Meg Tilly (°14/2/1960), de jongere zus van Jennifer Tilly, debuteerde in “Fame” (Alan Parker, 1980), wat niet echt verwonderlijk was, want ze maakte deel uit van de Connecticut Ballet Company. Ze hield er echter een rugblessure aan over, die haar een paar jaar van het scherm weghield, tot ze haar heroptreden maakte in “The big chill” (Lawrence Kasdan, 1983).
Daarin speelt ze Chloe, de enige die jonger is dan de rest van het gezelschap dat is opgegroeid in de jaren zestig. Zij was de vriendin van Alex (Kevin Costner), die zelfmoord heeft gepleegd, wat de aanleiding is voor de groep om nog een keer samen te komen. (De rol van Costner werd er achteraf echter uit geknipt.) Ze reageert nogal oppervlakkig op de dood van haar geliefde en besluit op het einde te gaan samenleven met de impotente Nick (William Hurt).
Datzelfde jaar draaide ze ook nog “Psycho 2”. Meg Tilly mocht als kind nooit televisie kijken, en had dus nooit de originele Psycho (1960) gezien en was zich niet bewust van de betekenis ervan. Ze begreep niet waarom de pers alle aandacht aan Anthony Perkins besteedde voor zijn comebackrol in deze film, en op een dag op de set hoorde Perkins haar zeggen: “Waarom krijgt Tony alle aandacht?” Perkins was overstuur, sprak niet met haar tijdens de opnames en raadde aan haar te vervangen, ook al was de helft van haar scènes al opgenomen. Vervolgens gaf Meg Tilly aan dat het werken aan de film haar slechtste ervaring was, omdat Anthony Perkins en Richard Franklin erg moeilijk waren om mee te werken. (IMDb)
Een jaar later was ze te zien in “Impulse”, een griezelfilm van Graham Parker. Voor “Agnes of God” (1985) haalt ze zowaar een Golden Globe en een Academy Award binnen. Daarna trekt ze in “Off beat” (Michael Dinner, 1986) op met een politieman die er geen is. In “The girl in a swing” (Gordon Hessler, 1988) naar de gelijknamige roman van Richard Adams speelt ze het vrouwelijke hoofdpersonage Karin, die door haar verleden wordt achtervolgd. De kritiek van Humo is onverbiddelijk: “Slap romantisch-erotisch drama met tragische allures over schuld en boete. In een magisch-realistisch sfeertje wordt de spanning geleidelijk aan opgebouwd, met af en toe een seksscène als verpozing. Meg Tilly is overtuigend in haar seksuele overgave, dan weer poëtische breekbaarheid of absolute wanhoop. Met feeërieke Kopenhaagse beelden van Claus Loof en een geslaagd muziekje van Carl Davies.”
In 1989 speelt ze in “Valmont” van Milos Forman, gevolgd door “The two Jakes” van en met Jack Nicholson. In “Leaving normal” (1992) van Edward Zwick trekt ze dan weer samen met Christine Lahti naar Alaska in een humoristische (en koude) versie van “Thelma and Louise”. De Amerikaanse tegenhanger van Juliette Binoche (uiterlijk dan, want als actrice is ze veel minder getalenteerd) kan hier misschien haar flauwe prestatie in de remake van “Body Snatchers” goedmaken. En in “Sleep with me” deelt ze het bed met Eric Stoltz en Craig Sheffer. In werkelijkheid is ze in 1995 gehuwd met de 30 jaar oudere John Calley, tevens de grote baas van United Artists, maar dat doet natuurlijk niets ter zake. Ze heeft reeds drie kinderen uit vorige relaties.
Ronny De Schepper
