Vandaag is het ook al zestig jaar geleden dat countryzanger Jim Reeves om het leven kwam bij een vliegtuigcrash in Nashville of all places. Er was nog iemand anders aan boord (Dean Manuel), dus men zou kunnen veronderstellen dat dit de piloot was, maar het was wel degelijk Jim Reeves zelf die de stuurknuppel hanteerde. Het ongeluk werd veroorzaakt door een storm en het merkwaardige was dat zijn stoffelijk overschot werd ontdekt door zijn collega’s Marty Robbins, Chet Atkins en Jerry Allison.

Alhoewel Jim Reeves reeds in 1953 een eerste succesplaat, “Mexican Joe”, op een nummer 1-notering kreeg, is zijn doorbraak toch vooral aan… de rock’n’roll te danken. Dat heeft echter alles met de evolutie van country muziek te maken, die daarmee samenhangt. Met zijn rijke traditie en uitgebreide evolutie in tal van verschillende stijlen bleven puristen zweren bij bluegrass of honky tonk, genres die nauw aanleunden bij de blues en die dan ook vaak sociale thema’s behandelden. Toen deze functie eerder door rock’n’roll werd overgenomen, sloeg de country, met name onder de invloed van producer Chet Atkins, een nieuwe, meer zoeterige weg in: de zogenaamde Nashville Sound. Onder Atkins’ invloed was Jim Reeves een van de eersten die met ‘close talking’-microfoontechniek werkte, iets wat zijn stem extra goed deed uitkomen. Als beste voorbeeld kan hiervoor zijn grootste hit gelden: “He’ll have to go” uit 1959.
Vooral met Jim Reeves zou Atkins ervoor zorgen dat country ook wortel schoot in de rest van Amerika, ja zelfs de rest van de westerse wereld. Van de exotische leefwereld van de landelijke gebieden der Verenigde Staten – cowboyland zeg maar – werden enkel nog de uiterlijke attributen bij wijze van herkenning bewaard: stenton, cowboy-laars en bandana zijn het uniform van de country-muzikant en zijn fans. Daardoor kreeg de muziek ook de bijnaam van rechts, conservatief, redneck. Alex Boon (destijds samensteller van het BRT-radioprogramma “Country buiten westen”) gelooft niet dat je de muziek zelf rechts kunt noemen, maar “wanneer je de teksten gaat ontleden dan vind je in sommige country-songs wel rechtse elementen. De positie van de vrouw bijvoorbeeld is meestal conservatief, tot op het randje van het belachelijke. Alle cowgirls leven blijkbaar in slaafse onderworpenheid aan hun man en zijn gelukkig in hun huis-, tuin- en keukenmentaliteit. Maar je kan daarom niet stellen dat country typisch rechts is. In de tijd van de drooglegging bijvoorbeeld (1919-1933) klonken country-liedjes revolutionair. Vanuit de armoede en ellende protesteerden arbeiders tegen de anti-alcohol-wet.
Naast Jim Reeves zijn natuurlijk vooral vrouwen gespecialiseerd in de zogenaamde “torch songs” (smartlappen). Patsy Cline b.v., die ook alweer tragisch om het leven is gekomen in een “plane crash”. Het verschil tussen sentiment en sentimentaliteit wordt pas erg duidelijk als men Jim Reeves confronteert met zijn grote voorganger, die eveneens tragisch om het leven kwam, Hank Williams.

Ronny De Schepper

P.S. Jim Reeves heeft ook een plaat uitgebracht met daarop uitsluitend liedjes in het Afrikaans getiteld Jy Is My Liefling.

6 gedachtes over “Jim Reeves (1923-1964)

