De Amerikaanse jurist John Grisham, die zijn opleiding vooral ten gelde maakt door boeken over dat thema te schrijven, viert vandaag zijn zeventigste verjaardag (photograph by Carol Harrison via BlakeGrady op Wikipedia).
John Ray Grisham Jr. werd geboren op 8 februari 1955) in Jonesboro, Arkansas. Grisham studeerde af aan de Mississippi State University in 1981. Hij oefende ongeveer tien jaar strafrecht uit. Grishams eerste roman, A Time to Kill , werd in juni 1989 gepubliceerd, vier jaar nadat hij eraan begon te schrijven. Hij werd later aangepast tot de gelijknamige speelfilm uit 1996 . Grishams eerste bestseller, The Firm, verkocht meer dan zeven miljoen exemplaren en werd ook aangepast tot een speelfilm uit 1993 met dezelfde naam , met in de hoofdrol Tom Cruise. Zeven van zijn andere romans zijn ook verfilmd: The Chamber, The Client, A Painted House, The Pelican Brief, The Rainmaker, The Runaway Jury en Skipping Christmas.
Wat de conspiratieve thriller voor de jaren zeventig was, zijn de verfilmingen van de legal‑thrillers van John Grisham voor de jaren negentig.
Toch wel merkwaardig ‑ én veelzeggend voor de huidige filmconjunctuur in Amerika ‑ dat drie regisseurs die tijdens de seventies topfilms maakten in de voornoemde paranoïde cyclus (Sydney Pollack met “Three Days of the Condor”, Alan Pakula met “Klute” en “The Parallax View”, Francis Coppola met “The Conversation”), nu bestsellers van de literaire superster John Grisham moeten inblikken om hun carrière in het spoor te houden: Pollack met “The Firm”, Pakula met “The Pelican Brief” en Coppola met “The Rainmaker”.
Keer op keer gaat het om een variatie van dezelfde (succes)formule: de held is een idealistische jonge advocaat die het kwaad bestrijdt; dit kwaad is niet zoals een kwarteeuw geleden de CIA of de overheid, maar de Big Business; de onervaren jurist ontmaskert een cover‑up; en op het eind triomfeert het goede ondubbelzinnig over het kwade. Sprookjes dus.
De vraag is natuurlijk hoeveel ruimte er nog rest voor enige persoonlijke expressie binnen zulk een vastomlijnd concept, dat zowel moreel, dramatisch als psychologisch bijzonder simplistisch is. Coppola brengt het er nog zo slecht niet vanaf, rekening houdend met de beperkingen van het Grisham‑systeempje. Dit is mede te danken aan de knappe vertolking van aankomende ster Matt Damon, die iets heel moeilijk doet: op een overtuigende manier een naïeveling spelen zonder dat we hem een idioot vinden. Damon speelt Rudy Baylor, een net afgestudeerde jurist uit het zuiden die het gevecht aangaat met een team gehaaide advocaten van een corrupte verzekeringsmaatschappij, aangevoerd door een aalgladde superadvocaat (glansrol voor Jon Voight).
“The Rainmaker” is in alle opzichten een populistische fabel over de strijd van de underdog tegen het oppermachtige systeem: de benadeelde partij is een arme familie met een zoon die leukemie heeft en stervende is.
Je voelt dat Coppola oprecht meeleeft met de kruistocht van Rudy Baylor, wiens vaak ontroerende voice‑over commentaar werd geschreven door Michael Herr (die hetzelfde deed voor “Apocalypse Now”) ‑ beslist een verbetering op het proza van Grisham. “The Rainmaker” is een David‑en‑Goliath‑verhaal voor het Amerika van de grote bedrijven, een thematiek die de regisseur van de “Godfather”‑trilogie zeker bekend klinkt ‑ zijn hele carrière staat in het teken van de ongelijke strijd tussen de enkeling‑kunstenaar en de kooplieden uit Hollywood. De sfeer in het Memphis van de lagere klassen is zeer goed getroffen en de film blijft boeien dankzij de opmerkelijke vertolkingen tot in de geringste bijrollen (onder wie Teresa Wright, Virginia Madsen en Roy Scheider).
In “The rainmaker” verwerkt Grisham ontegensprekelijk ook zijn eigen twijfels over de rol van de advocatuur. Uiteindelijk kan hij zich toch identificeren met de jonge Rudy Baylor (Matt Damon), die als hij dan toch een “rainmaker” (een zaak die veel geld opbrengt) moet binnen halen zich richt op een corrupte verzekeringsfirma die vooral arme mensen dupeert. Toch moet ook Rudy zich een beetje “verbranden”, zoals uit zijn samenwerking met de niet-afgestudeerde eeuwige rechtenstudent Deck Shifflet (glansrol voor Danny DeVito) blijkt. Alhoewel deze dus niet gekwalificeerd is, kent hij veel beter de achterpoortjes en justitiële kneepjes aan de rand of er juist over. In een sideline ontfermt Rudy zich ook over een vrouw (Claire Danes) die door haar man geterroriseerd wordt en die uiteindelijk terecht maar gerechtelijk gezien evenzeer “fout” wraak neemt…
“Runaway jury” van Gary Fleder uit 2003, eveneens gebaseerd op een boek van Grisham, gaat nog verder. Ook hier handelt het over een proces tegen een financieel erg krachtige lobby (in het boek de tabakslobby, in de film werd dit veranderd in de wapenlobby, omdat ook het pas verschenen “The insider” van Michael Mann over de tabaksindustrie ging), waardoor deze een profiler inschakelen (rol van Gene Hackman) die ervoor moet zorgen dat de jury uit goed beïnvloedbare mensen bestaat. Eén van de juryleden (John Cusack) speelt echter dubbel spel…
Die jurybeïnvloeding heeft al heel wat inkt doen vloeien, zodanig zelfs dat het hele jurysysteem op dit moment ter discussie staat. Dat is ook niet te verwonderen als men ziet dat in de Verenigde Staten er acteurs zijn die opleiding geven aan advocaten om precies zo over te komen als acteurs die advocaten spelen op het scherm. Hier bootst de fictie dus niet de werkelijkheid na, maar precies het omgekeerde gebeurt!
Grisham is ook een voormalig democratisch lid van het Huis van Afgevaardigden voor de staat Mississippi (van 1983 tot 1990). Volgens de American Academy of Achievement heeft Grisham 37 opeenvolgende nummer één fictie-bestsellers geschreven, en zijn er wereldwijd 300 miljoen exemplaren van zijn boeken verkocht. Samen met Tom Clancy en J.K.Rowling is Grisham een van de slechts drie auteurs waarvan bij de eerste druk twee miljoen exemplaren zijn verkocht.
Ronny De Schepper