Het is vandaag al vijftien jaar geleden dat Dr.Le Compte is gestorven. Wat heb ik met Dr.Le Compte? Niet veel, vrees ik, al vond ik hem in de vorm van Kris Van den Durpel wel best grappig (zie bovenstaande foto). Maar in mijn Rode Vaan-tijd heb ik eens een elpee van hem besproken (jaja, die man heeft ooit een elpee gemaakt!) met veel tongue in cheek, zodat ik ze met plezier nog eens in herinnering breng.

Het is een oude discussie : praatplaten zijn die er nodig ? Jazeker, hoor ik een cynicus zeggen, de mensen lezen sowieso toch geen boeken meer, dan kunnen ze beter rnaar meteen een plaat op de draaitafel leggen. Gemakzucht dus. O.K., maar een praatplaat vergt toch ook inspanning : ze moet namelijk beluisterd worden, m.a.w. het is niet zoals een of andere verzameling hits of zelfs een suite van Bach die men oplegt als achtergrondsmuziek bij het eten of het bereiden ervan. Dan moeten we een dergelijke plaat ook aan deze normen onderwerpen : nodigt ze uit tot luisteren, kan ze de aandacht gaande houden en zorgt ze af en toe voor rustpunten ? Als we meteen al verklappen dat deze plaat van Dr. Le Compte (“ik kan alles dus ook platen maken”) aan al deze criteria voldoet dan kunnen we reeds concluderen dat het binnen het genre een geslaagde plaat is.
Het meeste gewicht in de schaal werpt nog steeds Dr. Le Compte zelf die men een fantaisist kan vinden of een Mohammed Ali van de geneeskunst, maar die alleszins een man is die boeit. En zijn typische spreekstijl is onderhoudend : voor geen geld zou men zijn versprekingen en dialectismen willen missen. Voor de rustpunten dan zorgt zijn echtgenote, Begga D’haese, die af en toe onvast maar zeker niet onverdienstelijk oude liederen ten gehore brengt met begeleiding van luitspeler Lieven Misschaert. Alvast de beste productie van Charles Dumolin.

Ronny De Schepper

Een gedachte over “Herman Le Compte (1929-2008)

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.