Michael Douglas viert vandaag zijn tachtigste verjaardag, terwijl zijn vrouw Catherine Zeta-Jones vandaag exact 55 wordt (*). Douglas heeft zichzelf ooit nog laten behandelen voor een seksverslaving. Dat zal dan nu zo stilaan wel niet meer nodig zijn, veronderstel ik…

Als je het over Michael Douglas wil hebben, dan moet je natuurlijk beginnen met zijn beroemde vader Kirk Douglas. Die had natuurlijk geen tijd om naar zijn kinderen om te kijken en daarom groeiden Michael en zijn broer Peter op bij hun moeder in New York, terwijl papa in Hollywood zat. Toen hij aan de universiteit voor theater koos (omdat hij toch iets moest kiezen, aldus Michael zelf), kwam Kirk wél naar zoonlief kijken. Hij had toen de rechten voor “One flew over the cuckoo’s nest” gekocht, maar nadat de toneelbewerking daarvan een flop was geworden, wilde hij die opnieuw van de hand doen. Michael vroeg echter of hij het eens mocht proberen en, jawel, hij slaagde er zelfs in op heel jonge leeftijd hiervoor een oscar binnen te halen. Hoofdrolspeler Jack Nicholson kreeg ook een oscar al had Michael de rol oorspronkelijk voor zijn vader beloofd.

Nog steeds had Michael geen echte acteerambities maar via Karl Malden, een vriend van zijn vader, kwam hij van 1972 tot 1976 in de TV-serie “The Streets of San Francisco” terecht, waar hij naast Malden acteerde, die een echte mentor voor hem werd. Na het verlaten van  
The Streets of San Francisco  in 1976 speelde Douglas een ziekenhuisarts in de medische thriller  
Coma  (1978), en in 1979 speelde hij de rol van een getroebleerde marathonloper in Running. In 1979 produceerde en speelde hij in The China Syndrome, een dramatische film met Jane Fonda en Jack Lemmon over een ongeluk in een kerncentrale. Omdat het ongeluk op Three Mile Island twaalf dagen na de release van de film plaatsvond, werd de film beschouwd als “een van de meest intelligente Hollywoodfilms van de jaren 70”.

Van dan af kreeg hij allerlei aanbiedingen voor probleemfilms, juist op een moment dat hij pas getrouwd was en vader geworden. Hij had daar dus helemaal geen zin in en stortte zich integendeel op helemaal iets anders. En zo komt het dat mijn eerste kennismaking met de zoon van Kirk Douglas dateert van uit de tijd dat hij de avonturenfilm “Romancing the stone” produceerde en er tevens de hoofdrol in vertolkte (amper een jaar later zou de scenariste Diane Thomas op 39-jarige leeftijd overlijden). Onder andere The Jewel of the Nile, Flatliners en Made in America zouden nog volgen.
En als acteur was hij daarna nog te zien in Fatal Attraction, Wall street, Black rain, The war of the Roses, Shining through, Basic instinct en Falling down. In laatstgenoemde film van Joel Schumacher, maakt een politieman (Robert Duvall) die liefst administratieve klussen klaart, jacht op een man D-Fens, alias Michael Douglas, een doorsnee burger eigenlijk die doorslaat omwille van de egoïstische, gewelddadige, opdringerige maatschappij waarin we leven. Het jammere is alleen dat op het einde blijkt dat hij toch niet zo “doorsnee” is als op het eerste gezicht wordt verondersteld. Hij is b.v. ooit al eens doorgeslagen en mag o.a. daarom niet meer in de nabijheid van zijn vrouw (Barbara Hershey) en zijn dochtertje komen. Michael Douglas beschouwt dit als zijn favoriete optreden van alle films waarin hij heeft gespeeld. En ten tijde van de release beschouwde Michael Douglas’ vader Kirk dit ook als het beste optreden van zijn zoon. Elke studio in Hollywood wees het script van Ebbe Roe Smith af. Producent Arnold Kopelson was op het punt gekomen om kabeltelevisie te overwegen, toen Michael Douglas het script tegenkwam en het een van de beste noemde die hij ooit had gelezen. Douglas, die geloofde dat de film belangrijk was, stemde ermee in om een ​​veel lager salaris te accepteren, zodat de film ook meer geld zou kunnen opleveren. Het personage D-Fens inspireerde het eenmalige personage Frank Grimes in The Simpsons: Homer’s Enemy (1997).
Daarna was Douglas te zien in “Disclosure”. Het thema van dit boek is een carrièrevrouw (Demi Moore, die werd verkozen boven Geena Davis) die een mannelijk personeelslid seksueel mishandelt. “Disclosure” is een film van Michael Crichton, pardon van Barry Levinson, maar het is haast onmogelijk om de verdiensten van de schrijver (na “Jurassic park” en “Rising sun”) niet hoger in te schatten dan die van de regisseur, ook al is dat dan de man van “Rain man” en “Good morning Vietnam”. Deze keer loopt hij echter een beetje verloren in de “virtual reality”, die een belangrijk gegeven is in de subplot. Ondanks de artificiële gekunsteldheid is deze dan nog te verkiezen boven het “normale” decor van Neil Spisak, waarin deze “computerthriller” zich afspeelt. Binnen deze kilheid loopt Michael Douglas een beetje verloren (wat ook min of meer de bedoeling is), terwijl zijn tegenstandster Demi Moore (het gaat eigenlijk over seksuele handtastelijkheden op het werk, maar dan met een omgekeerd rollenpatroon) en vooral een uitstekende Donald Sutherland zich hier kiplekker voelen.
Michael Douglas was daarna te zien in “The American President” van Rob Reiner, naast Annette Bening, Martin Sheen en Michael J.Fox. Een feelgood-movie die volgens Barry Norman bijna van Frank Capra-kwaliteit is.

