Het is vandaag al vijftig jaar geleden dat Desperado, het tweede studioalbum van de Amerikaanse countryrockband The Eagles, werd uitgebracht.
Glenn Frey wilde van dit tweede album van de band een conceptalbum maken, ook om te benadrukken dat de Eagles een band was die serieus genomen moest worden. Tijdens jamsessies met Don Henley, Jackson Browne en J.D. Souther, kwam het idee dat het thema antihelden moest zijn. Basis voor het album werd een boek over het Wilde Westen dat Browne voor zijn 21e verjaardag had gekregen. Daarin werden antihelden omschreven als Bill Dalton en Bill Doolin, terug te vinden in de track Doolin-Dalton. Samen met een lied getiteld James Dean was dat het magere resultaat van het eerste idee. Het kreeg een vervolg in het thema Desperado binnen het Western-idee, maar een conceptalbum werd het niet meer. Bandleden, met name Leadon en Frey zagen overeenkomsten tussen het band-leven en het desperado-leven, maar Frey ontkende dat later. Het was in zijn ogen meer een statement tegen de muziekindustrie, waaronder de verkoop van Asylum Records door eigenaar David Geffen aan Warner Communications.
Het album werd in een periode van vier weken opgenomen onder de leiding van producer Glyn Johns, want de plaats van handeling was de Island Studios in Londen. Johns hield de vinger op de knip; het moest snel en goedkoop, zodat het album uiteindelijk maar 30.000 pond heeft gekost. Er werden per nummer slechts 4 of 5 takes opgenomen; voorstellen om meer op te nemen werden genegeerd.
Het album bevat veel countrymuziek, maar ook rock en ballads, met meerstemmige zang. Gitarist Bernie Leadon heeft een grote invloed gehad op de country songs. Voor hij bij de Eagles kwam, maakte hij deel uit van de Flying Burrito Brothers, een invloedrijke countryrock band. Leadon heeft twee nummers geschreven voor dit album, Twenty-One en Bitter creek. De meeste liedjes zijn geschreven door drummer Don Henley en gitarist Glenn Frey, soms met Bernie Leadon of bassist Randy Meisner.
Er zijn twee singles uitgebracht van dit album: het country-rock nummer Tequila sunrise en de rocker Outlaw man (nochtans geschreven door folkzanger David Blue). De rockballad Desperado is nooit op single uitgebracht, maar is wel heel bekend geworden.
Jerry Greenberg, baas van Atlantic Records waaronder Elektra Records en Asylum Records vielen was teleurgesteld in het resultaat; hij vond het een cowboy-album. De ontvangst was navenant. Blad Rolling Stone was positief omdat de liedjes bij elkaar pasten; anderen vonden dat juist niet, ze zagen minder consistentie in het opgenomen materiaal. Terugkijkend in de 21ste eeuw kwam men echter met weer een andere mening. Het zou een nieuwe standaard hebben gezet binnen de countryrock.
Het publiek was het eens met de recensenten van het eerste uur. De verkoop kwam traag op gang; het album zou slechts de 41e plaats in de Billboard 200 halen. De verkoop kreeg een steun in de rug toen het derde Eagles-album On the Border weer zorgde voor een piek in de verkoop. In 2001 kwam vervolgens een dubbele platinastatus; er waren in de VS twee miljoen exemplaren verkocht. In Nederland verkocht het album wel goed; het stond zes weken genoteerd (hoogste plaats 5) in de Album Top 10. Dat werd mede bereikt doordat het album een Edison kreeg toebedeeld. In de nasleep trad Eagles op in het Concertgebouw, maar dat was volgens Elly de Waard teleurstellend; het leek of de heren alweer genoeg hadden van Desperado, terwijl bij de uitgave van het album de meningen overheersend positief waren. (Wikipedia)
Zelf heb ik de elpee (en dan vooral het titelnummer en Doolin-Dalton) vooral leren kennen op mijn trouwfeest in de Veldstraat, later op het jaar, waar de gebroeders Haghebaert het introduceerden en het o.m. werd opgepikt door Frank Vanderherten. Op een cassette heb ik ook een geslaagde montage gemaakt van het bekende mondharmonica-thema van Ennio Morricone uit “Once upon a time in the west” met “Doolin-Dalton”. (RDS)