Vandaag wordt de Amerikaans-Canadese violiste Leila Josefowicz 45 jaar.
Ze was amper 17 toen ze in 1996 een CD uitbracht met aartsmoeilijk werk van Ysaye, Paganini, Kreisler, Bartok en Ernst. Niet enkel slaagde ze hierin met glans, ze wist ook te ontroeren! Een jaar later bracht ze de CD “Bohemian Rhapsodies” uit, een titel die op niets sloeg (wat is er zo “bohemian” aan Ravel, Chausson, Massenet?), tenzij dat ze ermee een jongerenpubliek wilde bereiken: “Ik weet dat je op die manier veel mensen met een aanvankelijke scepsis kunt overtuigen. Als je maar de muziek speelt waarvan je denkt dat ze erin mee kunnen, en ze niet snobistisch en vanuit de hoogte benadert, maar gewoon, als leeftijdsgenoten. En ze laat merken dat je helemaal geen zonderling, overspannen of wereldvreemd schepsel bent, maar net zo levenslustig als zij. En je zal meteen horen dat deze klassieke muziek even gepassioneerd, vrij en direct is als pop.” (tegen Jo Paumen in DS 25/3/97)