Het toerisme kende in Gent in de jaren negentig een grote vlucht en daar was het beleid van schepen De Poorter niet vreemd aan.
Of het nu de Gentse Feesten betreft, varen op de Leie of sporten op de Blaarmeersen, telkens kwam men in de Arteveldestad bij dezelfde schepen terecht: Jaak DE POORTER had immers zowel Sport, als Toerisme en Feestelijkheden onder zijn bevoegdheid.

In de jaren 1977-1982 waren er nog honderden miljoenen voorzien voor de sport, maar in de vorige legislatuur (1983-1989), was het budget voor sport drastisch verminderd. Herstellingen bij de stedelijke sportinfrastructuur kwamen nauwelijks nog ter sprake,
zodat Jaak De Poorter daarvan zijn eerste strijdpunt heeft gemaakt. Onder zijn ‘bewind’ zijn dan ook belangrijke vernieuwings- en aanpasingswerken uitgevoerd op de Blaarmeersen, Neptunus, Driebeek, Rozebroeken, Strop, Van Eyck, Rooigem, Bourgoyen, Wolfput, zwembad Jan Yoens en de voetbalterreinen van Racing Heirnis en F.C.Muide.
Een ander gegeven was dat de sportinfrastructuur zich vooral situeerde in de deelgemeenten, terwijl er in de binnenstad nauwelijks sportmogelijkheden bestonden (enkel rond de Watersportbaan). Deze scheefgegroeide verhouding werd door het vorige College nog in de hand gewerkt door het Tolhuis, dat toch gebouwd was als sportcomplex, tijdelijk ter beschikking van het NTG te stellen zolang de vernieuwingswerken aan het theater zouden duren. Inmiddels is het oude KNS-gebouw zo goed als afgewerkt, zodat het Tolhuiscomplex weer ter beschikking kan staan voor sportactiviteiten.
Samen met het Strop kan op die manier de verhouding kernstad/randgemeenten opnieuw in evenwicht worden gebracht. In het bijzonder in volkrijke buurten is er immers nood aan degelijke sportinfrastructuur. Momenteel is dan ook een planning in de maak voor het oprichten van kleine sportcomplexen in diverse deelgebieden van de stad. De exploitatie zou moeten gebeuren in overleg met een buurtcomité, een deel-sportraad, de jeugdwerking of de sportdienst.
Wat het toerisme betreft, gaat de aandacht speciaal naar het ‘sociaal toerisme’. Zo stellen de universitaire homes ieder jaar van 15 juli tot 30 september duizend éénpersoonskamers open voor jongeren, terwijl van 1 maart tot 15 oktober ook de camping ‘Blaarmeersen’ ter beschikking staat en sedert april ’93 ook de nieuwe jeugdherberg aan de St.-Widokaai. Daarnaast is er een
goedwerkende cel ‘watertoerisme’ voor toeristen die per boot Gent en omgeving komen bezoeken en doet men er alles aan om Gent ook als congresstad te promoten.
Als we tenslotte over ‘feestelijkheden’ spreken, dan komen we natuurlijk in de eerste plaats bij de Gentse Feesten terecht. Nadat deze aan het verglijden waren tot een worstenfestival, kunnen we sedert 1990 van een hergeboorte spreken met het ‘Europees Straattheaterfestival’ dat afwisselend met het ‘Internationaal Puppetbuskerfestival’ wordt georganiseerd.

Referentie

Ronny De Schepper, Voor sport, toerisme of feestelijkheden moet je bij Jaak De Poorter zijn, De Dulle Draak, juli 1994

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.