Twee afleveringen van ons uitvoerige gesprek met Dr.Eugeen Verhellen, werkleider bij het Seminarie voor Jeugdwelzijn en Volwassenvorming van de Rijksuniversiteit van Gent zijn reeds gepubliceerd. En telkens hij een voorbeeld geeft van crimineel gedrag bij jongeren (wat volgens hem niet gestegen is en waartegen de geplande maatregelen van Gol hoegenaamd geen dam vormen), dan heeft hij het over het roven van “sjakosjkes” van oudere dames, oude vrouwtjes die zich bedreigd voelen… Jeugddelinquentie wordt met andere woorden steeds als een soort van generatieconflict voorgesteld. Daar waar Prof. Van Outryve in een bekend radio- en TV-blad stelde dat de grootste slachtoffers juist zelf jongeren zijn. Vandaar dat wij in onze functie van advocaat van de duivel, of van Gol om precies te zijn, Prof.Verhellen voor de voeten werpen: als Gol stelt “ik wil de maatschappij beschermen”, kan men dan niet zeggen dat hij op die manier ook de jongeren zelf beschermt?

Prof.Verhellen: Het is wel zo dat de gevallen die aanleiding hebben gegeven tot de interpellatie van Mundeleer waarmee de zaak begonnen is, namelijk de moord in de dancing in Schaarbeek en die zaak in Henegouwen, inderdaad jongeren als slachtoffers hadden. Of het echter waar is dat onderzoek dit zou hebben uitgewezen, dat weet ik niet. Het stereotype dat ik hanteer is anderzijds wel gestimuleerd door onderzoek. Neem nu handtassendiefstallen. Het is vrij duidelijk dat vooral vrouwen hiervan het slachtoffer worden en dan nog vooral oudere vrouwen, om de eenvoudige reden dat je dàn meer kans hebt dat er wat meer inzit dan bij een punkmeisje. Maar dit bevordert het stereotype, want dat oudere dametje staat dan niet enkel model voor de handtassenroof, maar voor heel die angstsfeer. Dit wordt trouwens in de politiek gebruikt. Men zoekt daar immers niet alleen naar “typen” denlinquenten, maar ook naar “typen” slachtoffers, waardoor dat niet alleen op de radio maar ook op het sentiment inwerkt.
– Een ander argument van Gol is het besmettingsgevaar. Echte jeugddelinquenten samenstoppen met “jongens met wilde haren” wil deze laatste wel eens aanmoedigen in delinquent gedrag, zegt Gol.
Prof.Verhellen:
Ja, dat aspect hoort natuurlijk thuis in een veel grotere context. Waarom zegt Gol dat? Dat is om zijn aparte veiligheidsinstellingen te krijgen. De context waarin wij en trouwens de meeste criminologen dat benaderen, dat is dat een gevangenis of een andere gesloten inrichting of zelfs een gewone instelling geen goed milieu is. Is daar nu besmetting bij, o.k., dan is dat een bewijs te mee. Maar er zijn andere, veel belangrijkere waarden die daardoor niet worden opgelost. Hoe zitten jongereninstellingen in mekaar? Zelfs als men de leeftijdsgroepen wat heeft verkleind, toch leert men in groep leven. Men leert te leven in een groep van leeftijdsgenoten en vaak ook sexgenoten. En dat dikwijls voor jààren. Nochtans kweekt men zo allemaal vaardigheden aan die je, op het moment dat je daaruit stapt, hoegenaamd niet kunt gebruiken. Integendeel, àls men ze gebruikt, àls men met allemaal jongens samen gaat leven, dan wordt men gebrandmerkt als communards, homosexuelen en wat weet ik allemaal. Het is dus weliswaar juist dat een klein percentage precies in zo’n instellingen hun kraken beramen en zo, maar het is nog veel belangrijker dit in een grotere context te zien, die alweer roept om een heel andere aanpak. Vandaar dat ik dit voor een justitieminister een anacronistische uitspraak vind. Zijn collega uit Frankrijk zal wel het tegenovergestelde zeggen. Of zal althans daar geen argument in vinden om jeugdgevangenissen op te richten.
