Het is al twintig jaar geleden dat Marayat Rollet-Andriane (formerly Marayat Krasaesin or her birthname Marayat Bibidh), maar best bekend onder haar auteursnaam Emmanuelle Arsan (van de gelijknamige Emmanuelle-boeken) is overleden. Een lange en pijnlijke doodstrijd is aan haar overlijden vooraf gegaan.

In het interview dat ik met haar had, stelde Sylvia Kristel reeds: “In werkelijkheid was haar man de auteur. Hij was diplomaat en kon dergelijk werk natuurlijk nooit onder eigen naam publiceren.” En dat wordt nu bevestigd door Wikipedia: “It was later claimed that the real author of the book was her husband, Louis-Jacques Rollet-Andriane.”
Over Emmanuelle zelf voegde Sylvia er nog aan toe: “Die Arsan, die zag aanvankelijk niks in mij. Voor haar was ik een lang Hollands scharminkel zonder sex-appeal. Later is ze bijgetrokken.”

Arsan werd op 19 januari 1932 geboren als Marayat Bibidh in Bangkok, Thailand, in een aristocratische Siamese familie die nauw verbonden was met de koninklijke familie. Na de basisschool in Thailand werd Marayat door haar ouders naar Zwitserland gestuurd om haar studie voort te zetten aan de uiterst selecte kostschool Institut Le Rosey in Rolle, kanton Vaud. De school bood tweetalig Engels-Frans onderwijs aan de nakomelingen van de internationale elite. Het was op een bal daar in 1948 dat de 16-jarige Marayat voor het eerst haar toekomstige echtgenoot ontmoette, de 30-jarige Franse diplomaat Louis-Jacques Rollet-Andriane. Hoewel het liefde op het eerste gezicht was, trouwden ze pas in 1956 en vestigden zich toen in Thailand, waar Louis-Jacques een diplomatieke post kreeg bij de UNESCO-missie in Bangkok.
Bangkok was eind jaren vijftig een relatief kleine, geheimzinnige en zeer respectabele stad. Het was nog niet het openluchtbordeel dat het midden jaren zestig en begin jaren zeventig zou worden. Die verandering was deels te wijten aan de Vietnamoorlog, toen duizenden Amerikaanse militairen buiten dienst, gestationeerd op de luchtmachtbases van de Amerikaanse luchtmacht in Thailand, de straten van de hoofdstad overspoelden op zoek naar goedkope seks. Al snel werden ze gevolgd door westerse toeristen.
Het was binnen de selecte sfeer van de Sports Club dat Louis-Jacques en Marayat, met hun hedonistische filosofie van gemeenschappelijke seks, al snel een sensatie veroorzaakten onder de expats, diplomaten, pseudo-spionnen, verveelde echtgenotes en jetsetters die in en uit zwierven. De roman “Emmanuelle” werd aanvankelijk in 1959 in Frankrijk gepubliceerd en clandestien verspreid, zonder auteursnaam. Opeenvolgende edities werden toegeschreven aan Emmanuelle Arsan, die later Marayat Rollet-Andriane bleek te zijn. Later werden nog verschillende romans gepubliceerd onder het pseudoniem Emmanuelle Arsan.
Onder de schermnaam “Marayat Andriane” verscheen Arsan in 1966 in de film “The Sand Pebbles” (tijdens de opnames zou ze een affaire hebben gehad met co-acteur Steve McQueen) en in een aflevering van de Amerikaanse serie “The Big Valley” (1967). Hoewel ze een contract tekende bij 20th Century Fox, werkte ze daarna nooit meer als actrice voor dat bedrijf.

