Het is vandaag 245 jaar geleden dat de Franse filosoof Voltaire, pseudoniem van François Marie Arouet (portret uit het atelier van Nicolas de Largillière), is overleden. Hij kan worden beschouwd als de prominente voortrekker van de Franse Verlichting. Voltaire had als schrijver grote invloed op het intellectuele leven van zijn tijd. Goethe stelde dat Voltaire de aanstichter was van de Franse Revolutie, omdat hij de oude banden van de mensheid zou hebben losgemaakt.
Voltaire zou naar verluidt zijn dood verhaast hebben door een al te grote hoeveelheid opium in te nemen. Vanwege zijn kritiek op de kerk eiste de aartsbisschop dat Voltaire, wilde hij in kerkelijke grond begraven worden, een verklaring ondertekende, hetgeen hij weigerde. Voltaire werd niettemin kerkelijk begraven in de abdij van Scellières in het bisdom Troyes (Champagne), vóórdat de bisschop de begrafenis kon uitstellen. In 1791 werden zijn overblijfselen door het revolutionaire bewind met veel plechtig vertoon verplaatst naar het Pantheon in Parijs. Toen dit gebouw in 1815 weer een kerk werd, liet Lodewijk XVIII Voltaire daar rusten, omdat volgens de koning het “hem goed zou doen om af en toe een mis te horen”. Zijn bibliotheek werd opgekocht door Catharina de Grote en omvatte 22.000 brieven. Zij worden nog altijd bewaard in de Russische Nationale Bibliotheek in Sint-Petersburg.
De Wikipedia-pagina die aan Voltaire is gewijd is veel te uitgebreid. Daarom licht ik er gewoon een paar items uit. Zoals zijn verblijf in ons land b.v. Van eind 1739 tot 1743 woonde Voltaire in Brussel, ballingsoord van zijn gezworen vijand Jean-Baptiste Rousseau. Hij vond er bescherming tegen vervolging maar zocht evengoed het gezelschap van Émilie du Châtelet. Ze woonden in de Wollendriesstraat (huidige Grotehertstraat) en maakten frequent reisjes naar Parijs, Rijsel, Den Haag, Aken en vier keer Berlijn.
Zijn intelligente en ontwikkelde vriendin, Émilie, marquise du Châtelet, bezat een kasteel in Cirey-sur-Blaise in Lotharingen. Voltaire, de markiezin en de markies vormden daar een tijdlang een hechte ménage à trois. Verscheidene jaren bestudeerden ze samen de natuurwetenschappen…
In Brussel was Voltaire bevriend met de hertog van Arenberg, wiens gebrek aan een goedgevulde bibliotheek ruimschoots werd goedgemaakt door die van Johan de Witt. Hij deed er onderzoek voor zijn Essai sur les moeurs et l’esprit des nations, en legde de laatste hand aan de toneelstukken Zulime en Mahomet. Voltaire was niet te spreken over het intellectuele leven in de stad en hekelde het gebrek aan kennis en de onverschilligheid van het land, “gespeend van geest en vervuld van geloof”.
Op de leeftijd van 83 jaar keerde Voltaire als een held terug in Parijs. Hij woonde in de Comédie Française de opvoering van zijn laatste toneelstuk Irène (1778) bij, waarna hij een staande ovatie ontving. Enkele weken later werd hij, ondersteund door Benjamin Franklin, binnengeleid in een loge van de Vrijmetselaars. (Wikipedia)