DE WILLEKEUR VAN DE JEUGDRECHTER
– Een politiecommissaris die ik liever niet met name vernoem omdat ik me baseer op een informeel gesprek, maar die bekend staat als “progressief” die heeft verklaard toch de voorkeur te geven aan de correctionele rechtbank (zoals Gol dus voorstelt) omdat de jeugdrechter, zegt hij, veel willekeuriger kan oordelen.
Prof.Verhellen:
Dat is alweer een complexe vraag. Door dat voorstel van Gol lijkt het wel of de vroegere kritieken op de jeugdbeschermingswet zijn weggevallen. Wie immers tegen het ontwerp van Gol wil ageren, die moet als het ware noodzakelijkerwijze die wet van ’65 verdedigen. Maar destijds is ook dààrop enorm veel kritiek gekomen en zeker vanuit onze kant wat die kinderrechtenidee betrof. Er zat immers een compleet onmondigheidsconcept in, een beschermingsidee, … en één aspect daarvan was het grote appreciatierecht van de jeugdrechter. Maar ik zie niet goed in waarom dit argument nu opnieuw dient te worden aangehaald. Eigenlijk steun je dan immers diegenen die zeggen dat jongeren geen recht hebben op een eerlijke rechtsbedeling. Aan de kant van de strafwaardigheid is wat nu gebeurt inderdaad het inbouwen van het legaliteitsprincipe dat het volwassenenstrafrecht bepaalt. Er is een misdrijf en dat wordt zo getaxeerd. Punt.
Maar dat legaliteitsprincipe willen wij her-denken en in de jeugdrechtenwet inbouwen. Ook voor de sanctionering. Maar hier wordt het kind met het badwater weggegooid. Het ontwerp Gol begint met te zeggen dat ze aan het burgerrechtelijk statuut van de jongeren niks wijzigen. Dat betekent: hij is onmondig en wij bevestigen dit anno 1983 nogmaals. In het strafrechterlijke luik echter wordt hij wel ineens volwaardig aanzien voor zijn “wandaden”,als men dat zo mag noemen. Voor zijn daden dus niet, maar voor zijn wandaden wel. Dan getuigt zo’n uitspraak uiteraard van weinig inzicht in wat er met zo’n wet aan het gebeuren is.
Daar komt echter nog bij dat hij geen antwoord heeft op de vraag waarom hij dat doet, tenzij het beschermen van de samenleving. Hier in België is nog met geen woord gerept over alternatieve sancties. Evenmin over de niet-efficiëntie van de vrijheidsberoving, over dat alles geen woord! Men gaat met andere woorden dit hele failliete stelsel overplaatsen nar jongeren die wel bekwaam worden geacht voor hun wandaden maar echter niet voor hun andere gedragingen.
Wij, en dat zijn een hele hoop mensen die op de wet van ’65 commentaar hebben geleverd, zijn nogal serieus op onze pik getrapt omdat men zei: “Voilà, nu heb je je strafwaardigheid”. Maar dat is een soort van strategisch begrip dat wij onmiddellijk koppelen aan handelingsbekwaamheid. Waarom heeft een jongere geen recht op zijn socialisatiedynamieken, dit is zijn gedrag waarin hij zijn persoon als lid van die gemeenschap ontwikkelt, maar anderzijds ook hoe die gemeenschap bepaalde sancties zet op dat gedrag?
MOET ER SOMS GEEN ZAND, PARDON BEZUINIGINGEN, ZIJN?
– Het beste systeem voor de opvang van jeugdige delinquenten blijkt te bestaan in één opvoeder voor één delinquent. Een systeem dat naar het schijnt in ons land wordt gevolgd. In een tijd van bezuinigingen kan men zich dan wel afvragen of dit maatschappelijk nog te verantwoorden is. Gol zelf haalt bijvoorbeeld graag aan dat in een bepaalde instelling dertig personeelsleden er niet in slaagden om negen “cliënten” in toom te houden…
Prof.Verhellen:
Vooraf dit: hét systeem, dat zal wel nooit bestaan. Maar dit terzijde. Ik moet zeggen dat ik zelf nog een zestal jaren in een instelling heb gewerkt en bij mijn afscheid had ik eens berekend hoeveel personeelsleden er waren en hoeveel cliënten we hebben gehad en ik kwam tot de conclusie dat indien we er elk één mee naar huis namen, we de instelling konden sluiten …
Daaruit blijkt weliswaar dat we heel wat inspanningen doen, maar mensen die zo’n uitspraken doen – dat blijkt uit de terminologie “in toom houden” zelf reeds – doen dit in een heel andere sfeer: “En dan nog is het failliet …”. Dus dat failliete wordt overgeplaatst op heel die oude idee van rond de eeuwwisseling, de idee van “behandeling”. Nu, het is failliet. Zelfs als jer er heel veel middelen tegenaan gooit, blijkt dat toch niet het gewenste effect te hebben.
