Het allereerste tv-optreden van André vond plaats in de AVRO Weekend Show, op 3 oktober 1959. De achtjarige André zingt het lied Droomschip, op voorspraak van komiek/entertainer Johnny Kraaijkamp (zittend rechts). (CC BY-SA 3.0 nl – Henk Lindeboom / Anefo)
Dreetje wordt ontdekt op 5 mei 1959 in de Albert Cuypstraat als hij daar zingt om genoeg geld te verdienen voor een mooi schort voor zijn moeder, die de volgende dag jarig is. Zijn repertoire bestaat uit twee liedjes: de tophit Diana van Paul Anka en het prachtige Piove (Ciao ciao Bambino) van Domenico Modugno, dat een grote hit is in heel Europa en in Nederland op de plaat is gezet door Willy Alberti. De teksten bedenkt hij zelf, als ze maar echter dan echt klinken. Diana (‘Oh… please, stay with me, Diana’) zingt hij in een soort Amerikaans dat zo redelijk klinkt dat voorbijgangers stil blijven staan en steeds meer publiek het met hem mee gaat neuriën. De eerste koperen centen belanden in een hoedje dat omgekeerd voor hem op straat staat. Piove brengt hij met Napolitaanse overgave in een Italiaans van eigen vinding. Geen woord is goed, behalve dat ene waar alles om draait: piove, regen.
De van de Bilderdijkkade afkomstige Johnny Kraaijkamp, die kortgeleden met Rijk de Gooyer heel Nederland veroverde met de onverbiddelijke hit We zijn twee eenzame cowboys (‘de Veluwe is onze prairie…’), wandelt met zijn vrouw over de markt om de sfeer alvast op te snuiven. Die avond moet hij hier voor een duizendkoppige menigte een keur van topartiesten aankondigen. Kraaijkamp vraagt aan het jochie waarom hij op straat staat te zingen. Wanneer Dré, goed van de tongriem gesneden, heeft uitgelegd dat hij van de opbrengst een mooi cadeau voor zijn moeder wil kopen, draait de artiest zich om en vraagt aan het publiek: ‘Moeten we hem vanavond laten zingen?’ De toeschouwers op straat en de vrouwen die uit de ramen hangen, gillen: ‘Jááá!’
‘Zalle we hem op de televisie laten zien?’ vraagt Kraaijkamp die avond aan de menigte op de Albert Cuyp, die ontroerd naar het kleine kereltje staat te kijken. ‘Jaaa!’ brullen ze eensgezind. Hij stopt het bijna achtjarige jongetje een briefje in de hand om zijn vader toestemming te vragen voor een optreden in Avro’s Weekendshow, die Kraaijkamp op zaterdagavond, primetime, presenteert.
Op zaterdagavond 3 oktober 1959 wordt de show uitgezonden. Zijn televisieoptreden verloopt perfect. Met presentator Kraaijkamp zingt hij Piove en in zijn eentje Droomschip. Maar het absolute hoogtepunt van de avond vindt hij het bezoek aan de kantine bij de studio, helemaal als hij mag uitkiezen wat hij wil eten: ‘Een uitsmijter met ham.’ ‘Wil je ook nog een toetje?’ vragen ze als hij hem op heeft. Een jongen als André heeft altijd honger. Geen tel hoeft hij na te denken: ‘Doe me nog maar zo’n uitsmijtertje.’
Uit Hazes. Het ware levensverhaal – Bert Hiddema
Lees het hele verhaal op historiek.net