  1. Beste,
    De close-talking microfoontechniek was inderdaad vanaf 1957 zowat hét handelsmerk van Jim Reeves. We kunnen stellen dat hij zowat de bedenker van die techniek is, alleszins een van de eersten die met die techniek constant ging werken. U schrijft dat dit onder invloed van Chet Atkins gebeurde, daarmee ben ik het niet helemaal eens. Integendeel, Chet Atkins was als producer bij RCA Victor een beetje verbaasd toen in 1957 de eerste single van Jim Reeves die met de close-talking microfoontechniek was opgenomen (met name “Four Walls”), zo hoog scoorde zowel in de country charts als in de pop charts. Trouwens, bij RCA Victor was lang niet iedereen zo overtuigd van Reeves’ close talking microfoontechniek. Nog in 1963 had de opnametechnicus van RCA Victor zulke hoog oplopende discussie met Jim Reeves over diens microfoontechniek, dat Reeves bijna een jaar lang weigerde nog nieuwe opnamen te laten maken.
    Ik verwijs hierbij naar mijn bijdrage over Jim Reeves op de webblog van Muziekmuseum Vlaanderen 31.7.2014: http://muziekmuseum.skynetblogs.be/archive/2014/07/30/gentleman-jim-leeft-al-vijftig-jaar-verder-in-zijn-muziek-8245401.html#more
    Met vriendelijke groeten,
    Karel De Wilde uit Zele

    Like

  2. Wat die “close-talking” microfoontechniek betreft, heb ik wel een andere klok horen luiden. Reeves had die methode wel degelijk opgedaan als gevolg van zijn eerste job als radio-speaker. Maar het was producer Chet Atkins die zei dat hij veel moeite moest doen om dat AF TE LEREN omdat hij daardoor plop-geluiden voortbracht in de studio, tot frustratie van Chet. En het heeft Jim veel moeite gekost maar het is hem uiteindelijk wel gelukt.
    En wat hier ook nog niet ter sprake komt: Reeves droeg een pruik, weliswaar een zeer mooie want ik heb jarenlang gedacht dat het zijn eigen haar was, terwijl hij een kale knikker had. Het was in diezelfde documentaire dat gestipuleerd werd dat RCA-Victor hem op een bepaald moment voor de keuze zette (vooraleer er definitief voor te gaan met zijn promotie-materiaal): “wat zal het zijn? met of zonder pruik?”. En hij koos zoals we weten voor de toupet.

    Geliked door 1 persoon

    1. Dat is de post-factum uitleg van RCA Victor natuurlijk, Reeves’ tegenpool in die close-talking discussie, dus bezwaarlijk een onbevooroordeelde bron te noemen. Reeves had inderdaad al wat ervaring opgedaan als radiospeaker in de periode voor de Grand Ole Opry (1952), waar hij trouwens vaak live zong voor de radio, maar close-talking microfoontechniek was toen nog niet aan de orde, noch als spreekstem, noch als zangstem. Wat dat ‘afleren’ betreft, die uitleg raakt kant noch wal: hoe zou Jim Reeves de close-talking hebben moeten afleren, terwijl hij heel de mid-50’s nog volop zong met een klassieke country-zangstem (Mexican Joe, Bimbo: 1953) en met een klassieke opnametechniek? Eén feit is zeker: na ‘Four Walls’ (1957) en zelfs na ‘He’ll have to go’ (1960), heeft de opnamestudio nog herhaaldelijk modificaties moeten aanbrengen om de ‘reverberation’ (weergalm) bij de opname van Reeves’ close-talking zangtechniek onder controle te krijgen, tot grote frustratie van de opnametechnici.

      Als geraadpleegde bron kan ik u Larry Jordan, Jim Reeves his untold story, Page Turner Books Int., New York, 2011 aanbevelen. Het werk is in 2011 opgesteld op basis van nagelaten geschriften en uitgebreide interviews met weduwe Mary Reeves.

      Wat wel klopt, is het feit dat Jim Reeves inderdaad jarenlang een haarstukje droeg, geen volledige pruik maar wel een toupetje.

      Geliked door 1 persoon

      1. Karel, Ik geloof je op je woord, ik rapporteer alleen wat gezegd is geweest in een Engelstalige documentaire over Jim Reeves die uitgezonden werd op een Nederlandse tv-zender. Wat ik mij niet meer herinner is of het Chet Atkins zelf was die het zei.

        Geliked door 1 persoon

  3. Of jim reeves nou wel of niet het toestel zelf bestuurde waar mee die verongelukte,en of die wel of geen toupet droeg,vindt ik van onder geschikte belang.Feit is dat zo geweldige zanger met zo schitterende stem,veel te vroeg van deze wereld is weg genomen.

    Like

Geef een reactie op Raymond Thielens Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.