Veertig jaar geleden werd in Gent en Damme (de woonplaats van minister Coens) door leraars en leerlingen van de Rijksnormaalscholen geprotesteerd tegen de bezuinigingen op het departement van onderwijs, en meer bepaald tegen de bezuinigingen die het rijksonderwijs extra treffen. Deze acties werden geruggesteund door een persconferentie van het OBOS (Overlegcentrum ter Bevordering van de Officiële School) die nog méér en andere « harde acties » aankondigde, zij het dat er niet werd aan toegevoegd wanneer die acties zullen plaatsvinden en waaruit ze zullen bestaan.
VOOR DERTIG ZILVERLINGEN
Het is wel typisch voor deze, zeg maar liberale, regering dat alle ministeriële departementen die moeten waken over instituties van de staat werden toegewezen aan kampioenen van de vrije onderneming en dus heftige tegenstanders van wat ze eigenlijk horen te verdedigen ! Normaal nemen de « echte » liberalen zelf deze taak voor zich (zo kan Poma rustig de BRT uithollen en De Croo de NMBS), maar het spreekt vanzelf dat voor het onderwijs een katholiek deze klus moest klaren. Ten eerste zijn de liberalen op onderwijsgebied immers niet te « vertrouwen » (met een vergrootglas vindt men onder hen inderdaad nog verdedigers van het rijksonderwijs) en ten tweede was onder de vorige regering reeds een eerste stap gezet met Geens die de socialistische minister Calewaert in de gaten moest houden. Voor dertig zilverlingen verkocht de « vrijdenkende » PVV dan ook met veel plezier dit departement aan de CVP-er Coens.
En Coens zette er meteen het mes in. Ten eerste in de begroting voor onderwijs in het algemeen. Deze stijgt immers met slechts 4,4 % en niet met 7,4 % zoals Coens beweert en bovendien houdt zelfs het cijfer van Coens geen gelijklopende tred met de voorthollende inflatie die zich op dit moment rond de 10 % situeert. Rijkswacht en leger mogen overigens op een grotere stijging rekenen, terwijl (als men dit aandeel in het licht van de hele begroting beschouwt) het onderwijs terugvalt op 16,4 % of het laagste peil sedert 1960.
En ten tweede, en dat is vooral waar OBOS op hamert, is het rijksonderwijs Coens’ jachtterrein bij uitstek. « Hij is geen minister van het R.O. », aldus voorzitter Steurs, « maar de veilingmeester ervan ». De lijst die OBOS heeft opgesteld van bezuinigingsingrepen die enkel het R.O. treffen is veel te lang om te citeren en gaat van de schrapping van de buitengewone dotatie voor het Gebouwenfonds over de afschaffing van het wachtgeld voor vastbenoemden bij verlies van hun betrekking tot de verhoging van de prijs van het leerlingenvervoer. We hebben echter gewoon een optelsommetje gemaakt van het reeds afgedankte personeel (618), terwijl door de verhoging van de klassenormen e.d. nog tal van andere banen op de helling komen te staan, met name in de Rijksnormaalscholen wordt één op vijf leraren bedreigd.
COENS BLAFT TERUG
Dergelijke harde taal, met cijfers gestaafd, kon minister Coens natuurlijk niet over zich heen laten gaan. Nog dezelfde dag had hij een reactie klaar… die er eigenlijk geen was. Echte tegenargumenten kan Coens namelijk niet op tafel leggen. Alleen trekt hij de autoriteit van het OBOS in twijfel. Deze organisatie groepeert tien verenigingen gaande van de ACOD tot het HV en de OVM. Onlangs deed ook de CURO (Christelijke Unie voor het Rijksonderwijs) een aanvraag om tot deze organisatie te worden toegelaten, maar deze werd afgewezen. Dit argument werd drie maanden na de feiten nu door Coens aangewend, zij het dat het o.i. natuurlijk een betreurenswaardige zaak betreft. OBOS argumenteert in De Morgen dat zij een drukkingsgroep zijn en derhalve aanvaarden wie ze willen, maar zelf hebben we getracht om de CURO telefonisch te bereiken om hen te interpelleren over hun standpunt i.v.m. de pluralistische school. Wij dachten dat dit veel zou verduidelijken over de oprechtheid van deze vereniging wat de organisatie van het onderwijs door de staat betreft. Helaas waren zij echter bij herhaalde pogingen niet te bereiken.
Referentie
Ronny De Schepper, Minister Coens, veilingmeester van rijksonderwijs, De Rode Vaan nr.42 van 1982