175 jaar geleden werd het zogenaamde Belgische Legioen, een groep Belgische expats in Parijs, die in de nasleep van de februarirevolutie van 1848 probeerden de revolutie naar België te exporteren en mogelijk zelfs een annexatie van België door Frankrijk wilden bewerkstelligen, verslagen door een legermacht onder leiding van generaal Joseph Fleury-Duray. Dat gebeurde ter hoogte van het gehucht Risquons-Tout (indertijd behorende tot de gemeente Rekkem, in 1962 toegevoegd aan de gemeente Moeskroen).

In de daaropvolgende veldslag werden de rebellen ingemaakt; zeven mannen lieten het leven en 26 werden gewond. Onder de zestig gevangen genomen rebellen werden er een aantal opgesloten in het Fort van Hoei; zeventien van de gevangen rebellen werden ter dood veroordeeld en in Antwerpen geëxecuteerd. Friedrich Engels heeft zich over het laatste zich nog zeer opgewonden; in de Neue Rheinische Zeitung schreef hij een artikel waarin hij de doodvonnissen scherp veroordeelde. [Wikipedia]
In het kader van de repressie die daarop volgde, werd ook de Brusselse afdeling van de Liga der Kommunisten ontbonden, die pas een jaar eerder was opgericht.
De term “socialisme” verschijnt voor het eerst in Engeland rond 1826 in de geschriften van de volgelingen van Robert Owen en in Frankrijk in de kring rond Saint-Simon vanaf 1832. Rond 1840 wordt het courant met de term “socialisme” te verwijzen naar de theorieën van Saint-Simon, Fourier en Owen die, in plaats van het bestaande economisch stelsel, vormen van samenleving en productie voorstellen die meer op samenwerking inder de mensen beroep doen dan op onderlinge competitie. In 1840 verschijnt het woord reeds in een Franse encyclopedie en wordt daar gebruikt als tegengesteld aan “individualisme”.
Als ideologie beschouwd is socialisme een conglomeraat van overtuigingen en opties betreffende de structurering van de maatschappij, die wel een gemeenschappelijke basis hebben, maar die verder nogal sterk uiteen kunnen lopen. Communisme, anarchisme, syndicalisme, mutualisme, reformisme, enz. vormen zoveel specifieke ideologieën die alle als concretiseringen van de algemeen socialistische idealen kunnen beschouwd worden.
Het socialisme vindt ten dele zijn oorsprong in het liberalisme en meer bepaald in de humanitaire idealen van gelijkheid onder de mensen en het recht op geluk. Daar waar echter het liberalisme de vrijheid van het individu als centraal thema poseert, komt hier in de plaats de rechtvaardigheid. Dat vrijheidsideaal van de liberalen is trouwens sterk romantisch gekleurd. Zelfs Guy Verhofstadt zou in 1992 nog verklaren in zijn boek “De weg naar politieke vernieuwing”: “Egoïsme, het nastreven van eigenbelang, desnoods ten koste van de medemens, is kenschetsend voor iedere maatschappij die geterroriseerd wordt door een bureaucratische overheid. Individualisme daarentegen, het geloof dat elke mens uniek is en drager van een aantal onvervreemdbare rechten en vrijheden, is het tegenovergestelde van egoïsme.”
De socialisten delen het Aufklärungs-geloof in de mogelijkheid van een betere wereld, maar zij worden geconfronteerd met de onmiskenbare feiten dat het realiseren van de politieke vrijheid alleen, de wereld niet beter heeft gemaakt.
Een eerste stelling is dan ook dat de kapitalistische maatschappijordening, gebaseerd op het economisch liberalisme, een maatschappij voortbrengt die onrechtvaardig is en moreel verwerpelijk. Het streven naar een betere wereld moet daarom geconcretiseerd worden in de strijd tegen dit kapitalisme en het opbouwen van een nieuw maatschappelijk stelsel van productie en distributie van de goederen.
Het grondprincipe waarop deze nieuwe maatschappijordening moet steunen is niet meer dit van de concurrentie tussen individuen maar dit van de samenwerking, solidariteit onder de mensen. Alle socialisten wensen dus een grondige hervorming van de maatschappij, maar zullen het onder elkaar moeilijk eens worden over het type van maatschappij dat moet tot stand komen en over de methode die moet gevolgd worden om de hervormingen te realiseren.
In tegenstelling met het liberalisme dat, uitgaande van intellectuelen, vooral in feite gesteund werd door de burgerij, zijn het hier eveneens intellectuelen die de ideeën formuleren, maar de beweging zelf zal hoofdzakelijk weerklank vinden bij de industriearbeiders.

Ronny De Schepper

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.