Daarna volgde “The Ghost and the Darkness”. Regisseur Stephen Hopkins beschreef zijn ervaring bij het maken van deze film als “een ware nachtmerrie”: “We hadden slangenbeten, schorpioenenbeten, tekenbeetkoorts, mensen die door de bliksem werden geraakt, overstromingen, stortregens en onweersbuien, nijlpaarden die mensen door het water achtervolgden, auto’s die in het water werden gesleurd en verschillende bemanningsleden die omkwamen, waaronder twee verdrinkingen… Val (Kilmer, RDS) kwam naar de set onder de slechtst denkbare omstandigheden. Hij was volledig uitgeput van het maken van The Island of Dr. Moreau; hij had te maken met de ongunstige publiciteit van die set; hij ging door een scheiding; hij had nauwelijks tijd om zich in deze rol vast te bijten voordat we begonnen met filmen, en hij zit in bijna elke scène in deze film. Maar ik heb hem 6 of 7 dagen per week 4 maanden lang onder echt ongunstige omstandigheden laten werken, en hij heeft het echt waargemaakt. Hij had een passie voor deze film.” Michael Douglas , die de film produceerde, besloot op het laatste moment om Remington te spelen. Maar de werkrelatie tussen Douglas en Hopkins was al erg gespannen, zelfs vóór de opnames. In de eerste versies van het script zou Remington oorspronkelijk een raadselachtige figuur zijn, maar nadat  
Michael Douglas ervoor koos hem te spelen, werd de rol van het personage uitgebreid en kreeg het een geschiedenis. In William Goldmans boek Which Lie Did I Tell? beweert de scenarioschrijver dat Douglas’ beslissing het mysterie van het personage verpestte, waardoor hij een watje en een verliezer werd. Douglas liet de film in de postproductie volledig opnieuw knippen, waarbij 45 minuten werden verwijderd om hem meer schermtijd te geven. Het verklaart de plotgaten en verhaallijnen die nergens heen gaan. Hopkins was niet blij met de uiteindelijke versie van de film. Hij zei in een interview uit 1998 dat de film 
“een puinhoop was… Ik heb hem niet kunnen bekijken.” (IMDb)
In 1996 was Michael Douglas dan te zien in een film van Renny Harlin: “Cutthroat island”, een piratenfilm, en een jaar later in “The game” van David Fincher. Eigenlijk een vergezocht plot waaraan ik normaal geen aandacht zou besteden, ware het niet dat het einde toch ontzettend flauw is. Maar… in de film zelf wordt een heel ander einde gesuggereerd. Het “vergezochte plot” slaat op een “realityspel” voor rijkelui die alles al hebben, dus wat kun je ze nog als verjaardagsgeschenk geven dan een “ander” leven? Een deel van het plot is dan ook dat de “gevierde” (Michael Douglas dus) op een bepaald moment denkt dat hij al zijn geld kwijt is. Om dit te checken belt hij op een bepaald moment vanuit zijn auto naar de Allgemeine Bank in Zürich. Zoals dit inderdaad het geval is, kan hij zijn saldo inkijken (“horen” dus eigenlijk) nadat hij een code heeft opgegeven. Het vrouwelijke hoofdpersonage, dat mee in het complot zit (gespeeld door Deborah Kara Unger) en die op dat moment naast hem in de wagen zit, zie je heel duidelijk de oren spitsen. Onderliggende boodschap van regisseur Fincher en scenaristen John D.Brancato en Michael Ferris: ze leert de code van buiten. Goed, we switchen opnieuw naar dat flauwe einde. Dan blijkt dat Unger de festiviteiten vroegtijdig verlaat “voor een nieuwe opdracht in Australië”. Douglas gaat haar natuurlijk achterna, want hij is uiteraard verliefd op haar geworden. Maar met de flauwe afspraak om samen eens “een koffietje te drinken” rijdt Unger weg en eindigt de film. Nu lijkt mij (én mijn vrouw, moet ik er eerlijkheidshalve aan toevoegen) dat dit niet het oorspronkelijke einde is. Veel aantrekkelijker zou geweest zijn dat we met een slotbeeld door krijgen dat ze er uiteindelijk toch nog met zijn geld vandoor gaat. Is het nu echt te vergezocht om te denken dat de Hollywood-bonzen dit oorspronkelijke einde hebben geschrapt, omdat de kijker een happy end zou verkiezen?
Een jaar later was Michael Douglas te zien in “A perfect murder” van Andrew Davis. This was a very liberal remake of Alfred Hitchcock thriller Dial M for Murder (1954) based on a play by Frederick Knott, the first of two Alfred Hitchcock remakes that Viggo Mortensen is in, the second one being Psycho. They were also both released in the same year. Besides, many of the artworks featured in this film are Mortensen’s own. Het grappige is dat David Suchet de detective is die de zaak moet oplossen. Gelukkig niet als Poirot, maar wel als Mo (evenwel niet die uit “Thuis”). Het is ook een van de drie films waarin het personage van Michael Douglas op Wall Street werkt. De andere twee zijn Wall Street (1987) en Money Never Sleeps (2010) waarin hij Gordon Gekko speelt, een meedogenloze effectenmakelaar.

Ronny De Schepper

(*) Dit leeftijdsverschil gaf ooit aanleiding tot een gewaagde (maar schitterende) grap van Erik Van Looy. Toen hij Zeta-Jones interviewde, zei hij dat hij ook een fan was van haar man: “I liked him in Spartacus,” aldus Van Looy. Het gezicht van Zeta-Jones sprak boekdelen!

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.