Zeventig jaar geleden won Zwitserland in Rouen de eerste “officiële” ploegentijdrit in de Tour met CLERICI Carlo, CROCI-TORTI Emilio, GRAF Rolf, HOLLENSTEIN Hans, HUBER Marcel, KOBLET Hugo, KUBLER Ferdi, METZGER Martin, PIANEZZI Remo en SCHAER Fritz (foto Anefo). Louison Bobet nam de gele trui over van Wout Wagtmans, maar zou die daarna opnieuw verliezen, maar uiteindelijk toch de Tour winnen. Maar de vraag is natuurlijk: waarom staat er “officiële”?

Wel, zoals je hier kan zien (https://fr.wikipedia.org/wiki/Liste_des_%C3%A9tapes_contre-la-montre_par_%C3%A9quipe_du_Tour_de_France) waren er voor WO II al ploegentijdritten maar daarbij was niet de ploeg winnaar, maar de eerste renner van de ploeg. De eerste ploegentijdrit die op die manier werd betwist, vond plaats tussen Nîmes (Gard) en Montpellier (Hérault) tijdens de tweede helft van de 
13e etappe van de Tour de France van 1935 over een afstand van 56 km. De winnaar was dus niet de Franse ploeg, maar Georges Speicher. In diezelfde Tour werd dat kunstje nog twee keer geflikt. De negentiende rit kwam zo op naam van onze landgenoot Jean Aerts en de twintigste was voor de Italiaan Ambrogio Morelli.

Ik moet eerlijk bekennen dat ik niet begrijp in welke zin deze wedstrijden dan verschilden van een “officiële” ploegentijdrit. Tenslotte hebben we vrij onlangs nog een ploegentijdrit meegemaakt, waarbij de individuele tijden in rekening werden gebracht en dit gold wel degelijk als een “officiële” ploegentijdrit.

Ik heb mij gewend tot “The complete book of the Tour de France” van Feargal McKay, maar ik vind ook hier geen bevredigend antwoord. McKay schrijft dat het systeem er vooral is gekomen omdat de organisatoren en de jury onvoldoende toezicht konden houden op individuele tijdritten, waardoor er vele onregelmatigheden werden geconstateerd (gegangmaakt worden door auto’s of motoren of in één geval – niet gespecifieerd over wie het juist ging – over carrément aan de klink van een wagen hangen). Met de tijdrit per ploeg te laten betwisten, had men alvast minder controle nodig.

Waarover McKay wél schrijft, is dat Tourbaas Henri Desgrange dat jaar ook met een ander systeem voor de zogenaamde “individuelen” uitpakte. Deze mochten voortaan niet meer zo maar lukraak inschrijven, maar vormden een soort van B-team voor de officiële deelnemers. En de voornaamste wijziging was dan precies dat die A-teams voor de ploegentijdritten renners uit het B-team mochten recruteren als er renners waren weggevallen. Voor die laatste ritten (19 & 20) was dit uiteraard het geval. Zo bestond het Franse team nog uit vijf “echte” renners en daarbij dan drie “individuelen”. De Belgische en Duitse ploegen waren er nog slechter aan toe: zij hadden elk nog slechts drie renners en zelfs bij de individuelen hadden zij ook telkens nog maar drie renners ter beschikking. Om nog van de Spaanse ploeg te zwijgen! Die hadden nog één officiële renner en één individueel. Maar dat was allemaal niets in vergelijking met de Italiaanse ploeg: die was namelijk al helemaal naar huis en er bleven enkel nog twee individuelen over. Daarom besliste Desgrange op eigen houtje om sommige ploegen samen te voegen. Die zogenaamde “Italiaanse” ploeg moet daarvan dan blijkbaar wel goed hebben geprofiteerd, aangezien Ambrogio Morelli tot winnaar werd uitgeroepen!

Maar toch was het merkwaardig dat die drie ritten dus door drie verschillende ploegen werden gewonnen. Dan was het in de Tour van het daaropvolgende jaar duidelijk dat de Belgische ploeg de beste was. De overwinning ging zo driemaal naar Sylveer Maes en één keer naar Félicien Vervaecke. Toch was de Franse ploeg, of dus beter gezegd Antonin Magne, de beste in de twintigste rit.

In 1937 tenslotte werd voor de laatste keer dat systeem toegepast. Winnaars: Sylveer Maes, Gustaaf Danneels en Roger Lapébie.

In zijn boek ‘De ‘moordende’ 100 km ploegentijdrit, de geschiedenis van de 100 km ploegentijdrit’ schreef Jan De Smet het volgende: “Hoe, waar en wanneer er besloten werd om deze discipline (tijdrijden per ploeg, RDS) in te voeren, kon niet achterhaald worden. Ploegentijdritten op zich bestonden al zeker sinds 1937 toen er een gereden werd in de Giro d’Italia over 60 km, gewonnen door Legnano (Gino Bartali, Fabio Battesini, Raffaele Di Paco, Pierino Favalli en Adalino Mealli). De Vuelta a España volgde in 1946 met een tijdrit over 67 km gewonnen door Nederland (Cees Joosen, Jan Lambrichs, Frans Pauwels, Hubert Sijen en Jef Janssen). (…) De eerste echt serieuze ploegentijdrit, van meer dan 50 km, in de Tour de France kwam er pas in 1978 met een afstand van 153 km gewonnen door Ti-Raleigh (José De Cauwer, Gerrie Knetemann, Hennie Kuiper, Henk Lubberding, Klaus-Peter Thaler en Wilfried Wesemael. Paul Wellens, Jan Raas en Gerben Karstens kwamen later binnen).”

Ronny De Schepper

Een gedachte over “Zeventig jaar geleden: Zwitserland wint in Rouen de eerste “officiële” ploegentijdrit in de Tour

  1. Ronny,

    Het boek ‘Tour de France: regels en statistieken 1903-2018’ van Pieter van den Akker, p. 61 geeft wat meer klaarheid.

    “Wat betreft ploegentijdritten zijn er twee fases: de eerste fase, 1927 tot 1937, en de tweede fase, vanaf 1954.

    In de eerste fase reden de renners individueel, maar werd er niet tegelijkertijd gestart maar in teams; vanaf 1954 reden de renners echt als team, in de zin dat in de uitslag van de etappe de ploegen staan.

    In die eerste fase startten de ploegen apart, maar de eindtijd werd voor elke renner apart bijgehouden. Ook de winnaar van een etappe was een renner, en niet een ploeg.

    Dit systeem bleek verwarrend voor het publiek, en de sterkere ploegen werden er nog sterker van. In 1928 werd het systeem weer gebruikt, maar in 1929 werd het afgezwakt. Alleen als een vlakke etappe met een gemiddelde snelheid van minder dan 30 km/h werd verreden, werd de volgende etappe apart gestart. In etappes 11 en 18 lag de snelheid onder de 30 km/h, dus werden etappes 12 en 19 apart gestart; hoewel etappe 19 wel snel genoeg verreden was, besloot Desgrange dat de 20ste etappe toch apart gestart werd. Ook in 1930 en 1931 konden etappes zo apart gestart worden.

    Halverwege de jaren 30 kwam het ploegentijdritsysteem weer even terug, nadat er veel onregelmatigheden in de individuele tijdrit waren geweest.

    In die tijd waren de ploegen nog niet ingedeeld als tegenwoordig. Zo waren er bijvoorbeeld nog touristes-routiers, die niet in een team zaten. Zij startten allemaal tegelijkertijd.”

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.