
De debuutroman Sister Carrie van Theodore Dreiser werd voor het eerst gepubliceerd op 8 november 1900 door uitgeverij Doubleday, Page & Company in New York.
Dat was overigens niet zonder tegenwerking: Frank Doubleday, een van de uitgevers, had morele bezwaren tegen de inhoud van het boek. Hij liet het wel uitgeven, maar zonder promotie, en in een sterk geredigeerde versie (door hemzelf, terwijl Dreisers echtgenote er ook al in gesnoeid had). Pas later, in de twintigste eeuw, kreeg Sister Carrie de erkenning die het verdiende, en werd ook Dreisers oorspronkelijke tekst hersteld. In mijn eigen Penguin-editie uit 1981 was dit voor het eerst het geval.
Het boek werd in 1952 verfilmd als “Carrie” door William Wyler met in de hoofdrollen Jennifer Jones en Laurence Olivier als Hurstwood en Eddie Albert als Drouet en opnieuw in 2022 door Daniel Nearing met Eve Rydberg als Carrie.
Ronny De Schepper (op basis van chatgpt)
(*) Ik vind toch dat er een groot onderscheid is met, zeg maar, het Europese, meer bepaald het Franse naturalisme (Emile Zola en consoorten, al doet de plot soms wel aan “Nana” denken). Het begint wel gelijklopend: een meisje van het platteland trekt naar de stad (hier Chicago), maar kan daar geen werk vinden dat bij haar past. Zo wordt ze een gewillig “slachtoffer” van een man (Drouet), maar hier zit al het verschil: die Drouet gedraagt zich heel hoffelijk. Als men het boek letterlijk neemt, komt er zelfs geen seks aan te pas, al neem ik wel aan dat Dreiser dit gewoonweg veronderstelt. Als dat niet zo zou zijn, zou ik erg ontgoocheld zijn. Dat Drouet op zijn reizen niet erg “trouw” blijkt te zijn, wordt wel meegegeven, maar ook weer niet te expliciet. Ondertussen is zijn “meerdere” (niet letterlijk, maar wel in de sociale zin van het woord) Hurstwood zowaar verliefd geworden op Carrie en hij behandelt haar zelfs met de nodige égards. Dat hij getrouwd is, wordt in eerste instantie zelfs niet uitgesproken, maar ook hier neem ik aan dat Carrie dit eigenlijk wel door heeft. Dreiser heeft immers al aangegeven dat ze slimmer is dan Drouet. (Maar toch zal blijken dat ik me vergis!)
P.S. De “sister” uit de titel is gewoon het vrouwelijke equivalent van “brother”. Het heeft dus niks met een kloosterzuster te maken of zo.