Het is vandaag al tien jaar geleden dat mijn moeder is gestorven. Men had ons wel vanuit het RVT De Reiger in Temse tijdig verwittigd, maar aangezien wij van Gent moesten komen, hebben we het precieze overlijden net gemist. We hadden echter de dag daarvóór, toen de doodstrijd werd ingezet, eigenlijk reeds afscheid van haar genomen.

N.a.v. de dood van mijn vader in maart 2012, publiceerde ik als hommage de perstekst die burgemeester Luc De Ryck van Temse heeft verspreid n.a.v. de 65ste huwelijksverjaardag van mijn ouders. Die tekst staat daar heel goed bij mijn vader, want aan mijn moeder wordt daarin slechts één regeltje besteed. Daarom heb ik in die tijd alvast een tekstje klaar gemaakt voor het moment dat mijn moeder zou komen te overlijden. Daarbij heb ik mij gebaseerd op de vier muziekfragmenten die je in zo’n geval mag kiezen. Aangezien ik de tekst heb geschreven toen mijn moeder nog redelijk gezond was, is hij nogal optimistisch van toon. Ik heb die toon bij haar dood niet gewijzigd omdat ik mijn moeder wil herinneren, zoals ze in haar beste jaren was.
“Mama” van Dave Berry
Er bestaan honderden liederen voor en over moeders. Meestal vind ik die klef of kitscherig. Toen Dave Berry echter in 1966 zijn versie van B.J.Thomas’ “Mama” uitbracht, heb ik het onmiddellijk voor haar gekocht. En het toeval wil dat één van de laatste uitstappen die mijn moeder heeft gemaakt, een boottochtje op de Schelde was. En wie was “the special guest” op dat boottochtje? Jawel, Dave Berry!
Waar ze evenwel nooit zou geraken dat is in Tenerife waar haar jongste kleinzoon John woonde en haar enige achterkleinkind Michael. Mijn vader had immers vliegangst en riep allerlei voorwendselen in om toch maar niet te moeten gaan. Dat was erg jammer want ik vertelde haar vaak over de wijze waarop Gaby en ik altijd in de watten werden gelegd in Hotel Gala, waar John werkt als receptionist, telkens men erachter kwam dat ik de vader van John was. Voor zijn grootouders zouden ze – de Spaanse mentaliteit kennende – zéker de rode loper hebben uitgerold! Ook was ze heel erg fier als ik haar de anekdote vertelde dat we eens in de lift stonden en dat een koppel Antwerpenaars hoorde dat wij ook Vlamingen waren. Die man zei toen tegen ons: “Er werkt hier een Vlaming, die heel goed is, als je iets nodig hebt, moet je maar naar hem vragen.” Waarop ik met een krop in de keel antwoordde: “Ik weet het, ’t is mijn zoon.”
“Tu es maman, la plus belle du monde” van Luis Mariano
Eén van die nummers die ik “klef of kitscherig” vond was dat van Luis Mariano. Later ben ik daar anders tegenaan gaan kijken. “Later”, dat was dan vooral toen ik oud genoeg was om het verhaal te aanhoren dat mijn moeder ooit door de bekende beeldhouwer Karel Aubroeck als model werd gevraagd. Ze mocht echter niet van mijn vader, ook al beloofde Aubroeck dat hij (mijn vader dus) bij de sessies aanwezig mocht zijn. Maar mijn vader vond Karel Aubroeck, ik citeer, “ne vuile pitou” en het feestje ging – helaas voor mijn moeder – niet door. Alhoewel, anders lag zij misschien nu aan de brug van Temse te pronken.
Ik heb dit verhaal ook op de redactie van De Rode Vaan verteld en toen we na een trip naar Nederland met de Vlaamse radio- en televisiecritici over de brug van Temse reden, vertelde collega Lode De Pooter aan allen die het horen wilden, dat het beeld van de Schelde dat men dan passeert “de moeder van De Schepper” was!
De foto die ik overigens voor mijn moeder heb gekozen, werd genomen door deze “vuile pitou” aan het vroegere openluchtzwembad van Temse. Hij was blijkbaar wat nerveus (wegens mijn vader in de buurt?) want de foto is een beetje flou. Karel Aubroeck heeft trouwens een heel filmpje aan mijn moeder besteed, dat je bij mijn fotoalbums op Facebook kunt terugvinden (onder de titel “de forties”).
“Green green grass of home” van Tom Jones
Alhoewel Aubroeck in de Vlaamse traditie van Rubens en consoorten nogal weelderige vrouwenfiguren beeldhouwde, beantwoordde mijn moeder zeker niet aan dat beeld, al was zij zeker ook niet anorexisch, zoals de huidige modellen. Eigenlijk heeft zij ongeveer haar hele leven lang haar “figuur” behouden, wat toch wel merkwaardig was, want ze ging graag op restaurant en kon zelf ook heel goed koken. Dat was dan wel typische degelijke Vlaamse kost. De buikomvang van mijn vader en later ook mezelf waren daar helaas goede getuigen van. Maar meer nog dan dat inspireerden haar kookkunsten mijn andere zoon Roddy om het in die branche te gaan maken. Zijn succesvolle delicatessenzaak ’t Fornuys op de markt van Sint-Niklaas is daar nu nog een uitvloeisel van!
Maar nu terug over naar de muziek. De elpee “Green green grass of home” van Tom Jones heb ik gekocht voor de 44ste verjaardag van mijn moeder, dat weet ik nog heel goed. Veel commentaar moet daar niet bij. Tom Jones en vrouwen in de overgang: meer moet dat niet zijn!
“Une mêche de cheveux” van Adamo
Net als mijn vader was mijn moeder verliefd op Frankrijk en meer bepaald op de Provence. En dus heb ik, naast Luis Mariano, nog een ander Frans nummer geselecteerd. Het liefste hoorde zij “Monsieur Cannibale” van Sacha Distel, waarop zij tijdens de “teerfeesten” van de Harmonie Recht door Zee telkens uitbundig de hucklebuck danste (het past er volledig op: probeer het maar eens thuis!). Dit nummer is echter niet geschikt voor een begrafenisplechtigheid, daarom heb ik maar gekozen voor “Une mêche de cheveux” van Salvatore Adamo.

Ronny De Schepper

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.