Het is vandaag ook al 45 jaar geleden dat de Amerikaanse schrijver James M.Cain is overleden.
Drie weken lang heb ik in de zomer van 2014 verbijsterd naar Mildred Pierce gekeken op Canvas. De reden is natuurlijk dat deze reeks gebaseerd was op het boek van de bekende hard-boiled auteur James M.Cain (The postman always rings twice). De eerste aflevering zat ik dus (tevergeefs) op een lijk of op zijn minst toch een misdaad te wachten (*). Toen ik bij de tweede aflevering door had dat deze er niet zou komen, was ik nog altijd niet van mijn verbijstering bekomen. Wat wilde de auteur uitdrukken? Ging het over de typisch Amerikaanse manier van zakendoen (from zero to hero)? Ging het over de relatie tussen een moeder en haar dochter? Was het een liefdesverhaal? Eigenlijk ben ik tot op het einde met mijn vragen blijven zitten. Maar nu ik een en ander ben gaan opzoeken, zowel op het internet als op mijn eigen blog (jawel, zoals al ontelbare keren gezegd: ik kan niet àlles onthouden, ik moet dus ook bij mezelf dingen opzoeken), begint er toch één en ander te dagen…
James Mallahan Cain was een van de bekendste schrijvers van hard-boiled romans, waarvan er ook verschillende verfilmd werden. Dat noemde men dan “films noirs”. De benaming is afkomstig van de “série noire”, de Franse reeks waarin de vertalingen van Dashiel Hammett, Raymond Chandler of James Cain verschenen, slaat ze toch ook op het sombere klimaat, waarin deze films baden. Eigenlijk zijn ze immers nog een product van de crisisjaren dertig, waarin de misdaad welig tierde. Het morele en maatschappelijke verval weerspiegelt zich ook in de personages die – in tegenstelling tot de pellicule – helemaal niet wit-zwart zijn. De privé-detective, die door het genre werd geïntroduceerd, loopt vaak zelf op het randje van de (il)legaliteit, de gangster tracht een schijn van respectabiliteit op te houden, de “femme fatale” kan zowel de ene als de andere ten val brengen. De moraliteit van “crime does not pay” wil wel dat deze laatste dualiteit op het einde van de film “opgelost” wordt: de gangster komt inderdaad ten val, de detective “gets the girl”. Buiten het kader van de film blijft de ambiguïteit echter bestaan, d.w.z. als men maar even nadenkt over “what will happen next”, dan ziet men in dat deze nieuwe relatie eveneens tot de ondergang is gedoemd.
De verhaaltechnieken van de film noir zijn in feite conventies door de Hollywoodfilm overgenomen uit de populaire literatuur. De betrekkelijkheid van goed en kwaad, de stad als jungle van corruptie en terreur, de eenzame speurder “walking down these mean streets”, al deze technieken van de hard-boiled roman werden door de cinema probleemloos geassimileerd.
En zoals de Amerikanen voor deze films een Franse term gebruiken, spreekt men in het Frans dan weer van een “polar” (refererend aan de koude sfeer). De drie klassieke componenten worden als “mystère, atmosphère, caractères” omschreven.
Cain debuteerde in 1934 met The Postman Always Rings Twice, een voortreffelijk voorbeeld van de onder invloed van Ernest Hemingway ontstane ‘tough novel’, al beweert hijzelf een hekel te hebben, zowel aan Hammett als aan Chandler. Hij werd vertaald door niemand minder dan Boris Vian, die zelf onder het pseudoniem Vernon Sullivan romans in die stijl begon te schrijven, zoals “J’irai cracher sur vos tombes” (1946).
“The Postman Always Rings Twice” is een wervelend drama dat het onontkoombare en het lot thematiseert. Zoals in een Griekse tragedie lijken de personages alles onder controle te hebben maar ze verglijden in het alomaanwezige noodlot. Dit Macbeth-verhaal van minnaars, double‑crossing, onderdrukte seksualiteit en geweld is een echte suspensfilm. De geliefden beramen en voeren een moord uit, maar zoals de titel symboliseert worden ze uiteindelijk op een ongewone manier gestraft. Ze betalen de prijs voor hun zwakheid. James M. Cain’s powerful novella retains its suspenseful pacing and savage bite on screen. The title is perfection. “The Postman Always Rings Twice” refers to the tradition of, when knocking on the door to deliver mail, a postman would ring a second time if receiving no answer initially. The character played by Garfield in the first film version of this novel is convicted by aggressive district attorney Leon Ames the second time, over Turner’s accidental death in a car accident, rather than for his involvement in Kellaway’s death. He ultimately accepts his fate, asking the priest who has visited his death row cell just before his execution to send a prayer heavenward for himself and the woman he loved. In the second film version (by Bob Rafelson, with Jack Nicholson and Jessica Lange) the story ends with the death of Lange, so it is actually impossible to understand the title… De titel van de roman slaat dan ook niet op de inhoud – een fatale liefdesgeschiedenis – maar op het feit dat het manuscript door vele uitgevers werd geretourneerd vóór het uiteindelijk werd gepubliceerd.
