Meer dan eens kregen de Mannen van de Dam de opmerking te horen : « Als het socialisme zo goed is, waarom gaat ge dan niet in een socialistisch land wonen? “. Deze kreet is even versleten als goedkoop, maar blijkt toch nog in te slaan bij een zeker publiek. Daarom besloten « de mannen » een stuk te brengen dat precies handelt over de moeilijkheden en problemen waarmee het socialisme gepaard gaat.
Gekozen werd « Traktor » van de Oost-Duitse auteur Heiner Müller. Het gegeven is eenvoudig. Een tractorchauffeur wordt gevraagd om een akker om te ploegen. De tijd dringt, want in het door de oorlog verwoeste Duitsland waart het spook van de honger. Maar… door de terugtrekkende Duitse legers werden de akkers bezaaid met mijnen. Hans L. waagt zijn vel, loopt op een mijn en verliest zijn been. Door de goegemeente wordt hij als een held bejubeld, maar op zijn ziekenhuisbed voelt hij zich allesbehalve heldhaftig : hij wil alleen maar zijn been terug. Uiteindelijk zal hij echter inzien, dat de wereld niet rond zijn beenstompje draait en zal hij opnieuw zijn plaats innemen tussen zijn makkers.
Wij worden hier dus geconfronteerd met een steeds weer opduikende problematiek : de spanning tussen individu en gemeenschap, de vraag naar doel en verantwoording van het “heroïsme”, de noodzaak van een nieuwe moraal, enz.
Het stuk wordt door de « Mannen van de Dam » behoorlijk voor het voetlicht gebracht, maar toch bereikt het zijn doel niet. Het verwijst immers naar een werkelijkheid (die van de DDR direct na de oorlog) die al te zeer van ons (vooral jeugdig) publiek verwijderd is, om direct te kunnen aanspreken. Vandaar dat de nabespreking eigenlijk belangrijker wordt dan de opvoering zelf, en voor een toneelstuk is dit natuurlijk nefast — zoals bleek uit het felgedund publiek dat na de pauze terug kwam opduiken.
0. i. is deze productie dus een maat voor niets. Jammer, want het opzet is interessant genoeg.
Jan Mestdagh