Fons Mariën geeft drie sterren aan Witte orde van Sibo Rugwiza Kanobana.

Eerder dit jaar verscheen nog maar eens een boek over racisme, geschreven door “een man van kleur”, zoals dat tegenwoordig genoemd wordt. De auteur is van Congolese afkomst, heeft een blanke moeder en een zwarte vader. Hij heet Sibo Rugwiza Kanobana en is docent sociolinguïstiek en postkoloniale studies aan de UGent en aan de Open Universiteit van Nederland. Zijn afkomst en specialisatie als docent maken van hem een interessante stem in het maatschappelijk debat rond racisme.

De auteur doet eerst uitgebreid zijn eigen verhaal: van zijn schooltijd in Congo en in Brussel en van zijn universitaire loopbaan. Als metis werd hij toen al geconfronteerd met uiteenlopende reacties op zijn identiteit. In zijn inleiding reeds pakt hij het onderscheid tussen blank en wit aan. Zoals intussen bekend is, vindt er onder de invloed van het woke-activisme een verschuiving plaats van blank (voor de huidskleur) naar wit. De auteur zegt dat niet te volgen, maar wel wit(-heid) te gebruiken in een politieke, ideologische context. In zijn boek is hij echter niet altijd consequent.
Interessant -zeker vanuit zijn taalkundige achtergrond – is dat hij termen als ras, racisme kan duiden, waarbij hij ook diep ingaat op de historische evoluties. Zo schrijft hij uitgebreid over het gebruik van woorden als gastarbeider, migrant, allochtoon (versus autochtoon) en de evolutie hierrond, tot “mens met een migratieachtergrond”.
Veel moeilijker heb ik het wanneer hij begrippen als witheid en witte orde introduceert. Ik citeer: “Witheid is een ideologie die waarde toekent aan mensenlevens, waarbij aan de hand van een hele batterij aan symbolen, onder andere en in belangrijke mate huidskleur, maar zeker ook taal, religie, cultuur, vermogen, identiteitspapieren et cetera, mensen al dan niet als waardevol bestempeld worden. Hoe witter je bent, hoe meer je leven waard is” (p.13). Hij verduidelijkt wel dat ook mensen met een donkere huidskleur (ideologisch) wit kunnen worden of zijn. Naar het einde van het boek vermeldt hij in dit verband politici als Zuhal Demir of Assita Kanko. Ik betwijfel sterk of de betrokkenen hiermee gelukkig zijn.
Wat hij ‘witte orde’ noemt, associeert hij met de begrippen westers en bourgeois. In wezen komt witte orde erop neer dat hij meent dat witheid dominant is in onze westerse maatschappij. Hij denkt dat het succesvol optreden van mensen met een donkere huidskleur in diverse domeinen van de samenleving (de politiek, de cultuur, de academie et cetera) geen reden is om te denken dat het beter gaat met het racisme. Hij denkt veeleer in termen als “systemisch racisme”.
Het discours van Sibo Kanobana ligt volledig in de lijn van wat ik eerder gelezen heb van woke-activisten als Gloria Wekker of Anousha Nzume, zij het dat hij minder focust op de individuele verantwoordelijkheid maar racisme meer als een sociaal fenomeen ziet, dat ook verbonden is met klasse. Echt helder is zijn betoog niet altijd. Ik heb mijn best gedaan en het boek tweemaal gelezen. Dat ik niet erg kan inkomen in begrippen als witheid en witte orde, zal iemand als de auteur begrijpen als een gevolg van mijn positie als blanke man in deze maatschappij. Maar als ik zijn definitie van witheid herlees, zie ik enkel een verband met uiterst rechtse personen. Die zijn er zeker. Maar ik meen dat de overgrote meerderheid, zelfs talrijke kiezers van uiterst rechts, zich niet kunnen herkennen in het beeld van ideologische witheid dat Kanobana schetst.

Ik ben geen socioloog, maar ik meen dat de begrippen die de auteur hanteert niet van die aard zijn dat ze een wezenlijke bijdrage leveren aan het begrijpen van maatschappelijke processen, inclusief problematische zoals racisme. Het is wel interessant als lezer kennis te maken met een ander perspectief dan het eigene. Maar dat geldt voor vele boeken.

Fons Mariën

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.