Waarom? Ten eerste omdat de “input” een bijzonder uitgeselecteerde groep is (Prof.Verhellen verwijst hiermee naar de cijfers die verschenen in de r.v. nummer 6: van de 70% jongeren die van zichzelf beweren tenminste één delict te hebben gepleegd, komt slechts 4,4% in een instelling terecht, red.). Zodanig zelfs dat je je kan afvragen of de gedragingen die zij op dat moment vertonen niet de gedragingen zijn van de selectiedynamieken.
– Daar begrijp ik, eerlijk gezegd, niet veel van.
Prof.Verhellen:
Eigenlijk is dat vrij eenvoudig, dat wil zeggen dat er allerlei selecties optreden zoals bijvoorbeeld kinderen van gescheiden ouders hebben meer kans om delinquent te worden. Niet zozeer omdat hun gedragingen delinquenter zijn dan die van anderen, maar de reacties van de maatschappij daarop. Een ander voorbeeld is dus dat van de lagere sociale klassen, dat heb ik reeds aangehaald.
Goed, je krijgt dus een selecte groep die door de interactie tussen hun gedrag en de reactie van de maatschappij daarop inderdaad – mogen we het uitspreken? – “onhandelbaar” zijn.
Laten we echter ten tweede niet vergeten dat er “lobby’s” van instellingen zijn, hé! Dat is trouwens niet alleen bij de jongeren zo, dat is ook zo in het ziekenhuiswezen, in de bejaardenzorg en weet ik veel. En het zijn vooral die instellingen die grote financiële middelen krijgen. Zo hebben we eens uitgerekend dat de jeugdbescherming op de begroting van justitie een aandeel had van 53%! We zijn dus blijkbaar banger van de jongeren dan van de zware jongens.
– Misschien omdat men denkt dat het efficiënter is?
Prof.Verhellen (lacht):
Neen, neen, dat is een oud gedachtengoed waarbij men denkt hoe vroeger tegengehouden… Neen, dat is het niet. Zeker niet als je vaststelt dat meer dan negentig procent van dit bedrag naar die instellingen gaat. Slechts een bijzonder klein gedeelte wordt dus besteed aan dat welzijnsbeleid en aan de autokritiek op het reactie-apparaat, dit wil zeggen moet bijvoorbeeld een politie-agent met de jongeren omgaan zoals een maatschappelijk werker, moet een jeugdrechter niet eerder een hulpverlener zijn, dat soort vragen. Maar daaraan wordt geen geld besteed. En nu in het crisisbeleid stellen we alweer vast dat alle preventieprogramma’s worden afgebroken, het welzijnswerk, … en dat alles ten voordelen van die lobby’s. En daarom vind ik zo’n uitspraak van Gol zware demagogie. Als het over budgetten gaat, zouden we immers nog een ander boekje kunnen openen. Zo bestaat er op het ministerie van Cultuur een “bestuur voor jeugdvorming”. Dit zou dan nog specifiek de ruimte moeten creëren voor die creativiteit waarover we het daarstraks hebben gehad. Maar die krijgen slechts een budgetje van enkele honderden miljoenen! En bij justitie sprak ik daarnet over miljarden, hé! Zo zie je toch dat men het geld aan de verkeerde kant aan het buitengooien is. En het zijn precies die mensen die met zo’n demagogische argumenten afkomen om die politiek nog te versterken!
Waarna wij de deur ontgrendelden, fluks in de wagen sprongen, deze goed afsloten en angstig en rillerig de duistere stad inreden …

Referentie
Ronny De Schepper, De jeugd als slachtoffer, De Rode Vaan nr.8 van 1983

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.