Veertig jaar geleden moest Paul McCartney vaststellen dat alles wat hij aanraakt dan toch niet in goud verandert. De film die hij in 1984 “liet” maken door Peter Webb, “Give my regards to Broad Street”, werd door de kritiek tot op de grond afgebroken en ook het grote publiek hapte niet toe.

Opgehangen aan een flutverhaaltje over verdwenen mastertapes van een nieuwe song maakte McCartney hiermee eigenlijk een film over zijn muziek, met enkele klassiekers als “Yesterday”, “Good day sunshine” en “Eleanor Rigby” in interessante, nieuwe versies. Dit is overigens het enige aantrekkingspunt. Daar kunnen zelfs cameo-optredens van Tracey Ullman, Dave Edmunds, David Gilmour en de onvermijdelijke Ringo Starr niks aan veranderen. (Ondertussen is er wel een videogame van gemaakt en wie weet, misschien rolt het geld dan toch nog naar binnen?)
Een nieuw solo-album van Paul McCartney verschijnt in 1986: “Press to play”. In zijn vrije tijd begint hij nu ook te schilderen.
In 1988 is Paul McCartney de eerste westerse artiest om een plaat uit te brengen die exclusief voor de Sovjetunie is bestemd: “Choba B CCCP” (“Back in the USSR”) wordt gemaakt met steun van gitarist Mick Green en pianist Mickey Gallagher. In 1989 verschijnt “Flowers in the dirt” waarop Paul McCartney o.a. samenwerkt met Elvis Costello. Voor zijn volgende, “Off the ground”, wordt hij opnieuw begeleid door de gitaristen Hamish Stuart en Robbie McIntosh en door Paul Wickens op de toetsen zoals dat sedert de split van Wings de gewoonte was. De drummer is wel een nieuwkomer: Blair Cunningham.
In 1990 komt de dubbele live-CD “Tripping The Live Fantastic” van Paul McCartney. Datzelfde jaar brengt hij ook “All my trials” uit, een scherpe aanklacht tegen het Thatcherisme. Hij zet zijn engage­ment ook in daden om door zijn oude school, the Liverpool Institute, van de sloop te redden door ze om te vormen tot een soort van academie voor muzikaal begaafde jongelui.
Paul McCartney is ook een van de eersten om de “Unplugged”-reeks van MTV in te luiden, waarna het klassieke “Liverpool Oratorio” volgt met nota bene het kinderkoor waarvoor hijzelf ooit werd geweigerd omdat hij “vals zong” en geen noten kon lezen. Het was ook op een andere manier nog een soort van weerwraak: de klassieke muzikanten (allemaal jongere ouderen die met The Beatles zijn opgegroeid) waren nu fier dat ze aan het project mochten medewerken, terwijl in de tijd van “Hey Jude” de violisten weigerden mee te zingen op het einde omdat dit “beneden hun waardigheid” was.
Bij de voorstelling van het “Liverpool Oratorio” typeert Paul McCartney zichzelf als de zoon van een amateur-jazztrompettist (*), die “de radio uitdraaide telkens er een operastem te horen was, die achterstand haal ik nooit meer op,” aldus Paul. Voor het tot stand komen van het oratorium is hij dan ook verplicht samen te werken met Carl Davis, een Engelse componist die ook de muziek schreef voor de stille film “Greed” (wat in België live werd uitgevoerd met het Nieuw Belgisch Kamerorkest) en voor de film “The girl on a swing”.

Ronny De Schepper

(*) “Walking in the park with Eloise” van Wings is eigenlijk een nummer van vader McCartney.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.