Het is vandaag al zeventig jaar geleden dat de Nederlandse dichteres en politiek activiste Henriette Roland Holst (foto: Socialisme Nu) is overleden.
Henriette Goverdina Anna van der Schalk, beter gekend onder de naam van haar echtgenoot, beeldend kunstenaar Richard Nicolas Roland Holst, schreef geëngageerde poëzie (o.a. de Nederlandse tekst van de Internationale), maar ze is vooral gekend als kritische doorlichtster van de linkerzijde. Zoals biografe Elsbeth Etty zegt in De Morgen van 13/3/1997: “Het gaat erom dat zij vanaf halfweg de jaren twintig een positie zocht tussen links, dat ze te opportunistisch vond, en radicaal links, dat haar te sectarisch was. Die plek was er niet. Ze pleitte ook voor een sterk ethisch bepaald socialisme zoals De Man dat voorstond, en dat vond zij het sterkst terug bij de christen-socialisten. In die hoek is ze dan terechtgekomen, daar voelde zij zich thuis, al heeft ze zichzelf meer dan eens laten ontvallen dat ze ‘toch te links’ was voor die club.”
Dit “ethisch socialisme” gaf ook aanleiding aan het cliché dat ze een kwezel was, maar dat dient zeker te worden gerelativeerd. Het feit dat ze een rooskleurig beeld schetst van haar huwelijk ondanks het feit dat haar man gedurende dertig jaar een minnares had, heeft meer te maken met het feit dat ze daardoor toch de vrijheid had om zich met politiek bezig te houden, wat hij van zijn kant toch maar met lede ogen aanzag. “Maar ze was geen moraalridder,” zegt Etty. “De redacteuren waarmee zij na de oorlog in het radicale blad De Vlam samenwerkte waren bijvoorbeeld bijna alle homoseksuelen. Dat was toen nog een enorm taboe, maar zij deed daar nooit zedenprekerig over.”
En Etty besluit: “Ik heb ook weleens gezegd, ik wou dat ik dit boek had geschreven vóór de periode waarin ik lid van de CPN was, want dan wàs ik nooit lid geworden. Tegelijk weet ik: als ik geen CPN-lid was geweest had ik dit boek nooit zo kunnen schrijven.”
Ronny De Schepper