“De Joodse Messias” heb ik gelezen bij de aanvang van 2023. In het begin vond ik het leuker dan “Blauwe Maandagen”, “Tirza” of “Fantoompijn”, de vroegere werken van Arnon Grunberg, die ik al had gelezen, maar na verloop van tijd begon het gezeur en het zelfbeklag alweer de bovenhand te nemen. En als je je afvraagt waarom er een pelikaan op de kaft staat afgebeeld, het antwoord volgt op p.268, waar het jongere zusje van het joodse hoofdpersonage (er is ook nog een “goj” als hoofdfiguur) tot de bevinding is gekomen dat de messias een pelikaan is. Een paar keer zal dat nog terloops terugkeren om dan zijn “bekroning” te vinden in de laatste regels, wellicht als symbool voor de totale vernietiging.

Toch vind ik het onvoldoende om er een kaft mee te ontwerpen. Al ben ik wel blij dat het niet “Koning David” is geworden (de afgezette teelbal van de goj), alhoewel dat misschien meer te verantwoorden was, aangezien die voortdurend, het hele boek door, aanwezig is (van “Je-weet-wel-wie” werd ook gezegd dat die maar één teelbal had). De goj wordt door Elsbeth Etty in het NRC-Handelsblad van 17 september 2004 vergeleken met Pim Fortuyn. Daar heb ik nu eens nooit aan gedacht, zie, ook al is homoseksualiteit een primordiaal thema. Grunberg antwoordt daarop: “Oscar van Gelderen van uitgeverij Vassallucci die De joodse messias uitgeeft, wilde graag dat ik over een joodse Pim Fortuyn zou schrijven, maar dat idee heb ik losgelaten.”

Etty, die veel irritanter overkomt dan ik ze destijds bij De Rode Vaan heb leren kennen (Elsbeth Ettertje?), gaat verder: “Grunberg heeft zijn messianistische politicus in elk geval niet in Israel gesitueerd omdat dat mooi rijmt met de islam-haat van wijlen Pim Fortuyn.” En weer houdt Grunberg de boot af: “Daar houd ik me niet zo mee bezig. Ik denk wel dat de fundamentalistische islam een probleem is, maar dat geldt ook voor de fundamentalistische christenen in de Amerikaanse politiek. Die moet je bestrijden. Je moet je er niet per definitie bij neerleggen dat de mensheid niet zonder religie kan omdat het nu eenmaal bij het leven hoort. Dat is een irrationele en gevaarlijke denkwijze. Je mag toch proberen mensen te verlichten. Niet dat godsdienst verboden moet worden, zoals in de Sovjet-Unie is geprobeerd, maar je moet niet accepteren dat sommige dingen heilig zijn en dat je daar niet aan zou mogen komen.”

Awromele (de joodse hoofdfiguur) is het personage dat het meest aan Grunberg zelf doet denken. Hij maakt zich los van het geloof. “Hij heeft inderdaad niets met het jodendom, hij is alleen zo opgevoed. Voor mij geldt dat ook, misschien heb ik daarom ook geen behoefte aan joods sentiment, of heerlijk gezellig naar sjoel gaan. Als iemand me uitnodigt voor een joods feest ga ik wel mee. Maar het hoeft voor mij niet, ik kan heel goed zonder.”

Ronny De Schepper

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.