De Roemeense sopraan (°1962) Ruxandra Voda eindigde 12de in de Elisabethwedstrijd 1988.

Zij zong daar in de halve finale “Ablösung in Sommer” (een lied van Mahler), “Ich folge dir gleichfalls” uit Bachs Johannespassie, “Exsultate jubilate”, “Di tante sue procelle” uit “Il Re Pastore” en “Quel guardo il cavaliere”, de aria van Norina uit “Don Pasquale”. In de finale werd het: “De los alamos venge, madre” (madrigaal van Rodrigo), “The owl and the pussycat” (van de in Zuid-Afrika gestorven Hongaar Matyas Seiber), “Doina Stancutio” (Roemeens lied van Tiberiu Brediceanuz), “Oh! Quante volte” uit “I Capuletti e I Montecchi” (Bellini) en “Je suis Titania la blonde” uit “Mignon” (Ambroise Thomas).
Door haar fris, mooi, jong uiterlijk (volgens Gerard Mortier was het enkel dàt wat haar in de finale heeft gebracht) en haar theatrale (in de positieve zin van het woord) uitvoering stal ze mijn hart, maar ik vond het vlug weer, toen ik hoorde dat ze een religieuze fanatica was (Grieks-katholiek). Daardoor had ze ook problemen met het regime en was het niet duidelijk of ze na de wedstrijd nog terug het land in mocht (ze studeerde op dat moment in Maastricht). En blijkbaar is het inderdaad zo gegaan, want sinds 1994 is zij Nederlands Staatsburger (ze is gehuwd met tenor Harrie van der Plas).
Daarna was zij als gastsoliste te bewonderen in de Vlaamse Opera te Antwerpen, De Staatsoper Unter den Linden in Berlijn en vele andere theaters, o.a. met de partij van Mimi in La Bohème, Desdemona in Otello, Manon in de gelijknamige opera, Marguerite in Faust, Fiordiligi in Cosi fan Tutte en als Gravin Almaviva in Le Nozze di Figaro.

Ronny De Schepper

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.