Drie jaar nadat Muhammed Ali, tot kort tevoren nog Cassius Clay, zijn wereldtitel boksen werd afgenomen omdat hij niet in het Amerikaanse leger wilde, kreeg hij de kans om een comeback te maken in een wedstrijd tegen Jerry Quarry (foto YouTube).
De 25-jarige Ali, die in juni 1964 wereldkampioen was geworden en nadien afgekeurd voor het leger omdat hij niet goed genoeg kon lezen en schrijven, werd begin 1967 toch opgeroepen. Hij weigerde echter om in Vietnam te gaan vechten. ‘Ik heb geen problemen met de Vietcong, zij hebben mij nooit een neger genoemd‘, zei Ali, wiens houding Amerika fors verdeelde. Hij werd aangehouden en na enkele rechtszaken veroordeeld tot een gevangenisstraf. Ali zou drie jaar niet meer boksen. Ik vind dit nog altijd de meest flagrante ingreep van de politiek in de sport. Men heeft zelfs niet het fatsoen gehad om het via een omweg te doen: als Ali in de gevangenis zat, zou hij zijn titel niet kunnen verdedigen en dan had men alsnog een voorwendsel gehad om zijn titel te ontnemen. Maar nee, zo gewoon op zijn Uncle Sam’s: uw smoel staat ons niet aan, dus ge hangt, neger! Amerikanen? Zwijg mij d’rvan!
In 1970 had de verbannen voormalige kampioen Muhammad Ali met succes een rechtszaak aangespannen om het recht te verwerven om terug te keren als professioneel bokser. Ali benaderde tien zwaargewichten voor een wedstrijd. Quarry was de enige die bereid was het tegen hem op te nemen en kreeg zo de voorkeur voor de eerste wedstrijd tegen Ali bij zijn terugkeer. De wedstrijd kreeg enorme publiciteit en is vandaag de dag misschien wel Quarry’s beroemdste wedstrijd. De wedstrijd vond plaats in het City Auditorium in Atlanta, Georgia op 26 oktober 1970. Ali domineerde de eerste twee ronden, bewoog goed en scoorde met zijn linker stoot en combinaties. Quarry kon slechts een handvol stoten uitdelen, waarvan de meeste schampstoten waren. In de derde ronde liep Quarry een ernstige snijwond op boven zijn linkeroog. Trainer Teddy Bentham, een ervaren cutman (*), realiseerde zich dat de snijwond te ernstig was voor Quarry om door te gaan, ook al pleitte deze ervoor om door te gaan. Scheidsrechter Tony Perez wuifde de wedstrijd af vóór de start van de vierde ronde. Ze werd beoordeeld als een technische knock-out in de derde ronde. Quarry betwistte de beslissing en eiste een revanche tegen Ali, die hij later ook kreeg.
Muhammad Ali en Jerry Quarry vochten dus twee bokswedstrijden met elkaar. De eerste vond plaats op 26 oktober 1970; en de tweede op 27 juni 1972. Ali won beide gevechten door technische knock-outs. Het eerste gevecht werd gestopt in de derde ronde; en de tweede in de zevende ronde.
Tijdens het hoogtepunt van zijn carrière, van 1968 tot 1971, werd Quarry, bijgenaamd “The Irish” of “The
Bellflower Bomber”, door het tijdschrift The Ring uitgeroepen tot de populairste vechter in de sport. De opgelopen schade door gebrek aan aandacht voor de verdediging tegen grotere mannen op topniveau, het ontbreken van sparring met hoofdbescherming en pogingen tot comeback in 1977, 1983 en 1992, gecombineerd met een zekere kwetsbaarheid voor neurologische schade die zijn boksbroers ook vertoonden, resulteerde in een ongewoon ernstige vorm van dementia pugilistica bij Quarry. Omdat hij geen dagelijkse taken meer kon uitvoeren, afhankelijk was van zijn familie omdat hij het fortuin dat hij had verdiend had verspild, overleed Quarry in armoede begin 1999 op 53-jarige leeftijd.
Ronny De Schepper (op basis van Wikipedia)
(*) Een cutman is verantwoordelijk voor het voorkomen en behandelen van fysieke schade aan een vechter tijdens de pauzes tussen de rondes van een full-contact wedstrijd, zoals een boks- , kickboks- of mixed martial arts-wedstrijd. Cutmen behandelen doorgaans zwellingen, neusbloedingen en snijwonden. Naast het feit dat deze blessures de prestaties van een vechter verminderen, bepalen de regels van vechtsporten dat ze ook kunnen leiden tot een vroegtijdige stopzetting van de wedstrijd, die dan als verlies voor de geblesseerde vechter wordt beschouwd. De cutman is daarom essentieel voor de vechter en kan een doorslaggevende factor zijn in de uitkomst van de wedstrijd.
dagelijks iets degelijks 