The Postman Always Rings Twice werd bewerkt voor toneel (1936), vijfmaal verfilmd (1939, 1943 ,1946,1981 en 1998) en voor opera (1982). “Ossessione” uit 1942 was de eerste film van Luchino Visconti, maar niet de eerste filmversie van “The postman always rings twice”. Dat was “Le dernier tournant” van Pierre Chenal uit 1939. Later zullen nog versies volgen van o.a. Tay Garnett en Bob Rafelson.
Daarna volgde Double Indemnity . James M.Cain based his novella on a 1927 murder perpetrated by a married Queens, New York woman and her lover whose trial he attended whilst working as a journalist in New York. In that crime, Ruth Snyder persuaded her boyfriend, Judd Gray, to kill her husband Albert after having him take out a big insurance policy – with a double-indemnity clause. The murderers were quickly identified, arrested and convicted. The front page photo of Snyder’s execution in the electric chair at Sing Sing has been called the most famous news photo of the 1920s. When “Double Indemnity” was first published in 1935, offers of up to $25,000 were tendered, but nothing came of it at the time because the Hays Office considered the novel unsuitable for filming. James M.Cain was ultimately offered $15,000 by Paramount. He was to get half on signing and the other half if the script was approved by the Hays Office. Het boek werd uiteindelijk verfilmd in 1944 door Billy Wilder als ‘a tough melodrama’ and author James M.Cain later admitted that if he had come up with some of the solutions to the plot that screenwriters Billy Wilder and Raymond Chandler did, he would have employed them in his original novel. Wilders film bevat alle thematische en stilistische film noir‑ingredienten: een koele (zij het blonde!) femme fatale (Barbara Stanwyck als Phyllis Dietrichson), een protagonist (Fred MacMurray als Walter Neff) die door zijn eigen morele ambiguiteit en passie voor een vrouw ten onder gaat, L.A. als broeierige grootstad, snelle dialogen, een labyrinthische plot en een contrastrijke belichting met scherpe schaduwen. De onderkoelde Phyllis Dietrichson overtuigt verzekeringsagent Walter Neff om haar man te vermoorden teneinde de verzekeringspolis te innen. De twee sleuren mekaar mee in een poel van verderf die ook hun ondergang zal betekenen. De film was baanbrekend niet alleen door het gewaagde thema van een koelbloedig geplande moord, maar ook door de voice‑over vertelling in flash back. Dit werd later de narratieve structuur in talloze film noirs.
Zijn latere romans zijn vaak zwakker van compositie, maar psychologisch sterker. Een paar voorbeelden: uit 1937 Serenade (verfilmd 1956), uit 1941 Mildred Pierce (verfilmd 1945 en 2011), uit 1942 Love’s Lovely Counterfeit (verfilmd 1956 als Slightly Scarlet) en uit 1937 The Butterfly (verfilmd in 1981 door Matt Cimber met stoeipoes Pia Zadora die een incestrelatie begint met haar vader Stacy Keach). Ook in het boek “Mildred Pierce” zou dat het geval zijn: de titelfiguur (in 1945 gespeeld door Joan Crawford en in 2011 dus door Kate Winslet) zou een nauwelijks omfloerste liefde koesteren voor haar dochter Veda (Ann Blyth). In het boek dan wel, want in de film wordt het veel vager gehouden. In 1945, wanneer dat nog “normaal” is, maar ook in 2011, als we toch al veel meer gewoon zijn. Daarom zou ik het boek eerst eens moeten lezen om me hierover uit te spreken. In 2012 werd postuum nog The Cocktail Waitress uitgegeven.
Ronny De Schepper
P.S. Nog iets merkwaardigs over die jongste verfilming van “Mildred Pierce”, maar dan wel iets dat niets met James Cain heeft te maken: voor de aria’s die Veda Pierce als opera-zangeres zingt, werden merkwaardig genoeg uitvoeringen door verschillende opera-zangeressen gebruikt. Nog nooit meegemaakt!
(*) Als ik eerst de film van Michael Curtiz uit 1945 had gezien, dan had ik het wel geweten. Die begint namelijk met de moord.