Haar enige andere filmoptreden, vermeld als Emmanuelle Arsan, was in “Laure” (1976), dat ook werd uitgebracht onder de alternatieve titel “Forever Emmanuelle”. Na het succes van de verfilming “Emmanuelle” (1974), geregisseerd door Just Jaeckin, was Arsan zelfs de titulaire regisseur en scenarioschrijver van de film “Laure”, over de seksuele ontdekkingen van een jongere “Emmanuelle” genaamd Laure, wederom in een exotische setting. De film werd in feite geregisseerd door Louis-Jacques Rollet-Andriane en Roberto D’Ettorre Piazzoli. Rollet-Andriane, naar verluidt gefrustreerd door problemen met betrekking tot zijn samenwerking met de producent, Ovidio G.Assonitis, vroeg echter om de naam van Emmanuelle Arsan niet aan het project te koppelen, wat ertoe leidde dat de film aan een anonieme regisseur werd toegeschreven.
In de “Emmanuelle”-films vinden we eigenlijk de “superioriteit” van de vrouwenliefde terug, opperde ik tegen Sylvia Kristel.
“De mooiste scènes zijn met vrouwen, ja. Ik heb zelf nooit een afkeer gehad van De Man, al zal ik me misschien wel eens mentaal lesbisch gevoeld hebben. Ik denk dat dit in iedere vrouw zit: eerst de liefde voor de eigen sekse en pas dan kun je klaar zijn voor de andere soort. Deze scènes zijn dan ook heel mooi, lief, teder en sensueel (b.v.Emmanuelle, die na een partijtje squash de lusten opwekt van haar tegenstandster, RDS) en ze waren voor mij ook eenvoudiger om te doen, omdat er dan een betere verstandhouding is. Zo in de zin van: wil je je hand niet hier leggen, dan ziet men die zwangerschapsstrepen niet. Al moet ik wel zeggen dat Just een meester is in het regisseren van dit soort dingen. Niet dat hij het zo goed kan zeggen; hij legt het meer uit met handen en voeten. Hij maakt er een choreografie van en kan het tegelijk toch als erg natuurlijk doen overkomen. Op de meest intieme momenten werd de ploeg tot vijf personen teruggebracht en werd er in absolute stilte gewerkt, ofwel met klassieke muziek.”
Misschien daarom dat Goedele Liekens in haar boek “Ons seksboek” de film aanraadt als een betere erotische film? In de Gazet van Antwerpen van 30/10/2007 argumenteert ze dat als volgt tegenover Sylvia Kristel zelf: “Omdat jij dankzij je rol van Emmanuelle erotiek uit het verdomhoekje hebt gehaald. Eeuwenlang was erotiek een vies woord in onze westerse samenleving, maar dankzij die films werd het mooi en aanvaardbaar. In één woord kan ik daar over zeggen: respect!”
Maar daar staat dan weer tegenover dat de scènes met een man bijna steeds uitdraaien op vernedering of verkrachting met geweld. De scène met de groepsverkrachting werd in Engeland trouwens verboden omdat daaruit zou moeten blijken dat een vrouw daar uiteindelijk toch plezier aan beleeft.
“Nou daar ben ik blij om. Dat die scène is geschrapt, bedoel ik. Ik vond het ook verschrikkelijk om het te doen. Er was bijna een grote ruzie over ontstaan op de set. Ten eerste weigerde ik mijn onderbroek uit te trekken (kom nou, Sylvia: mijn slipje zal je bedoelen!), want we hadden niet eens een tolk en sommige van die kerels dachten dat het écht moest gebeuren. Ik zeg dus: zonder broek doe ik het helemaal niet. De cameraman pruttelde tegen, maar ik zei: het maakt me niet uit hoe je het dan filmt, maar die broek blijft aan. Ook Alain Cuny, die als Mario de aanstichter van de scène speelde (een acteur die vooral in artistieke middens erg bekend was; hij speelde vele Shakespeare-rollen en had banden met de surrealisten, met Jean Vilar, Madeleine Renaud en Jean-Louis Barrault; hij stierf op 16 mei 1994 op 85-jarige leeftijd) was die mening toegedaan. Maar goed, die producenten staan daar met hun dikke sigaren te zwaaien en dan hebben we die scène toch maar gedraaid.”
Eigenlijk is het een soort van SM-scène?
“Ja, Alain Cuny of beter gezegd: Mario in de film vond dat dit nodig was in het kader van de seksuele opvoeding, want dan zou je het hogere kunnen begrijpen en weet ik veel wat voor gelul. Maar ik vind dat toch louter een mannelijke fantasie. Ook in het gewone leven neem ik liever zelf het initiatief. Maar alles bij elkaar vielen die scènes me toch niet zo moeilijk. Ik ben namelijk vreselijk bijziend en ik zag dus nauwelijks met wie ik te doen had.”
De scène is ook een afknapper als einde. Tenzij dat men duidelijk een vervolg in het vooruitzicht stelt.
“Ze wisten helemaal niet hoe ze eruit gingen komen. Ik ben zelfs nog eens naar Parijs moeten gaan om een alternatief einde te draaien, namelijk de scène met de twee heren. Maar uiteindelijk heeft men die dan nog voor die andere scène geplaatst. Nou ja, ik had toch niet het gevoel dat ik in ‘Gejaagd door de wind’ aan het spelen was…”
Nee, maar hij heeft wel bijna evenveel geld in het laadje gebracht! Dat ze ooit een humoristische versie van “Emmanuelle” wou maken met een script van Hugo Claus is geen fabeltje, ook al is die film er nooit gekomen. In “Privé” is ooit verschenen dat ze het scenario van Hugo te slecht vond, maar dat is hoegenaamd niet waar. “Nee, ik vond het juist heel leuk, want er kwam b.v. het Russische element in naar voren, maar toen viel plotseling de muur van Berlijn en had het allemaal niet zoveel zin meer. De slechteriken konden geen Russen meer zijn. Bovendien heeft het ook te maken met mijn toenmalige echtgenoot (Philippe Blot) die dat zou produceren, maar dat bleek dus hoegenaamd geen goede zakenman te zijn en daarom is het niet doorgegaan.”

Tussen 1974 en 1976 publiceerden Arsan en haar man, in samenwerking met Just Jaeckin, het erotische tijdschrift “Emmanuelle, le magazine du plaisir” in Frankrijk, met foto’s en tekst. In de jaren tachtig kwam Nitya Phenkun in hun leven. Zij was een oude bekende van Louis-Jacques, was zijn secretaresse (en maîtresse) geweest tijdens zijn diplomatieke post in Bangkok en vormde nu naar verluidt een trio met het echtpaar Rollet-Andriane.
Hun idylle werd in 2001 verstoord toen Marayat plotseling ziek werd. Bij haar werd systemische sclerodermie vastgesteld, een zeldzame en ongeneeslijke genetische ziekte die haar voor het eerst problemen bezorgde op 20-jarige leeftijd. Na een periode van remissie die 49 jaar had geduurd, keerde de ziekte terug en tastte haar benen aan, wat haar acuut leed bezorgde en haar mobiliteit snel aantastte. Haar gezondheid verslechterde verder toen er snel gangreen optrad en beide benen boven de knie moesten worden geamputeerd. Ze moest daarom de resterende vier jaar van haar leven bedlegerig doorbrengen en werd thuis behandeld door een privéverpleegkundige.
Marayat Rollet-Andriane overleed op 12 juni 2005 in Chantelouve, op 73-jarige leeftijd. Haar echtgenoot Louis-Jacques Rollet-Andriane overleed drie jaar later, in april 2008. Nitya Phenkun, de enige begunstigde van het auteursrecht op Emmanuelle (hoewel Marayat en Louis-Jacques Rollet-Andriane twee dochters hadden, Sophie en Danièle), keerde kort na de dood van Louis-Jacques terug naar Thailand.

Ronny De Schepper

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.