Het is vandaag al veertig jaar geleden dat de Franse cineast François Truffaut is overleden aan een hersentumor…

Na een woelige jeugd vond hij met de steun van de Franse filmcriticus André Bazin zijn weg in de wereld van de film. Hij werkte mee aan enkele tijdschriften, waarbij hij zijn reputatie vestigde als rebel tegen de bestaande Franse cinema, die hij bestempelde als de “cinéma de papa”. Hij kwam echter tot de conclusie dat het beter was om te tonen hoe het dan wél moest en maakte zijn eerste korte film in 1954. In 1959 draaide hij zijn eerste langspeelfilm, Les Quatre Cents Coups, de eerste uit de sterk autobiografisch getinte Antoine Doinel-serie, die onmiddellijk succes had en internationaal de deur opende voor de Nouvelle Vague.
In “Tirez sur le pianiste” uit 1960 werd componist Georges Delerue pas na de opnames ingeschakeld en zo moest hij vaststellen dat Charles Aznavour, die de barpianist uit de titel speelde, tijdens de opnames zo maar wat op de piano had zitten rammen. Maar kenners zouden natuurlijk onmiddellijk zien waar zijn vingers stonden en dus moest Delerue uit wat we met een understatement een “wilde improvisatie” zouden kunnen noemen, toch een aanvaardbare score te voorschijn toveren!
Daarna scoorde hij nog grote successen met films als Jules et Jim en “La Mariée était en noir”, telkens met Jeanne Moreau, die ook de hoofdrol vertolkte in “Mata Hari“, de film van Jean-Louis Richard uit 1964. Maar wat voor een draak van een film is dat! En het ergste is nog dat de hoofdoorzaak ligt bij de scenarist en dat is dus niemand minder dan François Truffaut! Niet alleen wordt het verhaal hier verteld op de expliciete manier van een jeugdfilm (wie dus daarentegen expliciete seks zou verwachten, die pakt er natuurlijk nevens), waarbij soms de slapstick niet wordt geschuwd (twee soldaten aan het front die eenzelfde broek willen aantrekken), maar vooral is de rechtlijnige veroordeling van Mata Hari als spionne pur sang stuitend!
Daarna volgden nog o.m. Baisers volés en “La peau douce” uit 1964. “L’amour c’est l’affaire des femmes”, zei Truffaut bij de release, “liefde is een zaak van vrouwen en andere onderwerpen dan liefde interesseren me niet. Liefde is het onderwerp der onderwerpen, het is de motor van de mensheid en onze enige gemeenschappelijk noemer. Elk liefdesverhaal verdient een film en ik zou 25 keer dezelfde scène kunnen draaien met verschillende personages.” De slotscène van La Peau Douce was zijn uitgangspunt: een vrouw (vertolkt door Cathérine Deneuve’s zus Françoise Dorléac) schiet haar echtgenoot neer in een vol restaurant. Hoe het tot die wanhoopsdaad gekomen is, blijkt uit het traject van de betrokkenen.

In 1966 was er “Fahrenheit 451″, gevolgd door L’Enfant sauvage.
In 1968 wordt omwille van de studentenrevolte het Festival in Cannes stilgelegd. Er was ook een “filmische” aanleiding: in het voorjaar had minister van cultuur André Malraux getracht om Henri Langlois, de stichter (in 1937) van de Cinémathèque de Paris een halt toe te roepen omwille van zijn “arrogance et poignée de fer”. Dit ontslag werd echter belet door een aantal filmmakers met aan het hoofd François Truffaut. Samen met Jean-Luc Godard, Claude Chabrol en andere critici van “Les Cahiers du Cinéma” bleef hij nog altijd de “cinéma de papa” aanvallen, zowel wat inhoud als wat stijl betreft. Zo werd b.v. de studio ingeruild voor de reële locatie.

50

La Nuit américaine (foto), één van de vroegste postmoderne films, won in 1973 de Oscar voor beste buitenlandse film. Er was “L’histoire d’Adèle H.” met Isabelle Adjani uit 1975. “L’homme qui aimait les femmes » was zowat de opvallendste Franse film uit 1978, maar “L’amour en fuite” flopte helaas.

In 1981 won Le Dernier Métro de César voor beste film van 1980. It holds the record for most César awards (the French equivalent of the Oscars) for a single film, at 10. It’s tied with Cyrano de Bergerac (1990) for this honor, another film starring Gérard Depardieu. De titel van de film is een verwijzing naar het feit dat tijdens de bezetting de mensen koste wat het kost de laatste metro moesten nemen om op tijd thuis te zijn. Omdat door gebrek aan brandstof de huizen ’s avonds lastig warm te houden waren, bezochten veel mensen een theater of horecagelegenheid. De theaterstukken waren zo geprogrammeerd dat ze net voor de laatste metro afgelopen waren. Filmmaker François Truffaut envisioned the film as being the second part in a thematic trilogy on the entertainment world, following La nuit américaine (1973), which focused on film. The script for the third film, “L’Agence Magique” (The Magical Agency), was written and focused on music halls, but the film was never made. Truffaut heeft een verhouding gehad met hoofdrolspeelster Catherine Deneuve, maar ik weet niet of dit tijdens het draaien van deze film was. Met Depardieu daarentegen was het lastiger werken, want die moest helemaal niet weten van Truffaut. Toch werd hij meteen daarna opnieuw gecontracteerd als hoofdrolspeler van Truffauts volgende en voorlaatste film, La femme d’à côté (1981). In 1983 zou nog Vivement dimanche volgen met Fanny Ardant en Jean-Louis Trintignant.
Truffaut was als acteur vaak te zien in zijn eigen films, maar ook in Close Encounters of the Third Kind (1977) van Steven Spielberg. Ook schreef Truffaut een boek over Alfred Hitchcock, zijn grote voorbeeld en favoriete regisseur. Hij werkte ook vaak samen met diens “vaste” componist Bernard Herrmann.
Truffaut bleef films maken tot aan zijn dood op 52-jarige leeftijd. Zijn Tour de France-project heeft hij echter nooit kunnen uitvoeren. Hij werd begraven op het kerkhof van Montmartre in Parijs.

Ronny De Schepper

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.