Toen ik nog studeerde (en nog enige tijd nadien), kocht ik ook wel eens uitgaves van toneelstukken (meestal in de Penguin-reeks “New English Dramatists”). Dat zou ik nu niet meer doen. Maar de pockets die ik nog liggen heb en nog niet gelezen, moeten natuurlijk ook aan bod komen in de ultieme leesmarathon die ik enkele jaren geleden begonnen ben. Zo kwam nu “Chips with everything” van Arnold Wesker aan bod. (Foto: Arnold Wesker at the Durham Book Festival, 24 October 2008, by Simon James from Darlington, UK.)
Wesker werd geboren in Londen in 1932. Hij werd aanvaard aan de Royal Academy of Dramatic Art, maar zou er nooit studeren. In 1956 schreef hij zijn eerste toneelstuk The Kitchen. Dit toneelstuk werd in 1961 verfilmd. Daarna volgde een drieluik dat als The Wesker Trilogy bekendstaat. Dit omvat de toneelstukken Chicken Soup with Barley, Roots en I’m Talking about Jerusalem. In 1962 was hij al aan zijn vijfde toneelstuk toe en dat was dan Chips with Everything.
De titel “Chips with Everything” is op meerdere manieren te verklaren, en juist die meerlagigheid maakt hem zo sterk. Op het eerste gezicht verwijst hij naar een typisch Brits fenomeen in de jaren vijftig en zestig: in cafés, kantines en goedkope restaurants kreeg je bij bijna elk gerecht standaard frieten (patat voor onze noorderburen en chips in het Brits-Engels) geserveerd. Het was een cliché van de Britse volkskeuken — goedkoop, eenvoudig, en overal hetzelfde. Maar Wesker gebruikt die uitdrukking als metafoor voor uniformiteit, standaardisering en het verlies van individualiteit. In het toneelstuk, dat gaat over jonge mannen die in militaire dienst (RAF) terechtkomen, wordt duidelijk hoe de samenleving — en zeker het leger — probeert om iedereen in hetzelfde keurslijf te dwingen. Zoals elk gerecht “met chips” wordt geserveerd, zo wordt ook elk individu “geserveerd” met dezelfde waarden, normen en gedragsvormen, ongeacht persoonlijke achtergrond of karakter, ook de hoofdfiguur (Pip Thompson), al lijkt die wel de spokesman te zijn voor Wesker zelf (al was Wesker zelf uit de working class afkomstig en niet van adel, zoals Thompson). Met die titel vat Wesker dus in één beeld de sociale satire van het stuk samen: in een wereld waar je altijd “chips bij alles” krijgt, lijkt er geen ruimte meer voor iets origineels of afwijkends. (chatgpt)
Wesker was een vertegenwoordiger van het Kitchen sink drama, een realistisch soort theater dat zich op de huiselijke problemen van de werkende klasse concentreert. Als ik me niet vergis, is Frank Coppieters met een dissertatie over zijn werk gepromoveerd in het begin van de jaren zeventig. Ik had toen de indruk dat Wesker al uitgeschreven was, maar tot zijn pensioen in 2011 zou hij in totaal ruim 50 toneelstukken schrijven.
Wesker overleed in 2016 op 83-jarige leeftijd. Bij het downloaden van de foto op Wikipedia stel ik vast dat hij zich heeft laten ridderen. Dat valt me zwaar tegen van hem.
Ronny De Schepper (op basis van Wikipedia)