De Russische sopraan Larisa Rudakova (foto Time Out) viert vandaag haar zestigste verjaardag.

Ze was 31 toen ze in The Cardiff Singer of the World 1995 deelnam met een aria uit “Louise” van Charpentier, gevolgd door een aria uit “Ruslan en Ludmilla” van Glinka en een aria uit “Semiramide”. Kortom ook zij zegde: “fuck the Liedprize”. Op scène maakt ze een goede indruk, daarbuiten veel minder. Jurylid Suzanne Murphy had er toch tranen van in de ogen en ze zal dus wel blij geweest zijn dat ze toch de finale haalde, ook al won ze de avond zelf niet.

Ook zij opende haar finale-optreden met de “Sutherland”-aria uit “Lucia di Lammermoor”. Ze gooide er volgens mij wat meer versieringen tegenaan (Norrington vond dat ook en voegde eraan toe dat dit haar naar de top zal brengen, al bekloeg hij zich erover dat hij ze soms niet kon verstaan) en trok minder bekken dan de “Schotse Sutherland”, zodat ze misschien wel mijn voorkeur wegdroeg, ondanks het feit dat ik toch nog altijd iets miste.

Mijn favorieten zijn duidelijk niet tot de finale doorgedrongen. Misschien dan toch maar deze? Een lied (met orkest) van Rachmaninov lag haar immers ook wel. Om nog te zwijgen van de cavatina van Rosina uit de barbier (ook weer met de nodige fiorituurtjes, deze keer zelfs met gebaartjes onderlijnd). Per slot van rekening zong ze toen toch reeds Gilda in het Bolshoi en had ze de Rimski-Korsakov-wedstrijd gewonnen.

Ronny De Schepper

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.