Het is vandaag 175 jaar geleden dat Marie Tussaud, die van het wassenbeeldenmuseum inderdaad, is overleden.

Marie werd geboren in Straatsburg als Marie Grosholtz (soms ook gespeld als Grossholtz of Grossholz). Haar vader Joseph overleed in de Zevenjarige Oorlog voordat ze werd geboren, en ze verhuisde met haar moeder naar Bern. Haar moeder werkte voor de arts Curtius. Curtius maakte wassen beelden om anatomische lessen mee te illustreren. Later begon hij ook portretten te maken.

In 1765 verhuisde Curtius naar Parijs om een wassenbeeldenkabinet op te zetten. Hij maakte daarvoor o.a. een portret van Marie Jeanne du Barry, de maîtresse van Lodewijk XV. Een afgietsel van dit werk is het oudste dat op dit moment te bezichtigen is. In 1767 verhuisden ook Marie en haar moeder naar Parijs, en daar leerde Marie de kunst van het maken van wassen beelden van Curtius.

Marie maakte haar eerste wassen beeld in 1778, van Jean-Jacques Rousseau. Andere beroemdheden die door haar werden gemaakt waren onder andere Voltaire en Benjamin Franklin.

Tijdens de Franse Revolutie ontmoette Marie veel van de belangrijke politieke figuren zoals Napoleon en Maximilien de Robespierre, maar was ook bevriend met het koninklijke huis, en tussen 1780 tot de revolutie in 1789 gaf ze artistiek onderwijs aan de zuster van Lodewijk XVI in Versailles.

Door deze connecties met het koninklijk huis werd ze gearresteerd door de revolutionairen en gevangen gezet. Ze werd gered door Jean-Marie Collot d’Herbois, een vooraanstaande revolutionair die een vriend van Curtius was. Om haar trouw aan de Revolutie te bewijzen, werd ze echter gedwongen dodenmaskers te maken van geguillotineerde edelen, waaronder de koning en koningin. Ze was bijzonder ontdaan toen ze gedwongen werd een afgietsel te maken van het afgehakte en bebloede hoofd van prinses de Lamballe, een vriendin van Marie, die door de menigte in stukken was gehakt. Ze modelleerde ook de geguillotineerde hoofden van zowel Marie AntoinetteJean-Paul Marat als Robespierre.

Toen Curtius in 1794 overleed liet hij zijn collectie wassen beelden na aan Marie. Zij trouwde in 1795 met beeldhouwer François Tussaud. Het huwelijk was weinig gelukkig. In 1802 liet ze haar man in Frankrijk achter en vertrok ze met haar oudste zoon Joseph naar Engeland. Dit op aanraden van de illusionist Paul Philidor, die zelf in Londen geld verdiende met een toverlantaarn. Tussaud exposeerde haar wassen creaties in samenwerking met deze Philidor in het Lyceum Theater in London. De Française was echter niet erg tevreden over de samenwerking. Philidor had naar haar smaak veel te weinig energie gestoken in het promoten van de voorstellingen.

Tussaud besloot het daarom voortaan zelf te gaan doen en reisde vervolgens maar liefst drieëndertig jaar lang met haar collectie wassen beelden door Groot-Brittannië. De voorstellingen waren succesvol. Tussaud verdiende genoeg om zo nu en dan ook geld te sturen naar haar man die, samen met haar jongste zoon François in Frankrijk was achtergebleven. De oudste zoon Joseph reisde in de tussentijd met zijn moeder mee. Gedurende de tour door Groot-Brittannië bleef Tussaud ook nieuwe wassen beelden maken. Uiteindelijk vestigde ze zich in Londen waar ze aan Baker Street een permanente tentoonstelling inrichtte. Ze opende hier ook haar bekende Separate Room, waar het publiek zich kon vergapen aan wassen beelden van bekende misdadigers en dubieuze historische figuren. Dankzij een publicatie in het bekende magazine Punch kwam deze kamer bekend te staan als de Chamber of Horrors.

De naamgever van het wassenbeeldenmuseum overleed in haar slaap op 16 april 1850, op 88-jarige leeftijd. Verschillende van haar originele wassen beelden zijn bewaard gebleven. Haar allerlaatste zelfportret, daterend uit 1841, is tegenwoordig bij de ingang van het museum in Amsterdam te bewonderen. Daar ben ik zeker nog niet geweest (en dat zal er nu ook wel nooit meer van komen), maar van het bekendste museum, het Londense, herinner ik me nog zeer goed dat ik er rechtover een Tournedos Rossini heb gegeten (in tegenstelling tot de muziek van deze man zeer zware kost!), maar of ik ooit de straat heb overgestoken en binnen ben geweest, kan ik me merkwaardig genoeg niet herinneren. Maar als het niet voor Madame Tussaud’s was, wat zaten we dan daar in dat restaurant te doen?

Ronny De Schepper (foto Herb Neufeld via Wikipedia, Historiek.net & On this day)

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.